Rosemarie Buikema & Liedeke Plate (red.) - Handboek genderstudies in media, kunst en cultuur

1 – Feminisme als strijdtoneel

Net als de debatten over biologisch determinisme (besproken in hoofdstuk 3 door Cecilia Åsberg), queer (zie hoofdstuk 8 door renée hoogland, hoofdstuk 19 door Maaike Bleeker en hoofdstuk 20 door Christine Quinan), postkolonialisme (hoofd stuk 7 door Sandra Ponzanesi), interdisciplinariteit (kijk hiervoor naar hoofdstuk 5 door Gloria Wekker) en representatie (behandeld in hoofdstuk 6 door Rosemarie Buikema) vormt ‘generationaliteit’ een fundamenteel debat binnen het vakgebied genderstudies. Dit hoofdstuk wil enerzijds de (generationele) strijd om feminisme inzichtelijk maken en anderzijds proberen om de generationele dimensie van het verschijnsel ‘feminisme’ anders voor te stellen. Inzicht in de strijd om feminisme is belangrijk in het kader van een handboek genderstudies, omdat ‘feminisme’ en de (generationele) connotaties van die term kwesties zijn die studenten en ande re potentiële geïnteresseerden ervan kunnen weerhouden zich met het vakgebied te engageren. Inzicht in feminisme als iets wat noch een essentie heeft, noch volledig naar ieders believen ingevuld kan worden, kan helpen deze aarzeling te overwinnen. De tweede sekse biedt naast een diepgaand inzicht in de geschiedenis en actualiteit van het zogenaamde tweederangsburgerschap van vrouwen ook een verklaring voor de ongelijke verhoudingen tussen mannen en vrouwen, alsmede enkele handvatten om die verhoudingen te veranderen. Binaire opposities vormen de kern van De Beauvoirs betoog, een betoog dat in de jaren veertig van de vorige eeuw werd opgeschreven. In De tweede sekse somt De Beauvoir tientallen tegenstellingen op. Zij laat zien dat soci ale structuren, psychologische processen, de moraal en representaties gestructureerd zijn volgens deze elkaar wederzijds uitsluitende tegenstellingen. Vervolgens laat ze zien dat iedere binaire oppositie gegenderd is. ‘Gegenderd’ betekent in deze context dat fenomenen die op zichzelf sekseneutraal zijn een sekse krijgen. Zo wordt werk buitenshuis mannelijk geconnoteerd, terwijl het huishouden en zorgtaken vrouwelijk geconnoteerd worden. In sprookjes, literatuur, gebeurtenissen uit heden en verle den staat het subject, het actieve, het zijn, het rationele, het bewustzijn, zelfdefini tie, geest, cultuur, het vrije, het verantwoordelijke telkens voor het mannelijke. Het object, het passieve, het niets, het irrationele, het onbewuste, gedefinieerd worden , het lichamelijke, natuur, het onvrije, het onverantwoordelijke staan keer op keer voor het vrouwelijke. Een derde stap in de argumentatie van De Beauvoir is dat zij laat zien dat genderspecifieke connotaties niet alleen binaire opposities zijn, maar zich op hiërarchische wijze tot elkaar verhouden. Het mannelijke wordt altijd hoger gewaar deerd dan het vrouwelijke, stelt De Beauvoir. Dit schema van gegenderde opposities maakt voor De Beauvoir een universele waarheid uit; De tweede sekse suggereert dat haar betoog voor alle tijden en alle plaat sen geldt. Hoewel het schema onder invloed van het poststructuralisme en het post structuralistische feminisme aangepast en verfijnd (bijvoorbeeld door de introductie De vrouw als historische Ander van de man

27

Made with FlippingBook - Online catalogs