Rosemarie Buikema & Liedeke Plate (red.) - Handboek genderstudies in media, kunst en cultuur

1 – Feminisme als strijdtoneel

schuld, woede, schaamte, macht of vrijheid te projecteren op de “andere” vrouw’ (Rich 1979: 282). Nadat Rich het vraagstuk van de rivaliteit tussen vrouwen heeft uiteengerafeld, pleit ze ervoor dat dit patroon doorbroken moet worden, want ‘voor een radicale visie op zusterschap is het noodzakelijk dat we [moeder en dochter] her enigen’ (ibidem; vgl. ibid.: 274). In tegenstelling tot het werk van De Beauvoir, waarin reproductie werd opgevoerd als dat wat vrouwen de das om doet, voert Rich reproductie op als een potentieel. Ze claimt: [De] bond tussen moeder en dochter – essentieel, vervormd, misbruikt – vormt het grote ongeschreven verhaal. Waarschijnlijk is niets in de mense lijke natuur meer geladen dan de stroom van energie tussen twee biologisch gelijke lichamen, waarvan de één gelukzalig in het vruchtwater van de ander heeft gelegen, waarvan de één heeft gezwoegd om de ander ter wereld te brengen. Hier ligt het materiaal voor de diepste wederkerigheid en de pijn lijkste vervreemding (Rich 1979: 251-252). De ‘pijnlijkste vervreemding’ lokaliseert Rich in de woede die dochters voelen voor hun moeders: hun moeders hebben hen losgelaten in een door mannen gedomi neerde wereld (ibidem: 251). De ‘diepste wederkerigheid’ is wat er tussen moeder en dochter had kunnen bestaan ware het niet dat het patriarchaat ertussen is gekomen (ibid.: 273). Volgens Rich kan feminisme ervoor zorgen dat de wederkerigheid tussen vrouwen hernieuwd tot stand wordt gebracht. Let wel: Rich is op zoek naar wederkerigheid tussen vrouwen, en niet (alleen) naar wederkerigheid tussen vrouwen en mannen, zoals bij De Beauvoir. Wat zij doet is het begrip ‘vrouwen’ losmaken uit de binaire oppositie waarin het verworden is tot de inversie van alles wat mannelijk (menselijk) is. Hierdoor wordt er ruimte gemaakt voor diversiteit; omdat het patriarchale orde ningsprincipe wordt losgelaten, kan het vrouwelijke ingekleurd worden. Voor Rich is deze zoektocht een persoonlijk, maar zeker ook een artistiek en academisch proces: Zonder het – niet als zodanig erkende – onderzoek en de gemeenschappelijke arbeid van deze ‘kinderloze’ vrouwen, zonder Charlotte Brontë (die tijdens haar eerste zwangerschap stierf ), zonder Margaret Fuller (die haar belang rijkste werk verrichtte vóór de geboorte van haar eerste kind), zonder George Eliot, Emily Brontë, Emily Dickinson, Christina Rosetti, Virginia Woolf en Simone de Beauvoir zouden wij vandaag de dag allemaal lijden aan geestelij ke ondervoeding als vrouw (ibidem: 281). Rich wil dus voortbouwen op de vrouwelijke continuïteit die ondergesneeuwd is geraakt in het patriarchaat. Met andere woorden: zij wil op de vrouwelijke in plaats

33

Made with FlippingBook - Online catalogs