Harry Paus, Adri van den Brand e.a. - Portaal

1.2 Visies

worden door bijvoorbeeld de opbouw van de tekst, de structuur van zinnen en het woordgebruik aan te passen. De uitgangspunten van deze benadering zijn ook terug te vinden in de wijze waarop leerlingen zakelijke teksten leren schrijven. Daarvoor wordt gebruikge maakt van voorbeeldteksten die samen met de leerlingen geanalyseerd worden op specifieke genrekenmerken, bijvoorbeeld die van een historiografische tekst (Van Norden, 2014). De teksten die leerlingen zelf schrijven, worden gelezen en bespro ken. Strategisch taalonderwijs Het strategisch taalonderwijs is gebaseerd op de visie dat leerlingen voor het uit voeren van communicatieve taken strategieën moeten leren beheersen. In het taalonderwijs worden de belangrijkste strategieën uitgelegd, gedefinieerd en aan geleerd. Bij begrijpend lezen betekent dit dat leerlingen strategieën leren om bij voorbeeld de hoofdgedachte uit een tekst te halen. Leerlingen krijgen procedures aangereikt, bijvoorbeeld in de vorm van een stappenplan, die ze kunnen volgen om iets te doen (een brief schrijven, een tekst lezen). Een voordeel hiervan is dat leerlingen de beschikking krijgen over een middel om greep op de taal te krijgen. Een nadeel is dat de leerkracht de procedures gemak kelijk te rigide gebruikt of laat gebruiken en steeds weer hetzelfde stappenplan laat toepassen, wat de leerlingen mogelijk snel vervelend gaan vinden. Strategieën wor den dan een doel op zich in plaats van een middel om de tekst te begrijpen of een tekst te schrijven. Strategisch taalonderwijs is in het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw populair geworden. Taakgericht taalonderwijs Taakgericht taalonderwijs gaat uit van het idee dat leerlingen niet alleen een taal leren óm er taken mee te kunnen uitvoeren, maar dat ze taal leren juist ook dóór zulke taken uit te voeren. In deze visie vindt onderwijs plaats vanuit taken die leer lingen zelf inhoudelijk interessant vinden. Het vertrekpunt is de inhoud, maar in de taak die leerlingen krijgen, is een zodanige ‘kloof ’ ingebouwd dat er taal nodig is om de taak tot een goed einde te brengen. Linsen en Timmermans (2002) verwoor den dat als volgt: ‘Het is noodzakelijk dat leerlingen geconfronteerd worden met dingen die ze eigenlijk nog niet kunnen, met een uitdaging waar ze eventjes mee moeten worstelen, anders leren ze weinig bij.’ Er is dus een kloof tussen wat de leerlingen aan taalvaardigheid bezitten en wat ze nodig hebben om de taak tot een goed einde te kunnen brengen (Van den Branden & Kuiken, 1997). De bedoeling van taakgericht taalonderwijs is dat leer lingen gemotiveerd genoeg zijn om die kloof te overbruggen en al doende in in teractie met anderen taalvaardiger worden. Want, zo zeggen aanhangers van deze

31

Made with FlippingBook - Online magazine maker