Marianne Luitjes en Ilona de Zeeuw-Jans - Ontwikkeling in de groep

1.2  | Ontwikkeling

ervan bewust zijn dat ze zelf iemand zijn en competenties hebben, zullen zich door afwijzing of kritiek niet zo snel uit het veld laten slaan. Fase 3  Het kind gaat initiatieven ontplooien of wordt daar door een gevoel van schuld van weerhouden (4-5 jaar) Wanneer de voorgaande fasen goed zijn doorlopen, zal de kleuter initiatieven durven nemen. Hij gaat experimenteren met sociale contacten of iets (na)ma ken . Hij zal andere kinderen opzoeken en voorstellen doen. Kinderen die erg veel regels opgelegd hebben gekregen en zich snel schamen, zullen dit niet durven. Zij voelen zich eigenlijk al schuldig voordat zij iets gedaan hebben en zijn bang om dingen fout te doen. Dit kan ook gebeuren als kinderen overvraagd worden. Faalangst komt dan ook vaak voor bij kinderen die de crisis in deze fase niet goed hebben opgelost (zie ook hoofdstuk 5). Fase 4  Het kind ontwikkelt handvaardigheid of wordt daarvan door een gevoel van minderwaardigheid weerhouden (6-11 jaar) De kinderen die in de voorgaande fase een overmatig schuldgevoel hebben ont wikkeld, zullen zichzelf naarmate ze ouder worden minderwaardig gaan voelen aan andere kinderen. Dat zal de natuurlijke behoefte van kinderen tussen 6 en 12 jaar om zich handvaardig te voelen in de weg staan. Kinderen brengen op school en in de buurt steeds meer tijd door buiten het gezin. Zij meten zich graag met elkaar, omdat zij nog erg op zoek zijn naar hun eigen competenties. En een van de belangrijkste manieren om achter je krachten te komen, is jezelf te meten met anderen. Dit kun je doen door iets zelfstandig dan wel in samenwerking met anderen te construeren en dat te vergelijken met wat anderen gemaakt hebben. Op school zijn zoveel vaardigheden nodig dat het best moeilijk is om je te onder scheiden met waar je goed in bent. Vaak valt dit alleen op als je met kop en schou ders boven de rest uitsteekt of juist een grote achterstand hebt. Op een sportclub is het wat eenduidiger en wordt meer op één bepaalde vaardigheid gelet. Om die ene specifieke vaardigheid verder te ontwikkelen, zijn er meer en andere vaar digheden nodig, bijvoorbeeld doorzettingsvermogen, concentratievermogen en discipline. Richard Krajicek: ‘Het is voor mijn zoon heel verleidelijk, nu het zo goed gaat, om ex tra hard te werken. Ik heb hetzelfde ervaren. Ik weet nu dat het jeugdtennis één grote opleiding is en het enige wat telt, is proftennis op de ATP Tour. Het is niet erg om een maand niet te tennissen bij de junioren. Het allerbelangrijkste is dat hij heel blijft en leert. Voor mij was op de leeftijd van Alec het juniorentennis ook alles. Ik kan het nu voor hem in het juiste perspectief plaatsen, zeggen: “Maakt niet uit, ik kan je zo tal van namen geven van jongens die bij de junioren top waren, maar die zichzelf toen kapot hebben gespeeld.” Maar het is tegelijkertijd wel fijn dat hij nu Nederlands kampioen is geworden. Ik zeg al een paar jaar dat Alec goed bezig is, dan is het wel lekker dat hij ook

| 33

Made with FlippingBook flipbook maker