Marianne Luitjes en Ilona de Zeeuw-Jans - Ontwikkeling in de groep

1  | Kinderen en groepen

1.2.3 Hechting en behoeften Een pasgeboren baby gaat zijn eerste belangrijke relatie aan met de primaire ver zorger, meestal de moeder. Aan de basis van de (sociale) ontwikkeling ligt dan ook de hechting : de duurzame affectieve relatie tussen een kind en een of meer opvoeders. Bij een goede hechting is er sprake van een wederkerige genegenheid. Veilig gehechte kinderen zullen in periodes van stress de nabijheid zoeken van personen aan wie zij zijn gehecht. In een onbekende situatie zijn zulke perso nen de uitvalsbasis waarvandaan zij de omgeving verkennen. Onveilig gehechte kinderen klampen zich vast aan hun verzorger of gedragen zich juist heel onver schillig en zelfstandig, ongeacht of de situatie stressvol is of niet. Alle kinderen hebben een gehechtheidsrelatie met hun opvoeders. Het werk van de Britse psychiater John Bowlby (1907-1990) speelde een be langrijke rol in het accepteren en begrijpen van de ouder-kindhechting. Bowlby (1999) vond dat de gedragingen van baby’s niet willekeurig zijn en dat sommige van hun gedragingen een specifiek doel dienen: huilen, brabbelen, lachen, vast grijpen, zuigen en volgen spelen allemaal een belangrijke rol in het contact met de verzorger. Hij geloofde dat het voor zuigelingen essentieel is om in de buurt te blijven van hun verzorger, omdat zij volkomen afhankelijk zijn van die verzorger als het gaat om voeding, onderdak en bescherming. Het gedrag van zuigelingen is dus al georganiseerd en doelgericht. Zij zijn zich hiervan niet bewust, maar zijn geboren met een biologische predispositie om de genoemde gedragingen uit te voeren. Wanneer zij zich verder ontwikkelen, worden zij zich meer en meer be wust van dit doel en worden hun gedragingen meer intentioneel. Hoe vormen nieuwe vaders een relatie met hun kinderen? Wat is de unieke rol van een vader? Wat dragen zij bij aan de ontwikkeling van hun kinderen? Wat is een man nelijke postnatale depressie? Het krijgen van een kind betekent voor iedereen een grote verandering in het leven, maar de wetenschap richt zich pas sinds kort op de ervaringen van vaders. Dr. Anna Machin legt uit hoe vaders een ander mechanis me hebben voor de hechting aan hun kind dan moeders, omdat zij daarvoor geen ‘neurochemische snelkoppeling’ hebben. De verwachtingen die vaders voor de ge boorte hebben, blijken niet altijd uit te komen en dat kan een negatief effect hebben. Zij beschrijft de mannelijke postnatale depressie en hoe haar onderzoek erop is ge richt het te identificeren en hopelijk te voorkomen. (Machin, 2016) Veilige en onveilige hechting Veilig gehechte kinderen hebben vertrouwen in zichzelf en in anderen doordat hun behoeften op een gezonde manier zijn vervuld, zij duidelijkheid en veilig heid ervaren en zich erkend voelen door belangrijke anderen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat veilig gehechte kinderen tijdens een korte scheiding van

40 |

Made with FlippingBook flipbook maker