Joost van Iersel en Dienie van Wijngaarden-de Bodt - Samen werken aan gezondheid
Samen werken
aan gezondheid
Psychosociale en medische basiskennis voor de sociaal werker
Dienie van Wijngaarden de Bodt
Joost van Iersel
Samen werken aan gezondheid
Samen werken aan gezondheid
Psychosociale en medische basiskennis voor de sociaal werker
Joost van Iersel Dienie van Wijngaarden-de Bodt
c u i t g e v e r ij
c o u t i n h o
bussum 2018
www.coutinho.nl/samenwerkenaangezondheid Docenten kunnen een uitgebreide docentenhandleiding aanvragen.
© 2018 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden.
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingenmag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wette lijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeel te(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (arti kel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publica tie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www. stichting-pro.nl).
Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl
Omslag: Jeanne | ontwerp & illustratie, Westervoort
Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraakmaken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. De personen op de foto’s komen niet in de tekst voor en hebben geen relatie met hetgeen in de tekst wordt beschreven.
ISBN 978 90 469 0592 0 NUR 752
Ten geleide Partners in welzijn
Sociaal werkers begeven zich van oudsher op het snijvlak van zorg en welzijn. Het welzijn van mensen vraagt om goede gezondheidszorg, het welzijnswerk draagt bij aan gezondheid van mensen en in de gezondheidszorg is het van be lang om steeds weer voor ogen te houden wat nu werkelijk bijdraagt aan het welzijn van mensen. Vanuit het leefwereldperspectief van mensen zelf zijn ge zondheid en welzijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In de beroepspraktijk, wetgeving, financiering en beroepsopleidingen zijn ge zondheid en welzijn wel vaak los van elkaar georganiseerd. Het zijn werelden die elkaar raken, aanvullen en soms op gespannen voet met elkaar staan. Soci aal werkers komen we in beide werelden tegen: in het welzijnswerk en in de ge zondheidszorg. Zij richten zich primair op het sociaal functioneren van mensen – een belangrijk aspect van gezondheid volgens de nieuwe definitie van Huber (2014) – zonder de verwevenheid met het fysiek en psychisch functioneren uit het oog te verliezen. Sociaal werkers die in de gezondheidszorg werkzaam zijn, hebben echter te maken met een context waarin de gerichtheid op het fysiek functioneren domi nant is. Toch is ook in de gezondheidszorg het besef van de verwevenheid met het psychisch en sociaal functioneren al lang geleden doorgedrongen. In 1913 wist de verpleegkundige Heleen ter Meulen, de eerste ziekenhuismaatschappe lijk werker in Nederland, de geneesheer-directeur van het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam ervan te overtuigen dat medische zorg zonder sociale zorg niet voldeed (Verharen, 2010; Verharen, 2015). De professionals die werkzaam zijn in het welzijnswerk hebben vaak een achtergrond in het sociaal werk. Zij delen een visie, handelingsrepertoire en jargon met elkaar, waardoor ze elkaar relatief makkelijk verstaan en snel be grijpen. De gezondheidszorg wordt vooral bevolkt door professionals met een (para)medische of verpleegkundige achtergrond. Sociaal werkers die daar hun vak uitoefenen, bijvoorbeeld in een ziekenhuis, revalidatiecentrum of gezond heidscentrum, worden omringd door professionals met wie ze veel minder als vanzelfsprekend gemeen hebben. Om met verpleegkundigen, artsen, ergothe rapeuten en andere gezondheidszorgprofessionals samen te kunnen werken, ontkomen deze sociaal werkers er niet aan om zich te verdiepen in de manieren van kijken, denken, handelen en uitdrukken van die professionals.
Tegelijkertijd kunnen de sociaal werkers in het welzijnswerk zich niet opsluiten in hun domein. Veel van de mensen voor wie zij werken hebben van doen met de gezondheidszorg en dat vraagt om afstemming en samenwerking. Ook zij zullen zich moeten verdiepen in de wereld van die professionals. Denk bijvoor beeld aan de sociaal werker jeugd die te maken krijgt met een gezinmet opvoe dingsvragen en waarvan een van de kinderen een chronische ziekte heeft, of de sociaal werker die samen met de GGD in een wijk werkt aan de aanpak van eenzaamheid. Dit boek gaat over het samen werken aan gezondheid. Het bevat een keur aan casuïstiek waarin helder wordt dat de sociaal werker niet om de gezondheids zorg heen kan. Als sociaal werker ben je soms onderdeel van die gezondheids zorg en je hebt er vaak mee te maken. Professionals in de gezondheidszorg zijn belangrijke partners in het werken aan welzijn voor mensen in kwetsbare omstandigheden. Een samenwerkingspartner neem je serieus door interesse in hem te tonen, kennis te nemen van zijn wereld, te willen begrijpen hoe hij kijkt, denkt en handelt. En in de samenwerking met de ander wordt duidelijk wat jij vanuit jouw professie kunt toevoegen (Sennett, 2012; Verharen, 2015). Dit boek maakt de sociaal werker (in opleiding) wegwijs in de wereld van de gezondheidszorg: de veranderingen in de visie op gezondheid, de verschillen de soorten, vormen en financiering van zorg en het jargon dat daarbij hoort, de verschillende organisaties en beroepen en ontwikkelingen als big data en e- & m-health. Kennis en inzichten die de samenwerking met professionals in de gezondheidszorg vergemakkelijken en onmisbaar zijn bij het werken met de mensen om wie het in wezen gaat: mensen in kwetsbare omstandigheden die zijn aangewezen op professionele ondersteuning en voor wie het leven niet valt op te knippen in zorg en welzijn.
