Karin Potting - Personeelsmanagement nader becijferd

1  Prestatiemaatstaven voor een financieel gezonde en vitale organisatie

minder zorg, minder omzet en toch blije gezichten ‘(…) Het ziekenhuis verloor in 2015 zeker 6% (…) tot 8% omzet. (…) De financieel directeur noemt dit een prachtig resultaat. “Op een omzet van €200 miljoen heb je het dan over substantiële bedragen.” Het Brabantse streekziekenhuis hanteert sinds ongeveer twee jaar een opmer kelijke bedrijfsstrategie. Niet: groeien, méér omzet halen en méér patiënten be handelen om te overleven, zoals de meeste ziekenhuizen, maar juist minder zorg verlenen. En dan niet door de deur op slot te gooien, maar door de zorg radicaal anders te organiseren. (…) (Bijvoorbeeld), door de patiënt meteen op de Spoedeisende Hulp te laten behandelen door de specialist kan hij eerder naar huis én is een apart bezoek aan de polikliniek vaak niet meer nodig. In nog geen jaar tijd is het aantal zie kenhuisopnames vanuit de eerste hulp met 7% afgenomen. Fijn voor de patiënt, beter voor de zorgkosten (want goedkoper), maar het kost het ziekenhuis mil joenen. (…) De financiële consequenties zijn enorm voor de organisatie, die pas drie jaar geleden een nieuw en dus kostbaar gebouw betrok. Financieel directeur Geert van den Enden: “Normaal zouden we met deze omzetdaling meteen failliet gaan.”’(Olsthoorn, 2016) Het ziekenhuis kan overleven omdat ze met de zorgverzekeraars hebben afge sproken dat deze de verliezen compenseren, als tegenprestatie moet het zieken huis er wel voor zorgen dat ze niet minder patiënten gaan behandelen, en dat de wachtlijsten niet langer worden (Olsthoorn 2016). Organisaties in de publieke sector hebben nadrukkelijk een maatschappelijke functie. Ze moeten niet alleen zorgen voor buitengewoon tevreden klanten, maar ze moeten ook de beschikbare middelen zo doelmatig mogelijk aanwen den. Om te kunnen beoordelen in hoeverre de publieke organisaties (scholen, ziekenhuizen, rechtbanken, de politie) dat daadwerkelijk doen, zou je de vol gende vragen kunnen stellen: ■■ Is de productie hoog genoeg in vergelijking met de middelen die hiervoor beschikbaar zijn gesteld? ■■ Is de organisatie erin geslaagd de kosten te beheersen? Is de productie effi ciënt? ■■ Is de kwaliteit van de dienstverlening voldoende? Zijn de afnemers tevreden? ■■ Heeft de organisatie de beoogde maatschappelijke effecten gerealiseerd?

42

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker