Marcel Spierts, Ard Sprinkhuizen, Margot Scholte, Marc Hoijtink, Ed de Jonge en Lia van Doorn - De brede basis van het sociaal werk

De brede basis van het sociaal werk

social group work en community development . Met deze indeling bouwen we zowel voort op de ‘traditie’ van het sociaal werk als op ‘moderne’ onderscheidingen. Zo hanteren de bacheloropleidingen sociaal werk in Nederland een vergelijkbare indeling (Landelijk Opleidingsdocument Sociaal Werk, 2017): mensen en hun primaire leefomgeving (individuen, gezinnen en andere samenlevingsverban den); mensen en hun netwerken (groepen, subculturen, enzovoort); mensen en hun gemeenschappen (community’s, buurten en wijken). In de hoofstukken in de delen II tot en met IV worden telkens kritische beroepssituaties beschreven in het desbetreffende domein. Doel is om aankomende professionals een her kenbare indeling te bieden (social casework, social group work en community development/community work) en tegelijkertijd duidelijk te maken dat deze in deling in de praktijk ‘vloeibaar’ is. Deze ontwikkeling vraagt van hedendaagse sociaal werkers dat ze kennisnemen van alle drie de terreinen. Deel II bestaat uit drie hoofdstukken waarin aandacht besteed wordt aan praktijken en methoden met een lange traditie in het sociaal werk, onder andere de hulp en ondersteuning aan individuen en gezinnen (social casework) die werd geïntroduceerd door Marie Kamphuis, de grande dame van het maatschappelijk werk. In de hoofdstukken 5 tot en met 7 bespreken we verschillende leefgebie den van mensen, de opkomst van outreachend werken, gezinslogica’s, veerkracht en kwetsbaarheid, preventie, armoede en het belang van balanceren tussen ver schillende perspectieven, belangen en behoeften. In deel III staat het werken met groepen centraal (social group work). Mede als gevolg van een grotere nadruk in beleid op maatschappelijke participa tie neemt binnen het sociaal werk de belangstelling voor groepswerk weer toe. Groepswerk geeft de mogelijkheid om het werken aan individuele ontwikkeling te combineren met collectieve aanpakken op het niveau van buurt, wijk en dorp. Groepswerk biedt ruimte voor het delen van ervaringen en het zoeken naar ge meenschappelijke oplossingen. In de hoofdstukken 8 tot en met 11 komt het werken met specifieke groepen aan bod, zoals jongeren en ouderen. Ook het cre ëren van leeromgevingen, leefgroepen, informele groepen, burgerinitiatieven, beschermd wonen en het werken met woonvormen in zelfbeheer passeren hier de revue. Deel IV zoomt in op interventies in wijken, buurten en gemeenschappen (community development en community work ). Sociaal werk heeft een lange tra ditie in het werken aan een stabiele en veerkrachtige samenleving. In dit deel staat de hernieuwde aandacht voor samenlevingsopbouw centraal en de beteke nis van collectieve interventies voor individuele hulpverlening en ondersteuning. Aan de orde komen onder meer de zogenoemde ABCD-methodiek, door be woners gestuurde wijkontwikkeling, en de opleving van het diaconaal werk van kerken bij de bestrijding van armoede, de rol van moskeeën bij de integratie van jongeren en de bredere civil society .

22

Made with FlippingBook - Online catalogs