Lisbeth Verharen
Voorwoord
Er verandert veel in het werkveld van het sociale domein. Daarmee bewegen de opleidingen mee: de toekomstige sociaal agoog gaat immers in dit werkveld zijn kennis en vaardigheden inzetten. Dit boek is geschreven voor studenten en professionals in het sociale domein, maar kan ook gebruikt worden door zorgprofessionals die nauwe banden heb ben met het sociale domein. Het past binnen de generalistische hbo-opleiding tot sociaal agoog (sociaal werker, toegepast psycholoog, maatschappelijk wer ker, et cetera). Het biedt een goede ondergrond voor de verdere ontwikkeling van de beginnende professional in de profielen sociaal werk – zorg en sociaal werk (voornamelijk residentiële zorg) en sociaal werk – welzijn en samenleving (in de wijk, binnen bedrijven, ziekenhuizen, woningbouwverenigingen, educa tieve instellingen en gevangenissen) en in mindere mate in het profiel sociaal werk – jeugd. Het boek is geschikt voor studenten in de onder- en bovenbouw van de oplei ding. De rijkheid van de stof en de verwerkingsopdrachten geven de docent de mogelijkheid keuzes te maken, waardoor de inhoud goed aansluit bij de voor kennis van de student. Het boek kan zowel ter oriëntering als ter verdieping gebruikt worden. Vanzelfsprekend biedt het boek relevante informatie voor so ciaal werkers die deze oriëntering in hun opleiding niet gehad hebben. Dit boek wil bijdragen aan de ontwikkeling van de opleiding tot sociaal wer ker op hbo-niveau. In het Landelijk opleidingsdocument sociaal werk (Landelij ke opleidingsoverleggen in het domein sociaal werk, 2017) wordt gewerkt met zeven bouwstenen, die elk worden uitgewerkt in kernthema’s zoals onderzoe ken, handelen, normatief inzicht in verschillende perspectieven en commu niceren. Deze zijn een uitvloeisel van de generieke kwalificaties waaraan een hbo’er moet voldoen. Door in dit boek de theorie af te wisselen met voorbeel den, casuïstiek en opdrachten sluiten we aan bij deze thema’s en bouwstenen. Samen werken aan gezondheid heeft als doel de kennis van de sociaal werker op het gebied van gezondheid en de gezondheidszorg te vergroten. Deze is daardoor in staat om cliënten met gezondheidsverlies beter te begeleiden en interprofessionele samenwerking met andere professionals op het gebied van gezondheid en welzijn vorm te geven. We hopen dat de combinatie van theorie met bijpassende casuïstiek de soci aal werker in opleiding helpt om toegang te krijgen tot dit boeiende werkveld en hem of haar enthousiast maakt ommet deze materie aan de slag te gaan.
Het schrijven van dit boek is een langdurig proces geweest. Het boek Medische kennis voor hulpverleners van Martha van Endt-Meijling (2008) en het vak Ge zondheid zoals dat ontwikkeld was door Joost van Iersel en Jeanet de Jong op de opleiding MWD (nu Social Work) van Avans Hogeschool hebben als basis ge diend voor het idee om te komen tot een samensmelting van beide: medische basiskennis is noodzakelijk voor de sociaal werker om vanuit een biopsycho sociale visie te kunnen werken met cliënten met gezondheidsproblemen. In de docentenhandleiding wordt het boek van Martha van Endt gebruikt als basis voor de antwoorden op het gebied van fysieke aspecten uit de casuïstiek en waar nodig aangevuld met informatie uit andere bronnen. Tijdens het hele schrijfproces hebben wij veel steun ervaren van onze partners, Jacobien Erbrink en Arie van Wijngaarden, maar ook van familieleden en vrien den, die soms, zonder dat zij het wisten, inspiratie gaven voor het schrijfproces. Anderen hebben in een vroeg stadium meegelezen en ons van de nodige feed back voorzien. Dank aan Desiree America, Yvonne van Iersel, Jeanet de Jong van Avans Hogeschool, Eric Haas van Hogeschool InHolland, Karin Landsber gen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Marianne Buijsse-van Tilburg van Hogeschool Windesheim, Sarah van Wijngaarden van Hogeschool Rotter dam en Sietske Horneman van Hogeschool Zuid. Speciale dank gaat uit naar Malou Liebregts, die de tekst voor ons heeft nagekeken op correct Nederlands en uiteraard naar Michel van de Graaf, Laura Schans en Simone Baddou van Uit geverij Coutinho, die het hele proces met veel ruimte voor onze eigen inbreng hebben begeleid.
Dienie van Wijngaarden-de Bodt en Joost van Iersel Oktober 2017
Inhoud
Inleiding 13 Deel 1 Een verkenning
1 Gezondheid en welzijn 21 1.1 Inleiding 21 1.2 Verschillende perspectieven op gezondheid 22
1.2.1 Gezondheid is niet ziek zijn 23 1.2.2 WHO-definitie van gezondheid 23 1.2.3 ‘Positieve gezondheid’ volgens Huber 26
1.3 Ontwikkelingen in het sociale domein 29 Tot slot 32 2 Gezondheidszorg, de huidige situatie 35 2.1 Inleiding 36
2.1.1 De dubbele vergrijzing: meer mensen worden steeds ouder 38 2.1.2 Steeds meer mensen hebben een chronische ziekte 39 2.2 De huidige organisatie van de gezondheidszorg 43 2.2.1 Indeling en ordening van de zorgvoorzieningen 43 2.2.2 Ordening van de gezondheidszorg 44 2.3 Nieuwe initiatieven 51
2.3.1 Voorbeelden van veranderingen 51 2.3.2 Initiatieven, algemene tendensen 52 2.4 Alternatieve of complementaire zorg versus reguliere gezondheidszorg 55 2.4.1 Inleiding 55 2.4.2 Driedeling 57 2.4.3 Verschillen tussen reguliere en alternatieve/ complementaire zorg 65
2.4.4 Wat is evidence-based medicine? 68 2.4.5 De omvang van complementaire zorg 77
2.4.6 Placebo- en nocebo-effect 79 2.4.7 Alternatieve behandelingen 81 2.5 Financiering van de huidige zorg 83
2.5.1 Inkomsten voor de zorg 84 2.5.2 Uitgaven voor de zorg 85 2.5.3 Dbc’s 93 2.5.4 Markten in de gezondheidszorg 94
Tot slot 97
