Herman Veenker, Henderien Steenbeek, Marijn van Dijk en Paul van Geert - Talentgerichte ontwikkeling op de basisschool

1 Achtergronden van een dynamische visie op leren en ontwikkeling

Pas in deze laatste fase komen het abstract denken, het logisch denken en het hypothetisch redeneren tot ontwikkeling. De betekenis van de stadiumtheorie van Piaget is onder andere dat hij met de dynamiek van assimilatie en accommodatie heeft laten zien dat een kind niet functioneert op één niveau maar op meerdere niveaus tegelijkertijd, af hankelijk van de context. Dit sluit aan bij het begrip variabiliteit dat in paragraaf 2.2 wordt behandeld, namelijk dat bepaald, specifiek gedrag binnen eenzelfde kind – bijvoorbeeld van dag tot dag of zelfs binnen een dag – sterk kan variëren. In de paragrafen 6.4.1 en 6.4.3 wordt uitgelegd dat het zien van deze variatie voor de leerkracht erg belangrijke informatie bevat voor het handelen in de klas of groep. Een belangrijk gevolg van deze theorie is dat het de veelgehoorde opvat ting tegenspreekt dat een kind op één bepaald, diagnosticeerbaar ontwikke lingsniveau zit, en dat je binnen dat niveau moet handelen. ā ā Om te beginnen zien we hier een uitwerking van begeleid ontdekkend le ren (guided discovery learning). De leerkracht legt aan Wesley een echte, realistische taak voor. Hij geeft Wesley veel ruimte om een specifieke vraag te beantwoorden: ‘Wat denk je dat er gebeurt?’ Deze vraag is open, omdat ieder antwoord goed is en belangrijke input voor de volwassene is om op door te gaan met een volgende vraag of met informatie. Tegelijkertijd is de vraag ook specifiek, omdat hij is gericht op een concrete handeling en op een concrete verwachting. ā ā Er wordt een experiment uitgevoerd, waarin een concept (luchtverplaat sing) uit het domein van wetenschap en techniek wordt onderzocht. ā ā De leerkracht creëert cognitieve conflicten, bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Ik duw hier hoor, ik heb niet daar geduwd.’ ā ā Door het cognitieve conflict ontstaat de behoefte aan een nieuw even wicht in de informatie. De lucht blijkt niet te worden teruggeduwd, want het ingedrukte spuitje gaat niet vanzelf weer terug, maar, anders dan ge dacht gaat het andere zuigertje naar buiten. Nu het assimileren niet lukt (de nieuwe kennis kan niet worden ingepast in de bestaande kennis, bijvoor beeld ‘iets wat duwt wordt teruggeduwd’) vindt accommodatie plaats: ‘het ademt’. Hiermee is de bestaande kennis uitgebreid en is een nieuw inzicht ontstaan, en ontstaat een equilibrium waarin oude en nieuwe kennis zijn geïntegreerd. Vanuit het cognitivisme laat het filmpje van Wesley de volgende kenmerken zien:

34

Made with FlippingBook Digital Publishing Software