Publiek management - Wim van Noort, Sandra Groeneveld, Marieke van der Hoek, Jelmer Schalk, Joris van der Voet

1  Dilemma’s van publieke managers

meente. Opmerkelijk genoeg lijken de doelstellingen van deze operatie echter sterk op die rond de Nationale Politie: in beide gevallen gaat het om meer sa menwerking tussen alle ketenpartners en meer efficiënte dienstverlening van een hogere kwaliteit. Voor de invoering van de huidige Jeugdwet was het jeugdstelsel sterk ver snipperd en verkokerd met uiteenlopende sectoren, financiers, wettelijke kaders en beleidscircuits. De Jeugdwet is bedoeld om het jeugdbeleid en de voorzieningen efficiënter en effectiever te maken, met als uiteindelijk doel het versterken van de eigen kracht van de jongere en van het zorgend en pro bleemoplossend vermogen van diens gezin en sociale omgeving. Het nieu we jeugdstelsel moet bijdragen aan hulp op maat, integrale hulp (‘één gezin, één plan, één regisseur’) en meer ruimte voor de professionals (Nederlands Jeugdinstituut, 2016). De gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor de jeugdzorg, maar dit be tekent niet dat zij die zorg zelf verlenen. Dat doen de jeugdzorginstellingen waarmee gemeenten overeenkomsten en contracten sluiten (‘zorginkoop’). In het rapport Evaluatie jeugdwet (Nederlands Jeugdinstituut, 2016, p. 21) wordt kernachtig weergegeven wat dit voor gemeenten betekent: ‘In de nieuwe con stellatie is het de gemeente bij uitstek in de rol van netwerkende overheid die partijen moet binden om gemeenschappelijke maatschappelijke ambities te realiseren. Dat is voor gemeenten geen gemakkelijke opgave, inhoudelijk niet, maar ook niet als het gaat om de vraag hoe zij hun rol daarin publiek kunnen verantwoorden. Dat is zoeken en leren.’ ‘Inhoudelijk’ verwijst hier naar de vereiste kennis en deskundigheid op het gebied van jeugdzorg. Zijn gemeenten, dat wil zeggen hun bestuurders en ambtenaren, wel in staat om te beoordelen of jeugdzorginstellingen hun werk goed doen? Gemeenten zijn voor de kwaliteit van de jeugdzorg afhankelijk van het werk van jeugdzorginstellingen en andere partijen, zoals vrijwilligers, onderwijsinstellingen en huisartsen. Tegelijkertijd zijn zij verantwoordelijk voor deze kwaliteit en bovendien hebben ze te maken met omvangrijke bezui nigingen. ‘Zoeken en leren’ is gemeenten veelal niet gegund: zodra er iets mis gaat in de jeugdzorg, trekken (sociale) media aan de bel en eisen maatregelen. De uitdaging voor gemeentelijke publieke managers is hier dus om jeugd zorginstellingen en andere partijen met minder geld dan voorheen beschik baar was zodanig te sturen dat goede jeugdzorg en jeugdbescherming geboden worden. Net als bij de Nationale Politie geldt hier dat het werk veeleisender geworden is door de steeds complexere problematiek en door de hogere eisen die samenleving en politici stellen aan de organisatie in termen van kosten, transparantie en effectiviteit. De veranderopgave waarvoor beide organisaties gesteld zijn, is dus geen eenvoudige.

16

Made with FlippingBook - Online catalogs