3 Perspectieven op de gezondheidszorg in de nabije toekomst 99 3.1 Inleiding 99 3.2 Noodzakelijke veranderingen? 99 3.3 Een andere inrichting van de zorg 102 3.4 Focus en bekwaamheden van professionals 106 Tot slot 107 4 Werken in de gezondheidszorg 109 4.1 Inleiding 110 4.2 Beroepen in de gezondheidszorg 110 4.2.1 Medici in de eerste en tweede lijn 110 4.2.2 Paramedici 112 4.2.3 Reflectie 115 4.3 De Wet BIG: de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (1997) 117 4.4 Werkers in de alternatieve of complementaire gezondheidszorg 119 4.4.1 Alternatieve psychotherapie: hypnose, nlp en Voice Dialogue 119 4.4.2 Genezen door homeopathie 128 4.4.3 Lichaamsgerichte therapie: osteopathie 129 4.4.4 Lichaamsgericht werken, eclectisch, met paranormale elementen: SensiTherapie 130 4.4.5 Remedies en orthomoleculaire preparaten 131 4.4.6 Drukpuntmassage 132 4.4.7 Holistic pulsing 133 4.4.8 Reiki 133 4.5 Toekomst 135 4.6 Interprofessionaliteit in multidisciplinair en interdisciplinair samenwerken 139 4.6.1 Samenwerken 139
4.6.2 Multidisciplinair werken 140 4.6.3 Interdisciplinair werken 141
Tot slot 144
5 Kanttekeningen bij de veranderingen 147 5.1 Inleiding 147 5.2 Complexiteit en vermogen 148 5.3 Solidariteit 150 5.4 E-health (electronic health) en m-health (mobile health) 154 5.5 Sociaaleconomische verschillen en gezondheid 159
5.5.1 SES of sociaaleconomische status 160 5.5.2 Eigenaarschap van gezondheid 163
Tot slot 164
Afronding en samenvatting deel 1 De positie van de sociaal werker in zorg en welzijn 167
Deel 2 Samen op pad
6 Verschillende manieren om naar gezondheid te kijken 173 6.1 Inleiding 173 6.2 Het biopsychosociaal model 176 6.3 Het biologische aspect 177
6.3.1 Het ICIDH-model 177 6.3.2 Het ICF-model 178 6.3.3 Illness, sickness and disease 181
6.4 Het psychologische aspect 183 6.4.1 Stress 183
6.4.2 Veerkracht en coping 187 6.4.3 Draaglast-draagkracht 189 6.4.4 Coping 191 6.4.5 KOP-model 193
6.5 Het sociale aspect 194
6.5.1 Gezondheid en sociaaleconomische status 195 6.5.2 Het sociale netwerk inzetten bij gezondheidsproblemen 197 Tot slot 200 7 Communicatie over gezondheid en ziekte 201 7.1 Inleiding 201 7.2 Communicatie en diversiteit 203 7.2.1 Diversiteit 204 7.2.4 Permanente receptiviteit en intersubjectiviteit 223 7.2.5 Slotoverwegingen bij de diversiteitscommunicatie 227 7.3 Communicatie binnen de participatiesamenleving 227 7.3.1 Veranderingen in het landschap van de gezondheid 227 7.3.2 Veranderingen in de samenleving en de sector welzijn 229 7.3.3 Gevolgen van de veranderingen voor de omgang met cliënten 231 7.3.4 Samenwerking 234 7.3.5 Methoden 235 Tot slot 248 7.2.2 Het Explanatory Model (EM) 214 7.2.3 Diversiteitscommunicatie 218
8 Voorlichting, preventie en psycho-educatie 251 8.1 Inleiding 251 8.2 Voorlichting, preventie en psycho-educatie toegelicht 252 8.3 Gezondheidsvoorlichting 253 8.4 Voorlichting geven als sociaal werker: hoe pak je dat aan? 260 8.5 Verwerken van informatie: hoe bied je die aan? 263 8.5.1 Op individueel niveau 263 8.5.2 Op groepsniveau 268 8.6 Preventie 271 8.6.1 Integrale aanpak 278 8.6.2 Preventie en sociaal werk 281 8.7 Psycho-educatie en terugvalpreventie 301
8.7.1 Psycho-educatie 301 8.7.2 Terugvalpreventie 312
Tot slot 319
Afronding en samenvatting deel 2 Gezondheidszorg en welzijn. Samen op pad 321 Literatuur 323 Register 334 Over de auteurs 344
Inleiding
Zorg en welzijn overlappen elkaar in het huidige veld van de gezondheidszorg steeds meer: over en weer bewegen professionals binnen de gezondheids zorg zich op deelterreinen die voorheen voorbehouden waren aan leden van een specifieke beroepsgroep. Deze deelterreinen samen vormen het sociale domein. Wij zien het begrip ‘sociaal domein’ als een parapluterm: er vallen verschillende diensten onder, zoals welzijn en zorg, maar ook in delen van bij voorbeeld de geneeskunde of het onderwijs is sprake van een sociaal domein. Als het om mensen gaat, spelen psychosociale factoren een rol bij het ervaren van gezondheidsklachten of het zich wel of niet eigen kunnen maken van nieu we kennis en vaardigheden. Werkers in de (fysieke) gezondheidszorg krijgen bij de benadering van hun patiënten steeds meer oog voor de psychosociale factoren die verbetering van de klachten zowel in de hand als tegen kunnen werken. Denk aan de verpleegkundig specialisten en fysiotherapeuten gespeci aliseerd in psychosomatiek, die naast hun medische kijk ook de psychosociale aspecten van hun patiënten in ogenschouw nemen, aan de ergotherapeut die de socialenetwerkversterking omarmt of aan de maatschappelijk werker die cliënten begeleidt bij het omgaan met de gevolgen van chronisch lijden. Deze overlap veronderstelt, naast eigen kennis over de psychosociale factoren, een nauwe samenwerking tussen verschillende disciplines. Om multidisciplinaire samenwerking en overleg tussen beide sectoren mogelijk te maken en efficiënt te laten verlopen, is het van belang dat men elkaars beroepenveld kent en el kaars taal spreekt. Lisbeth Verharen heeft in de Maria Kamphuislezing van 2015 gepleit dat de so ciaal werker werk moet maken van ‘de aansluiting bij de ontwikkelingen in de zorg en proactief en effectief de verbinding leggen met de gezondheidszorg’. Van oudsher zijn sociaal werkers volgens Verharen goed in het benadrukken van de verschillen tussen de verschillende sociaal werkers, maar wordt het nu tijd omde handen ineen te slaan en verbindingen te leggenmet andere werkers in de gezondheidszorg. De sociaal werker dreigt anders achter te raken in het veld, omdat de verschillende thema’s die van oudsher bij het sociaal werk ho ren ook door anderen worden omarmd. Zij noemt daarbij drie thema’s: 1 integraal kijken, denken en handelen; 2 begeleiden van mensen bij de uitdagingen die zij op hun pad tegenkomen; 3 gerichtheid op empowerment.
