Anna van der Vleuten (red.) - De bestuurlijke kaart van de Europese Unie

1  Van slagveld tot onderhandelingstafel: de geschiedenis van de Europese samenwerking

Brexit: (hoe) kan een land de EU verlaten? Op 29 maart 2017 overhandigde de Britse ambassadeur aan EU-president Donald Tusk de brief waarin premier May hem verzoekt om artikel 50 te activeren. Artikel 50 (VEU) bepaalt het volgende: 1 Een lidstaat kan (…) besluiten zich uit de Unie terug te trekken. 2 De lidstaat die besluit zich terug te trekken, geeft kennis van zijn voornemen aan de Europese Raad. (…) de Unie [sluit] na onderhandelingen met deze staat een akkoord over de voorwaarden voor zijn terugtrekking. (…) Het ak koord wordt namens de Unie gesloten door de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, na goedkeuring door het Europees Parle ment. 3 De Verdragen zijn niet meer van toepassing op de betrokken staat met in gang van de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord of, bij gebreke daarvan, na verloop van twee jaar na de in lid 2 bedoelde kennisgeving, tenzij de Europese Raad met instemming van de betrokken lidstaat met eenparigheid van stemmen tot verlenging van deze termijn besluit. ( Publicatieblad van de Europese Unie , 2012, p. C326/43) Met de brief zijn de onderhandelingen over de boedelscheiding van start gegaan. De eerste fase is in december 2017 afgerond met een tussenakkoord. De drie belangrijk ste kwesties waren burgerschap (de rechten van de 1,2 miljoen Britten die in andere EU-landen wonen en van de 2,9 miljoen EU-burgers in het Verenigd Koninkrijk), de grens tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek en de financiële afhandeling (amb tenarensalarissen, deelname aanmissies, subsidies en alle toezeggingen in het kader van de meerjarenbegroting). De verwachting is dat het Verenigd Koninkrijk zo’n 45 miljard euro moet betalen. De tweede fase richt zich op de toekomstige samenwerking tussen de EU en het Ver enigd Koninkrijk. De onderhandelingen zijn in volle gang en verlopen allesbehalve soepel. Als er op 29 maart 2019 ommiddernacht (twee jaar na de start) geen akkoord ligt, dan is een ‘harde brexit’ een feit: een vechtscheiding, waarbij de Britten geen lid meer zijn en geen toegang meer hebben tot de interne markt. Over export en import zouden ze douanerechten moeten betalen en ze zouden met elke lidstaat bilaterale handelsverdragen moeten afsluiten. Een ‘zachte brexit’ betekent dat er wel een ak koord ligt, bijvoorbeeld naar het model van een douane-unie met vrij verkeer van goederen, maar niet van diensten en personen. De EU-27, onder leiding van de Frans man Michel Barnier, staat op het standpunt dat het vrij verkeer van goederen, dien sten, kapitaal en personen ondeelbaar is. In Mays kabinet en in het Britse Lagerhuis heerst verdeeldheid tussen degenen die voor een ‘zachte’ en degenen die voor een ‘harde’ lijn kiezen. May staat onder grote (tijds)druk om deze kampen bij elkaar te brengen en een acceptabele deal te sluiten met de EU-27.

36 |

Made with FlippingBook HTML5