Marcel Spierts, Ard Sprinkhuizen, Margot Scholte, Marc Hoijtink, Ed de Jonge en Lia van Doorn - De brede basis van het sociaal werk

helpt in zijn sociaal functioneren en aspiraties. In plaats van denken in gevallen, richt sociaal werk zich op concrete personen en op hun directe omgeving. Deze ommekeer, die ik de essentie van de transformatie zou willen noemen, vraagt nieuwe werkwijzen en nieuwe inschattingen van wat nodig is. We zullen jaren nodig hebben om de omslag van denken in gevallen, categorieën en voor geschreven handelingen om te zetten in ondersteunende en meedenkende aan pakken, zonder te vervallen in willekeur. Sociaal werkers zijn immers gehouden aan inzichtelijke rechtvaardiging van hun professioneel handelen. De transformatie beoogt het te sterke accent op institutionalisering en medi calisering te verleggen naar ‘socialisering’. Dat houdt voor mij drie zaken in. Ten eerste zoeken sociaal werkers in de persoon en zijn omgeving, in de buurt, in de groep, de kerk, de school, de sportvereniging, naar wat daar aan krachten, moge lijkheden en bronnen aanwezig zijn en proberen die vrij te maken. Ten tweede betekent het dat sociaal werkers bij complexe problemen samenwerken met di verse andere professionals, het informele netwerk en de persoon of personen in kwestie. Ten derde verschuift het perspectief van therapeutiseren en individuali seren naar normaliseren, activeren en inbedden. De eigen waarde van sociaal werk Sociaal werk is een waardevol en waardegebonden beroep. Het waardevolle ligt in zijn aansluiting op een essentieel probleem van de huidige samenleving: het probleem van een plek vinden, zich handhaven in een onoverzichtelijke wereld en zich verbinden met anderen. De centrale waarde van sociaal werk is volgens de internationale definitie van ‘social work’ sociale rechtvaardigheid. Dat werd in het maatschappelijk werk zo mooi vertaald in ‘ieder tot zijn recht laten komen’. Het is het recht ommee te doen, op toegang en een fatsoenlijke levensstandaard, ook in materiële zin. Het is ook een streven dat een kind tot zijn recht komt in zijn gezin en school. Dat een mens tot zijn recht komt op de werkplek, in zijn vrije tijd, in zijn relaties. Dat een persoon met ernstige en chronische stoornissen of beperkingen op zijn manier ook medeburger is. Dat een mens niet gecatego riseerd wordt: ingedeeld in een psychiatrisch of pedagogisch of maatschappelijk hokje. Die spanning tussen gelijkheid voor systemen, gevallen tot categorieën ma ken met gelijke aanpakken en bewezen methodes enerzijds en het mensen tot hun recht laten komen door ondersteuning te bieden bij het socialiseren ander zijds is voelbaar in de praktijk van het sociaal werk. De sociaal werker zoekt naar de inpassing van de burgers in het grotere geheel. Maar kijkt ook scherp hoe het grotere geheel, de instituties, de samenleving, ‘het systeem’ aangepast kan raken aan de wensen, noden en kansen van burgers.

Made with FlippingBook - Online catalogs