Deze drie aspecten vormen het hart van het denken over mensen met gezond heidsklachten en het verwerken van de opdrachten en casuïstiek rondom dit
13
Samen werken aan gezondheid
thema in dit boek. Door de thema’s die behandeld worden krijgt de sociaal wer ker meer oog voor de gezondheidsaspecten van de cliënt en wordt die meer gezien vanuit het geheel van de mens. Fysiek, psychisch en sociaal: een holis tische mensvisie. Dit boek biedt een basis voor de sociaal werker om gezond heidsproblematiek bij individuele cliënten te herkennen, deze cliënten te bege leiden, zo nodig adequaat te besprekenmet andere professionals uit de zorg en om te weten wanneer hij cliënten door kan verwijzen. Als sociaal werker help je de cliënt zich aan te passen bij verlies van gezondheid, zodat zijn functioneren zo optimaal mogelijk blijft. Je bespreekt zaken als deelname aan de omgeving, kwaliteit van leven, zingevingsaspecten of het dagelijks functioneren. Gezondheid In het werkveld van de zorg verandert de kijk op gezondheid en krijgt de defi nitie van Huber (2014) meer draagvlak : ‘Gezondheid als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.’ Deze definitie veronderstelt dat de cliënt het vermogen heeft om zich aan te passen aan de veranderde situatie en de activiteiten die daarvoor nodig zijn te ondernemen, de eigen regie te voeren en veerkracht heeft om de eigen kracht te (her)vinden. Naast aandacht voor de lichaams- en mentale functies is er aandacht voor het spirituele en existentië le, voor de kwaliteit van leven, voor de sociaal-maatschappelijke participatie en het dagelijks functioneren. In de zorg zijn deze aandachtsgebieden relatief nieuw, maar in het sociaal werk zijn deze juist gemeengoed. De basis van het werkenmet cliënten is de professional zelf: de sociaal werker is zijn eigen werkinstrument. Een houding van gelijkwaardigheid tussen profes sional en cliënt is daarbij belangrijk, met als uitgangspunt dat de professional beroepsmatig nieuwsgierig is naar de klachten, problemen en denkwijzen van de cliënt. Voor jou als sociaal werker is het belangrijk om de hele mens te zien. Niet alleen de psyche en het sociale aspect van het menselijke bestaan zijn be langrijk, maar ook de fysieke uitdagingen waarvoor menig mens in zijn leven komt te staan. Dit boek neemt het biopsychosociaal model als uitgangspunt en biedt daarmee een tool waarmee je holistisch leert kijken naar de cliënt te genover je. Dat betekent dat de cliënt zijn gezondheidsproblematiek met jou kan bespreken in de context van zijn hele psychische en sociale bestaan. Het betekent ook dat jij als sociaal werker de issues rondom ziekte en gezondheid leert herkennen en bespreken en daarbij rekening houdt met uiteenlopende betekenissen van gezondheid. Het betekent ook dat je beter in staat zult zijn (multidisciplinair) overleg te hebben, omdat je de taal van de andere zorgverleners beter hebt leren verstaan en interpreteren. Deze generalistische insteek is een mooi vertrekpunt voor de kerntaken ‘het bevorderen van sociaal functioneren van mensen in hun socia le context’ en ‘het versterken van de organisatorische verbanden waarbinnen
14
Inleiding
sociaal werk plaatsvindt’ en de hierbij behorende kwalificaties van de sociaal werker (Landelijke opleidingsoverleggen in het domein sociaal werk, 2017). Modellen en methodieken Een opleiding tot sociaal werker is een opleiding tot generalist. Dat betekent dat er vaak doelgericht en eclectisch (of ‘integratief’) wordt gewerkt. Eclectisch werken wil zeggen dat de hulpverlener een behandelpakket samenstelt met methoden en technieken uit verschillende methodische scholen, afgestemd op de cliënt en de problematiek en niet per definitie gebruikmaakt van een vastge steld behandelprotocol. Door het bondig bespreken van verschillende metho dieken en het toepassen van de modellen op de aangeboden casuïstiek neemt het begrip van het werkveld toe en leert de sociaal werker om professioneel te handelen en gestructureerd om te gaan met de vragen en doelen van de cliën ten. Thema’s als coping en veerkracht krijgen de aandacht die ze verdienen. Gespreksinterventies, zoals oplossingsgericht werken en motiverende ge spreksvoering, zijn methoden die kiezen voor een niet-wetenhouding van de professional, die aansluit bij de beroepsmatig nieuwsgierige houding die wij voorstaan. De beschreven theorieën, modellen en methoden kunnen worden beschouwd vanuit het perspectief van eclectisch werken. Daarmee worden deze geen keurslijf of protocol, maar hulpmiddelen om de cliënt in zijn geheel te aanschouwen en hem van daaruit te helpen aan hulpbronnen om zelf weer verder te kunnen. Ondanks dat er veel methodieken aan de orde komen, is dit geen methodiek boek: we ambiëren niet een volledig overzicht te geven, maar willen de sociaal werker aanmoedigen meer vanuit methodieken te denken in het werkveld. De sociaal werker van de toekomst is goed in staat om daar eigen invullingen aan te geven. PLATO-eindtermen De inhoud van dit boek is deels gebaseerd op de PLATO-eindtermen, geformu leerd door de Universiteit Leiden in opdracht van de minister van Volksgezond heid, Welzijn en Sport (Tönis, 2013). Deze eindtermen horen bij het niveau van psychosociale basiskennis (PSBK) en medische basiskennis (MBK) dat in het werkveld impliciet wordt verwacht van een sociaal agoog op hbo-niveau. Bo vendien geven de concrete eindtermen een mooi kader voor de casuïstiek in dit boek. De student leert werkelijk holistisch te kijken naar de cliënt. Door de opdrachten in dit boek te verwerken in een portfolio – en na vier jaar hbo het bachelordiploma te behalen – kan de student aantonen dat hij voldoet aan de PLATO-eindtermen.
15
Samen werken aan gezondheid
Leeswijzer Dit boek bestaat uit twee delen:
Deel 1 informeert de lezer over het fenomeen gezondheid en de inbedding hier van in de Nederlandse samenleving. De eerste hoofdstukken in dit boek gaan over de gezondheidszorg in Nederland. Deze vormen een noodzakelijke basis voor de sociaal werker van de toekomst, die de cliënt moet kunnen helpen zijn weg te vinden in het aanbod van zorg en binnen de (soms ingewikkelde) regel geving en vergoedingen. De casuïstiek die is gekoppeld aan deze hoofdstukken is bedoeld om de vertaalslag naar de cliënt gemakkelijker te maken. Hoofdstuk 1 Gezondheid en welzijn bespreekt allereerst de begrippen ‘gezond heid’ en ‘ziekte’ vanuit verschillende perspectieven. We kiezen voor de definitie van positieve gezondheid van Huber (2014) en lichten toe waarom haar manier van kijken naar gezondheid een antwoord biedt op de grote maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan. Vervolgens bespreken we de factoren die van invloed zijn op gezondheid. Daarna verbinden we de definitie van positieve ge zondheid aan de veranderingen in het domein van welzijn en laten concluderend zien dat er een grote overlap is tussen gezondheid en welzijn en dat samenwer king binnen en tussen de beide domeinen van gezondheid en welzijn geboden is. Hoofdstuk 2 Gezondheidszorg , de huidige situatie geeft een beeld van allerlei aspecten die bepalend zijn in de wereld van de gezondheidszorg. Allereerst bespreken we de veranderingen van de ziekten waardoor mensen getroffen worden, bijvoorbeeld de aard en omvang van de ziekten door ‘dubbele ver grijzing’ en het toegenomen aantal chronisch zieken doordat behandeling van voorheen dodelijke aandoeningen mogelijk zijn geworden. We bespreken ook een mogelijk verband tussen ziekten en de veranderingen in de Nederlandse samenleving. Na deze schets van de prevalentie en incidentie van ziekten wordt de huidi ge organisatie van de gezondheidszorg besproken en aangevuld met verschil lende nieuwe initiatieven die zichtbaar zijn binnen de gezondheidszorg en al deels een antwoord geven op de geschetste ontwikkelingen in de zorg en de samenleving. Het hoofdstuk vervolgt met de bespreking van de kenmerken van de reguliere en de alternatieve of complementaire gezondheidszorg. Afsluitend wordt een schets gegeven van de financiering van de zorg. Hoofdstuk 3 Perspectieven op de gezondheidszorg in de nabije toekomst be spreekt de verwachte ontwikkelingen in zorg en welzijn in de periode tot 2030. Het schetst een beeld van een mogelijke toekomst en geeft aan wat deze ont wikkelingen betekenen voor de sociaal werker en voor zijn samenwerking met andere professionals in de gezondheidszorg.
