John Bassant en Marianne Bassant-Hensen (red.) - Mensenwerk

1.2 Sociaal werk

met de genoemde risico’s en valkuilen, een goed bruikbare indeling voor de eerste ken nismaking met sociaal werk.

1.2 Sociaal werk De kern van sociaal werk is het bevorderen en ondersteunen van de zelfredzaamheid van mensen, ook als dat moeilijk is vanwege lichamelijke of verstandelijke beperkingen, psy chiatrische of psychosociale problemen of armoede. Daarbij zal in de eerste plaats een beroep gedaan worden op de eigen mogelijkheden van mensen en hun sociale netwerk. Iedereen is in principe verantwoordelijk voor het eigen welzijn en kan pas, als hij vanuit zijn omgeving niet meer de noodzakelijk hulp en steun kan krijgen, een beroep doen op door de overheid gefinancierde professionele hulp. Dat wil overigens niet zeggen dat de sociaal werker pas in actie komt als het misgaat. Hij heeft ook een taak bij het voorko men van problemen. Preventie is een wezenlijk onderdeel van het sociaal werk. Het werkgebied van sociaal werk betreft alle leefgebieden – wonen, werk/school, vrije tijd, sociale relaties en gezondheid – in samenhang met elkaar. Het gaat dus om het bieden van ondersteuning in situaties in het dagelijks leven. Daarom dient de hulp zo veel en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving van de cliënt plaats te vinden. De Wet maatschappelijke ondersteuning van 2015, de Jeugdwet en ook de Participa tiewet geven voor het sociaal werk een duidelijk inhoudelijk en organisatorisch kader. In de verschillende hoofdstukken hierna zal dit kader concreet uitgewerkt worden voor de betreffende doelgroep. Sociaal werk kent volgens de Wmo een zekere gelaagdheid. De Gezondheidsraad (2014) stelt in zijn rapport Sociaal werk op solide basis dat in het sociaal werk drie ‘velden’ on derscheiden kunnen worden: 1 Het activeren van de kracht van burgers en samenleving. Je kunt hierbij denken aan het ondersteunen van initiatieven van buurtbewoners, mantelzorgers en preventieve voorzieningen. 2 Individuele ondersteuning van individuen door professionals, zowel tijdelijk als lang durig indien noodzakelijk (bijvoorbeeld bij chronische problematiek). Dit gebeurt in toenemende mate door multidisciplinaire wijkteams, waar sociaal werkers deel van uitmaken. 3 Complexe en langdurige ondersteuning. Nu vindt deze ondersteuning nog veelal buiten de eigen leefomgeving van de cliënt plaats, maar deze zal evenals de onder 1) en 2) aangeduide activiteiten zo veel moge lijk in de eigen leefomgeving van de betrokkenen plaats moeten gaan vinden.

Bij het activeren van de kracht van burgers en samenleving hebben sociaal werkers voor al een stimulerende en faciliterende taak. De burgers kunnen het zelf, maar moeten ertoe

17

Made with FlippingBook Digital Publishing Software