Herman Blom en Siep van der Werf - Migranten in de Nederlandse samenleving

1.6  Push- en pullfactoren, migratiemotieven

behandelen we in hoofdstuk 2. Tussen gezinsmigratie en economische mi gratie bestaat een samenhang. ■■ Arbeidsmigratie : op zoek naar werk. Deze vorm van migratie overlapt met economische migratie, maar neemt daarvan waarschijnlijk slechts een be scheiden deel in beslag. Immers, arbeidsmigratie vooronderstelt een realis tische kans op werk. Veel migranten, zo niet de meeste, brengen daarvoor echter niet de gewenste kwalificaties mee, noch talig, noch professioneel (zie hoofdstuk 6). Zij zullen op zoek naar werk daarom voorlopig op ‘zwart’ wer ken aangewezen zijn totdat ze over de benodigde kwalificaties beschikken. ■■ Studiemigratie : voor een studie in het buitenland. ■■ Postkoloniale migratie : het vertrekken naar het land van de vroegere kolo nisator, waarbij het zal gaan om combinaties van arbeidsmigratie, gezinsmi gratie, studiemigratie en economische migratie (uitkeringen). ■■ Asielmigratie : op de vlucht voor vervolging of een crisissituatie. ■■ Economische migratie : speelt een grote rol, al wordt deze vorm in beleids documenten niet als zodanig benoemd en ligt het politiek gevoelig om mi gratie terug te voeren op de aantrekkelijkheid van de bestaanszekerheid en veiligheid in Nederland. Immers, met een verblijfsstatus in Nederland gaan een sociale huurwoning, een uitkering, recht op AOW-opbouw en tal van toeslagen gepaard. Bovendien is daarmee voor kinderen de toegang tot het Nederlandse onderwijssysteem gegarandeerd. In het publieke debat wordt in dit verband ook het discutabele begrip ‘gelukszoeker’ gebruikt. Mag je migranten verwijten dat zij hun geluk nastreven? In ieder geval zijn het de slechte omstandigheden in het eigen land die als het ware ‘pushen’ in de richting van vertrek naar een land dat meer bestaanszekerheid biedt. Als pullfactor kan daarom de Nederlandse verzorgingsstaat worden genoemd en hiermee samenhangend het Nederlandse toelatingsbeleid , dat in vergelijking met dat in de klassieke migratielanden Canada, de Verenigde Staten en Austra lië en de landen van Oost- en Zuid-Europa weinig restrictief is. Andere pullfac toren zijn: ■■ De aanwezigheid van migranten met dezelfde herkomst. Vaak sluiten mi granten aan bij leden van de eigen familie, clan of etnische groep; dit wordt ketenmigratie genoemd. ■■ Taal- en cultuurverwantschap (zo wonen er veel Duitsers in Nederland). ■■ Toegankelijk hoger onderwijs: studenten uit de hele wereld vinden in Ne derland een goed en goedkoop onderwijssysteem in een vaak Engelstali ge omgeving. Veel Engelse studenten komen naar Nederland vanwege de lage inschrijfgelden en de lagere kosten van levensonderhoud. Veel Duitse studenten komen naar Nederland omdat ze in Duitsland geen studieplek hebben gekregen. Duitse universiteiten nemen slechts een beperkt aantal studenten aan en daarbij wordt voornamelijk op cijfers geselecteerd. In Ne-

39

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online