16
Inleiding
Hoofdstuk 4 Werken in de gezondheidszorg behandelt wie er werkzaam zijn in de reguliere en de alternatieve of complementaire gezondheidszorg. Het legt uit wat het belang is van wettelijke kaders zoals de Wet BIG en geeft aan welke ontwikkelingen verwacht worden voor zowel werkers in de gezondheidszorg als voor de sociaal werker. Afsluitend wordt het – steeds belangrijkere – multi disciplinair of interdisciplinair werken besproken. Hoofdstuk 5 Kanttekeningen bij de veranderingen behandelt de effecten van deze veranderingen op de kwetsbare burger van de participatiesamenleving. Er wordt ingegaan op het voeren van de eigen regie, op de veranderende so lidariteit tussen burgers, op de gevolgen van de technische ontwikkelingen in de gezondheidszorg en welzijn en op de gevolgen van de sociaaleconomische status die mensen hebben. In de afronding en samenvatting De positie van de sociaal werker in zorg en wel zijn wordt teruggekeken op de vele onderdelen van dit eerste deel van het boek en worden conclusies getrokken over de positie van de sociaal werker in het veld van de gezondheidszorg. Tevens wordt een brug geslagen naar deel 2 van het boek, Samen op pad . Deel 2 bestaat uit drie hoofdstukken en beschrijft hoe binnen dit kader (samen)gewerkt wordt door de sociaal werker, met diverse professionals uit bijvoorbeeld de paramedische sector (fysiotherapeuten, diëtisten), huisartsen en werkers uit het complementaire veld. Eerst werken we allerlei perspectieven (modellen) uit waarmee informatie over de gezondheid van de cliënt verkregen kan worden. Vervolgens gaan we in op de communicatie die dit met zich mee brengt en afsluitend op voorlichting, preventie en psycho-educatie. Hoofdstuk 6 Verschillendemanieren omnaar gezondheid te kijken beschrijftmo dellen waarmee vanuit verschillende perspectieven naar de gezondheid van de cliënt gekeken kan worden. In de eerste plaats wordt de holistische manier van kijken beschreven. Het biopsychosociaal model is een van de meest gebruikte voorbeelden hiervan. De opbouw van het hoofdstuk volgt de drie onderdelen van het biopsychosociaal model. Het ICIDH- en het ICF-model geven zicht op de beperkingen en mogelijkhe den van de cliënt, zij zijn dus functiegericht. Met het model van Illness, sickness en disease worden verschillende elementen van het begrip ziekte in kaart ge bracht. Met de beschrijving van stress, veerkracht en coping worden de reac tie op en de omgang met gezondheidsbedreigende situaties beschreven. Het balansmodel met de elementen draagkracht en draaglast helpt om inzichte lijk te maken wat de cliënt dient te dragen en welke steun hij nodig heeft om dit te kunnen dragen. Met het KOP-model wordt meer inzicht verkregen in de kwetsbaarheden die samenhangenmet de persoonlijkheid van de cliënt. De so-
17
Samen werken aan gezondheid
ciaaleconomische status (SES) verduidelijkt de relatie met gezondheid en het genogram en het ecogram geven zicht op het netwerk van de cliënt. De sociaal werker heeftmet dezemodellen een instrumentariumom selectief zijn licht te laten schijnen op dat deel van de gezondheid en het functioneren van de cliënt waarvan hij denkt dat het de meest gerichte informatie oplevert die nodig is om de cliënt te kunnen begeleiden. In hoofdstuk 7 Communicatie over gezondheid en ziekte wordt vanuit twee per spectieven gekeken naar de inhoud van de communicatie over gezondheid en naar de manier waarop over gezondheid gesproken kan worden tussen hulp verlener en cliënt. In de eerste plaats gaat het over waarin zij verschillen en de invloed die deze diversiteit heeft op de communicatie. Intersectioneel of calei doscopisch denken biedt een multiperspectivisch frame bij deze verkenning. Mensen blijken zich ondanks hun diversiteit bezig te houden met vergelijkba re thema’s rond gezondheid. Via het explanatory model (EM) worden deze in beeld gebracht. Met behulp van de kennis uit de interculturele of diversiteits communicatie worden handreikingen gedaan over de manier waarop de soci aal werker vorm kan geven aan de interactie met deze uiteenlopende cliënten. In de tweede plaats wordt gekeken naar de invloed die de overgang van de verzorgingsstaat naar de participatiesamenleving heeft op de interactie tussen hulpverlener en cliënt. Op basis van deze twee begrippen, diversiteit en de participatiesamenleving, wordt een voorstel gedaan over wat er besproken kan worden tussen sociaal werker en cliënt en hoe dit het beste gedaan kan worden. Daarbij wordt een beperkt aantal methoden besproken die passen in de nieuwe werkwijze van de sociaal werker. Hoofdstuk 8 Voorlichting, preventie en psycho-educatie behandelt verschillende middelen die de sociaal werker heeft om het gedrag van cliënten te beïnvloeden zodat een betere gezondheid bevorderd wordt. Er wordt ingegaan op voorlich ting, preventie en psycho-educatie als middelen om de levensstijl van mensen gezonder te laten zijn, om te zorgen dat de gevolgen van ziekte beperkt blijven of omde cliënt om te leren gaanmet tegenspoed op het gebied van de gezondheid. Veranderingen hebben baat bij aansluiting op de eigen centrale uitgangs punten. Intrinsieke motivatie bevordert gedragsverandering. In hoofdstuk 8 worden de kenmerken van motivatietheorieën besproken, evenals de methode motiverende gespreksvoering en de oplossingsgerichte begeleiding.
