Petra Verhagen - Kwaliteit met beleid
1.3 ■ Basisbegrippen
Tabel 1.1 Inputs, outputs, outcomes en impact wat je van plan bent te gaan doen de resultaten die je wilt bereiken inputs activiteiten outputs outcomes
impact
Maatschappe lijke effecten (al dan niet ge wenst) op de lange termijn. meer sociale cohesie, min der eenzaam heid, minder ziektekosten …
Effecten voor de deelnemers, tijdens of na het project. meer sociale contacten, meer vaardighe den …
Het meetbare resultaat van je project.
Alles wat je bin nen het project doet met de inputs om de doe len te bereiken. inkopen, mensen mobiliseren, pro motie verzorgen, uitnodigingen sturen, afspraken maken, ruimte inrichten … Draaiboek ma ken, materiaal
Middelen die je voor je project nodig hebt.
het aantal acti viteiten, work shops, gesprek ken, nieuwe vrijwilligers of leden …
Tijd, kennis, ruimte, techno logie, materiaal, geld, professio nals …
Maatschappe lijke verande ringen op de lange termijn
Zelfstandige naamwoorden
Werkwoorden Hoeveelheden Individuele en/ of maatschap pelijke veran deringen op de korte termijn
Zoals al eerder is opgemerkt hebben de genoemde ontwikkelingen in het sociale domein het formuleren van beleid en het werken aan kwaliteits verbetering bij organisaties die actief zijn in dat domein, sterk beïnvloed. Tijd om de aandacht nu te richten op het definiëren van de begrippen ‘be leid’ en ‘kwaliteit’. Daarna maak je kennis met de Plan-Do-Check-Act-cirkel (PDCA-cirkel) en met de begrippen ‘kwaliteitszorg’ en ‘lerende organisatie’. 1.3 Basisbegrippen De begrippen ‘beleid’ en ‘kwaliteit’ vertegenwoordigen twee manieren waarop je naar het primaire proces, de weg die de klant binnen een organi satie aflegt, kunt kijken. Bij ‘beleid’ staat de vraag centraal: doen we de goede dingen? Bij ‘kwali teit’ gaat het om de vraag: doen we de dingen goed? Het uiteindelijke doel is uiteraard dat in dat primaire proces de goede dingen goed worden gedaan.
25
Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online