Karin Potting - Personeelsmanagement nader becijferd

1  Prestatiemaatstaven voor een financieel gezonde en vitale organisatie

1.5.1 Financiële ratio’s Zowel in de private als in de publieke sector gebruiken managers ratio’s die iets zeggen over de zogenoemde liquiditeit en solvabiliteit (De Vries, 2016). De sol vabiliteit zegt iets over het vermogen van de organisatie om de schulden te be talen uit haar eigen bezittingen. Dit noem je ook wel weerstandsvermogen . De liquiditeit geeft aan of een organisatie op korte termijn in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen. Hiervoor vergelijk je de omvang van de kortlopende schulden met de omvang van de middelen die een organisatie op korte termijn zonder veel kosten kan omzetten in geld. Dit noem je ook wel vlottende activa. De zogenoemde liquiditeitsratio (L) bereken je als volgt: Hoe hoger de waarde van de liquiditeitsratio, des te gunstiger kan de liquiditeit worden beoordeeld. Een ruime liquiditeit hoeft echter niet altijd positief te wor den beoordeeld. Bij een ‘slim’ kasbeleid zal een organisatie er over het algemeen naar streven om niet te veel ‘geld’ in kas te houden, want kasgeld levert niet veel op. Een hoge liquiditeitswaarde zou kunnen betekenen dat de onderneming (tij delijk) geen investeringsmogelijkheden heeft, en dat het geld zich dus ophoopt. Ook zou een hoge liquiditeit kunnen wijzen op een soort van oorlogskas; het be drijf zou dan op zoek kunnen zijn naar een geschikte overnamekandidaat. Op basis van een liquiditeitskengetal is het lastig om te beoordelen of de or ganisatie, mocht deze niet meer in staat zijn om aan haar verplichtingen te vol doen, extra kredieten kan aantrekken. Hiervoor gebruik je dan vaak de solvabi liteitsratio; je vergelijkt hierbij het eigen vermogen van de organisatie (geld dat de organisatie niet meer hoeft terug te betalen of af te lossen) met het vreemde vermogen (geld dat de organisatie nog wel moet terugbetalen). Hoe meer ei gen vermogen een organisatie heeft, hoe gunstiger dit over het algemeen wordt beoordeeld: het weerstandsvermogen is hoger, dus de onderneming is beter in staat om verliezen op te vangen. voorzichtig versterken bouwers hun buffers ‘(…) De aantrekkende markt van vooral de woningbouwmaakt dat de Nederland se bouwbedrijven wat meer vet op de botten krijgen. Teerden de meeste bouwbe drijven tijdens de crisis in op hun weerstandsvermogen (de solvabiliteit), inmid dels weten de meeste bouwbedrijven hun eigen vermogen weer te versterken. Dit blijkt uit een vergelijking van het FD (Financieele Dagblad) van de solvabili teit van die Nederlandse bouwbedrijven die een omzet hebben van meer dan € 200 mln. De solvabiliteit geldt in de sector als een belangrijke maatstaf voor de financiële gezondheid. Liquiditeitsratio = vlottende activa / kortlopende schulden Solvabiliteitsratio = (eigen vermogen / vreemd vermogen) × 100%

44