18
Leeswijzer
DEEL 1
Een verkenning
19
20
Hoofdstuk 1 Gezondheid en welzijn
1.1 Inleiding 1.2 Verschillende perspectieven op gezondheid 1.3 Ontwikkelingen in het sociale domein
1.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een eerste idee van wat gezondheid is en hoe wij er in dit boek naar kijken. De rol van de sociaal werker hierbij wordt in algemene zin geduid. Deze algemene schets wordt verder in het boek uitgewerkt. De begrippen die je tegenkomt in dit hoofdstuk worden toegelicht in de verschillende onderde len van dit boek. Gezondheid is een groot goed. Daar is iedereen het over eens. Het is een van de pijlers van ons geluk en bepaalt sterk de kwaliteit van leven die we ervaren. We hebben er vele miljarden voor over, in 2016 zelfs zo’n veertien procent van het bruto nationaal product (bnp).
Opdracht 1.1 • Heb je zelf weleens een ziekte gehad? • Welke aard had de ziekte? Was die van lichamelijke of psychische aard
of speelde sociaal disfunctioneren een rol? • Hoe verklaar je het ontstaan van de ziekte? • Wat heb je gedaan om de ziekte te verhelpen?
• Welke impact heeft de ziekte gehad op je leven en op de mate waarin je deel kon nemen aan de samenleving? Welke dingen kon je niet meer of moeilijker? Had de ziekte ook positieve gevolgen?
Door opdracht 1.1 krijg je een eerste idee van je eigen visie op gezondheid. Maar wat is nou gezondheid? Kunnen we er wel iets algemeens over zeggen of is het daar te individueel voor? Wanneer voelen we ons gezond of, nog anders, wan neer weten we dat we gezond zijn? En is deze gezondheidsbeleving of kennis van onszelf voldoende om te bepalen of we gezond zijn of is het zo dat anderen daar ook iets over te zeggen hebben? Bepaalt elke persoon voor zich of hij of
21
deel 1
Hoofdstuk 1 • Gezondheid en welzijn
zij gezond is of bepaalt ook de omgeving wie er gezond is of niet? Waar hangt gezondheid van af en mee samen? Is er een samenhang tussen lichamelijke en geestelijke gezondheid of zijn die twee domeinen gescheiden van elkaar? Alle maal vragen die relevant zijn als je je een beeld wilt vormen van de dilemma’s die spelen bij de bepaling van de inhoud van het begrip gezondheid. De begrippen ‘gezondheid’ en ‘ziekte’ zijn nauwmet elkaar verbonden. Hoe de verhouding tussen deze twee begrippen is, wordt in paragraaf 1.2, waarin ver schillende perspectieven op gezondheid besproken worden, verhelderd. De be spiegelingenover de diverse definities zeggen echter niets over demanier waarop we van ziekte naar gezondheid kunnen bewegen – en dus over welke vormen van genezing we na kunnen streven – en over welke principes ten grondslag liggen aan de verschillende mogelijke gezondheidsinterventies. Hier gaan we later in het boek op in. In paragraaf 2.4, over reguliere en alternatieve gezondheidszorg, worden deze principes en de manier van werken die bij deze principes past, toe gelicht. In hoofdstuk 4 kun je lezen wie er zoal werkzaam zijn in de gezondheids zorg en op welk deel van de geneeswijze deze gezondheidswerkers zich richten.
1.2 Verschillende perspectieven op gezondheid
Casus: Carlitos Op tweejarige leeftijd wordt de Boliviaanse wees Carlitos geadopteerd door een Neder lands gezin. Vanaf het begin is hij afhou dend in het contact, hij kan zich moeilijk binden aan beide ouders. Helaas was er bij de adoptie geen aandacht geweest voor de ziekte die hij tijdens zijn eerste levensjaar had gehad. Hij had hoge koorts, maar ge lukkig verdwenen de klachten na een tijd je. Tijdens de adoptie is dit niet expliciet besproken en er is toen geen kinddossier overgedragen. Carlitos had moeite met lopen en speelde weinig met zijn leeftijdsgenoten. Na ver schillende bezoeken aan de huisarts werd Carlitos onderzocht door de orthopeed en de neuroloog. Die stelde uiteindelijk de
diagnose dat hij poliomyelitis moet hebben opgelopen in zijn geboorteland. In Neder land is het een zo goed als uitgeroeide kin derziekte, die helaas in de afgelegen gebie den in Zuid-Amerika nog voorkomt. Carlitos is inmiddels 25 jaar en ziet dat hij veel kansen gemist heeft op een goede op leiding en dat hij wat apart staat in de sa menleving. Hij heeft een moeilijke jeugd ge had, zat vaak niet goed in zijn vel en maakte achteraf gezien de verkeerde keuzes op het gebied van zijn ontwikkeling en de vrienden die hij had. Hij verdiende wat bij in de kleine criminaliteit, door bijvoorbeeld fietsen en telefoons te verhandelen. Gelukkig heeft hij sinds kort een vriendin, Jeanet, die hem erg stimuleert. Hij ziet weer mogelijkheden voor een betere toekomst.
De casus van Carlitos helpt ons om de verschillende perspectieven op gezond heid te leren kennen en toe te passen. We kijken naar drie perspectieven: • ‘gezondheid is niet ziek zijn’;
• de WHO-definitie van gezondheid; • positieve gezondheid volgens Huber.
22
1.2 Verschillende perspectieven op gezondheid
1.2.1 Gezondheid is niet ziek zijn
Een eenvoudige definitie is dat gezondheid niet ziek zijn is, als het ene er niet is dan is het andere er. Twee zijden van dezelfde medaille.
Opdracht 1.2a Carlitos meldt zich bij jou als sociaal werker om de last die hij nog ondervindt uit zijn enigszins getroebleerde jeugd met je te bespreken. Hij wil de kansen op een gelukkige relatie met zijn nieuwe vriendin vergroten. • Wat is poliomyelitis? – – Wat is de oorzaak van deze ziekte?
– – Wat zijn de kenmerken op korte termijn? – – Wat zijn de gevolgen op lange termijn? – – Waarom komt het in Nederland niet meer voor?
• Wat zou je met Carlitos willen bespreken als je kijkt vanuit het perspectief van de tegenstelling tussen gezondheid en ziekte? • Zou je iets aan de hiervoor gegeven definitie willen veranderen? 1.2.2 WHO-definitie van gezondheid
In 1948 is gezondheid door de World Health Organization (WHO) gedefinieerd. Deze definitie zou voor alle mensen overal in de wereld gelden, onafhankelijk van diversiteitskenmerken, van verschillen in sociaaleconomische status (SES), van de cultuur, van religieuze overtuigingen of andere elementen die van in vloed zijn op gezondheid. De WHO beschrijft gezondheid als volgt:
Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekte of gebrek.
De definitie is een belangrijke markering in de geschiedenis. Drie elementen worden onderscheiden: het lichamelijke, het geestelijke en het sociale. Om ge zond te zijn moeten we ons lichamelijk en geestelijk goed voelen en lid zijn van een groter geheel waarin we gedijen. Door het welbevinden voorop te stellen ligt de nadruk op het individuele in plaats van het collectieve. Het is immers elk mens zelf die bepaalt of hij zich goed voelt.
