Lotte Minnema - Woordenstroom

18

Woordenwissel

Activiteit

cursisten raden een woord op basis van omschrijvingen van medecursisten

Fase

consolideren

Benodigdheden

woordkaartjes

Vooraf ■■ Selecteer een aantal woorden die je wilt herhalen (bijvoorbeeld uit een vorige les, taak of een vorig hoofdstuk).

■■ Schrijf de woorden op kaartjes (één woord per kaartje). ■■ Gebruik evenveel kaartjes als het aantal cursisten in je groep.

In de les Stap 1  Demonstreren

■■ Pak twee woordkaartjes: houd er een zelf en geef het andere aan een cursist. ■■ Omschrijf het woord op jouw kaartje aan de cursist. Laat de cursist het woord raden. ■■ Daarna omschrijft de cursist het woord op zijn kaartje aan jou. Raad het woord. ■■ Zeg dat er na het raden van beide woorden van kaartjes gewisseld wordt. Stap 2  Woorden omschrijven en raden ■■ Geef alle cursisten een woordkaartje. ■■ De cursisten staan op en zoeken een partner. ■■ Cursist A omschrijft het woord op zijn kaartje en cursist B raadt het woord. ■■ Daarna omschrijft cursist B zijn woord aan cursist A. ■■ Als beide woorden zijn geraden, wisselen ze van kaartjes en gaan ze op zoek naar een nieuwe partner. ■■ Ga door totdat iedereen een aantal keer van kaartje heeft gewisseld of totdat de tijd voorbij is. Stap 3  Nabespreken ■■ Bespreek de woorden na. Op basis van welke omschrijving hebben de cursisten de woorden geraden?

56

Made with FlippingBook Learn more on our blog