In de loop van de jaren is er kritiek ontstaan op de definitie. De kritiek gaat in op vijf aspecten.
1 Het idealistische karakter van de definitie De definitie is idealistisch van aard, geheel passend bij de tijd net na de Tweede Wereldoorlog. Is het wel mogelijk om volledig gezond te zijn? Als je last hebt van een wrat op je voet, van een lichte gedeprimeerdheid in de winter of van ruzie met je buren, ben je dan wel gezond? Moeten we ernaar
23
deel 1
Hoofdstuk 1 • Gezondheid en welzijn
streven om alle ongemakken die het welbevinden in de weg staan te elimi neren, zoals de definitie suggereert?
2 De stimulans tot medicalisering De definitie stimuleert het medisch handelen en de daarbij horende me dicalisering, waarbij het menselijk bestaan in toenemende mate bekeken wordt vanuit de begrippen gezondheid en ziekte. 3 Het statische karakter van gezondheid Een ander nadeel van de definitie is het statische karakter dat in het woord ‘toestand’ verwoord is. Je kunt je op het ene moment gezond voelen en iets later niet meer, omdat er iets tegenzit waar je moeite mee hebt. Je voelt je dan bijvoorbeeld gedeprimeerd (psychisch onwelbevinden). Je kunt ook meer last krijgen van pijn die je voelt (lichamelijk onwelbevinden) of ruzie krijgen met iemand van wie je houdt (sociaal onwelbevinden). 4 De scheiding van het lichamelijke, het psychische en het sociale De definitie onderscheidt en scheidt het lichamelijke, het psychische en het sociale. Daarmee volgt deze sterk het cartesiaanse dualisme, waarin geest en lichaam gescheiden zijn. Deze scheiding heeft het medische denken erg beïnvloed en is nog steeds terug te zien bij veel werkers in de gezondheids zorg (zie ook paragraaf 2.4.2). We weten echter uit eigen ervaring dat er een samenhang is tussen het lichamelijke, het psychische en het sociale. Zo kunnen problemen in het contact met mensen met wie je veel omgaat hoofdpijn opleveren, kan te hard werken een gespannen lijf, stramme spie ren en hoofdpijnklachten veroorzaken en kan lichamelijke beweging of lek ker eten met anderen zorgen voor het gevoel beter in je vel te zitten. Deze samenhang tussen het lichamelijke, het psychische en het sociale wordt ondersteund door vele onderzoeken die de complexe relatie tussen de verschillende domeinen bespreken. Zo wordt het immuunsysteem (licha melijk) beïnvloed door stress (psychisch), kan een placebo de lichamelijke prestaties verhogen en blijkt het structureel met plezier samen eten (soci aal) bij een onderzoeksgroep tot een lager risico op hart- en vaatziekten te leiden. Meer en meer is de gezondheidszorg doordrongen van deze samenhang en zie je deze holistische tendensen (de mens wordt als geheel gezien) terug in demanier waarop omgegaan wordt met klachten van cliënten en de samen werking tussen professionals. 5 De verhouding tussen het individuele en collectieve aspect van gezond heidsbepaling De nadruk op het welbevinden legt de bepaling van gezond zijn of je gezond voelen sterk bij het individu. De collectieve bepaling van wat gezondheid
24
1.2 Verschillende perspectieven op gezondheid
is, dus wat we er met zijn allen van vinden, blijft bij de definitie van de WHO buiten beschouwing. In de praktijk spelen deze twee elementen echter al tijd beide een rol. Het is immers de werknemer die zich ziek kan melden, maar de arts en vervolgens de werkomgeving die een uitspraak doet over de rechtmatigheid hiervan. Ook al voelt een cliënt zich altijd moe, zoals bij het chronischevermoeidheidssyndroom, het is toch aan de verzekeraar om criteria op te stellen over de erkenning van de klachten en te bepalen of de werknemer recht heeft op een uitkering vanuit de ziektewet of arbeidson geschiktheidswet. Het individu en het collectief waarin het individu functio neert zijn voortdurend in dialoog over ziekte en gezondheid. In het Engels worden voor de duiding van ziekte dan ook drie termen gebruikt: illness , sickness en disease . Illness geeft het gezondheidsperspectief van de cli ënt aan (het individuele lekenperspectief), disease is de duiding die een arts geeft aan de ziekte (het specialistische perspectief) en sickness staat voor het ziektegedrag van de cliënt (het sociale aspect). In dit boek gaan we uit van deze drie verschillende perspectieven. We bespreken de drie perspectieven op ge zondheid uitgebreid in paragraaf 6.3.3. In hoofdstuk 7 bespreken we de bete kenis van deze drie perspectieven voor de interactie met de cliënt en met de gezondheidswerkers waar de sociaal werker mee samenwerkt. Door deze, onzes inziens terechte, kritiek is de definitie van de WHO onder druk komen te staan en past deze steeds slechter bij de praktijk van de gezondheids zorg. Behalve de genoemde kritiek speelt ook de veranderende samenleving een rol in de herbezinning op wat gezondheid is en wat het bepaalt. Belangrijk hierbij zijn het toegenomen welvaartsniveau, de daardoor veranderde levens stijl en de veranderde prevalentie en incidentie van ziekten. Bij de totstandko ming van de WHO-definitie waren infecties en traumata grote gezondheidsbe dreigers. Door de komst van goede antibiotica en aandacht voor preventie en veiligheid zijn deze ziekteoorzaken grotendeels teruggedrongen. De toenemen de dubbele vergrijzing (meer ouderen die steeds ouder worden, zie ook para graaf 2.1.1) en een sterke toename van de hoeveelheid chronische ziekten (zie paragraaf 2.1.2) en welvaartsziekten zijn nu de nieuwe gezondheidsbedreigers.
Opdracht 1.2b Carlitos meldt zich bij jou als sociaal werker om de last die hij nog ondervindt uit zijn enigszins getroebleerde jeugd met je te bespreken. Hij wil de kansen op een gelukkige relatie met zijn nieuwe vriendin vergroten. • Wat zou je met Carlitos willen bespreken als je kijkt vanuit het perspectief van de definitie die de WHO geeft voor gezondheid? • Is er een verschil in de onderwerpen die je wilt bespreken als je je antwoord vergelijkt met je antwoord bij opdracht 1.2a?
25
deel 1
Hoofdstuk 1 • Gezondheid en welzijn
1.2.3 ‘Positieve gezondheid’ volgens Huber Terwijl de gezondheidszorg nog steeds voornamelijk ingericht is volgens een analytische en op ziekte gerichte manier van kijken en handelen – de meeste gezondheidswerkers kijken naar en behandelen een deel van de mens – zetten de in paragraaf 1.2.2 genoemde kritiekpunten en de veranderde omstandighe den aan tot een herbezinning op de begrippen ‘gezondheid’ en ‘ziekte’. Tot nu toe is er vooral gesproken over factoren die te maken hebben met ge zondheid en ziekte zelf. Dat is echter een zeer beperkte focus. De genoemde veranderingen van levensstijl, de veroudering en de toename van het aantal chronisch zieken maken de gezondheidszorg erg duur en volgens de meeste politieke partijen onbetaalbaar bij voortzetting van het voorzieningenniveau dat we kennen. De ombouw van de verzorgingsstaat naar de participatie samenleving is een van de manieren om duurzaam een acceptabel niveau van zorg te garanderen. Dit betekent een andere manier van kijken naar verant woordelijkheid, naar de verhouding tussen het individuele en het collectieve, naar het gebruik van de medische voorzieningen en daarmee naar de eisen die gesteld worden aan de burger. Al deze factoren bij elkaar maken dat we anders naar gezondheid, en dus ziekte, en de omgang met tegenspoed gaan kijken. Huber, van oorsprong huis arts en onderzoeker, heeft dit nieuwe perspectief vormgegeven in het begrip ‘positieve gezondheid’. Zij beschrijft gezondheid als volgt: ‘Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’ (Huber, 2014). Wereldwijd zien we een toename van de levensverwachting. Langer leven be tekent ook om kunnen gaan met wat zich in dat leven aandient. Dat kunnen mooie dingen zijn, zoals onderdeel zijn van een fijn gezin, het hebben van een vervullend beroep of van inspirerende vriendschappen, maar ook moeilijke dingen, zoals de dood van een naaste, ontslag uit een werkomgeving, een situ atie van financiële tegenslag of een ziekte. Je aanpassen aan wat zich aandient in het leven, erop reageren met veerkracht zodat je weer op- of terugveert als het tegenzit, het nemen van eigen regie daarbij zodat er sprake is van een grote re zelfredzaamheid en gebruikmaken van het eigen netwerk zodat je geholpen wordt door hen die je nabij zijn, zijn acties die passen bij deze nieuwe definitie. De vaardigheden die hiervoor nodig zijn komen overeen met de eisen die de veranderende voorzieningen in de participatiesamenleving aan burgers stellen. De verantwoordelijkheid komt meer bij de burger zelf te liggen en de professi onele opvang wordt pas ingezet als de burger zelf, met hulp van zijn omgeving, zo veel mogelijk gedaan heeft. Dit is een activerende verandering en tegelijkertijd voor sommigen zo’n ster ke eis dat het de vraag is of iedereen hier wel toe in staat zal zijn. In hoofdstuk 5
26
1.2 Verschillende perspectieven op gezondheid
Kanttekeningen bij de veranderingen worden de dilemma’s die met de verande ringen samenhangen verder uitgewerkt.
Huber spreekt van ‘fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’. Haar model laat echter een nog brederemanier van kijken zien. Huber benoemt zes pijlers van gezondheid: 1 lichaamsfuncties 2 mentaal welbevinden 3 zingeving 4 kwaliteit van leven 5 sociaal-maatschappelijk participeren (meedoen) 6 dagelijks functioneren De dimensies kunnen uitgezet worden in een spinnenwebdiagram, waardoor er een overzicht ontstaat van de brede waaier van elementen die de gezondheid van cliënten beïnvloeden. In het schema na de figuur zie je een toelichting op de zes pijlers van gezondheid.
start
LICHAAMSFUNCTIES
1 maand 2 maanden 3 maanden
DAGELIJKS FUNCTIONEREN
MENTAAL WELBEVINDEN
SOCIAAL MAATSCHAPPELIJK PARTICIPEREN
ZINGEVING
KWALITEIT VAN LEVEN
Figuur 1.1 Zes pijlers van positieve gezondheid (Huber, 2014, bewerkt door Van Vliet, Grotendorst & Roodbol, 2016)
27
deel 1
Hoofdstuk 1 • Gezondheid en welzijn
Lichaamsfuncties
Mentaal welbevinden • cognitief functioneren • emotionele toestand
Zingeving
• zingeving, ‘meaningfulness’ • doelen of idealen nastreven • toekomstperspectief • acceptatie
• medische feiten • medische waarnemingen • ervaren gezondheid • lichamelijk functioneren • klachten en pijn • energie
• eigenwaarde en zelfrespect • gevoel controle te hebben, ‘manageability’ • zelfmanagement en eigen regie • veerkracht, ‘resilience’ • je situatie begrijpen, ‘comprehensibility’ Sociaal-maatschappelijk participeren • sociale en communicatieve vaardigheden • sociale contacten • betekenisvolle relaties • geaccepteerd worden • maatschappelijke betrok kenheid • betekenisvol werk
Kwaliteit van leven
Dagelijks functioneren
• basis algemene dagelijkse levensverrichtingen (adl) • instrumentele adl • werkvermogen • gezondheidsvaardigheden
• kwaliteit van leven, welbe vinden • geluk beleven • genieten
• ervaren gezondheid • lekker in je vel zitten • levenslust • balans
Het spinnenwebdiagramover positieve gezondheid kan als een gespreksinstru ment gebruikt worden. De cliënt geeft een rapportcijfer aan zijn tevredenheid op de zes assen. Hiermee ontstaat een gezondheidsoppervlak. De cliënt kan dan aangeven op welk punt hij iets zou willen verbeteren om het oppervlak te vergroten. Na het maken van een actieplan kan de cliënt, al dan niet met hulp, aan de slag om dingen te veranderen waarvan hij verwacht dat ze een posi tieve bijdrage zullen leveren aan de eigen ervaring van de gezondheid. In het getoonde spinnenweb is dit zichtbaar gemaakt door drie lijnen te tonen die het resultaat laten zien na een, twee en drie maanden. Het scoringsinstrument is, bij het ter perse gaan vandit boek, nog in ontwikke ling en er wordt gewerkt aan een groter draagvlak binnen de gezondheidszorg, zie ipositivehealth.com. Het vergt een grote omslag, die Huber zelf beschrijft als een paradigmashift (een dramatisch ander beeld van de werkelijkheid). Het is bekend dat zo’n grote verandering niet zonder slag of stoot tot stand komt en er zal nog veel water door de Rijn stromen voordat de gezondheidszorg de nieuwe visie omarmt. Het model van de positieve gezondheid is niet zo idealistisch als de definitie van de WHO, omdat het niet stelt dat iemand pas gezond is wanneer ziekte af wezig is. Het accepteert de pech die ons soms ten deel valt en stelt het ermee omgaan voorop. Het gaat de verdere medicalisering tegen, omdat tegenspoed minder medisch geduid wordt en het vermogen tot aanpassing en voeren van
28
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker