Marilene Gathier en Marieke Goedegebure - Beter Nederlands spreken
OEFENING 8
Omcirkel de stomme e’s in de woorden van oefening 7.
Bijvoorbeeld: Maart e n.
OEFENING 9
a Luister naar de woorden. b Onderstreep de lettergrepen met nadruk, bijvoorbeeld: voor-stel-len. c Controleer je antwoorden. d Zeg de woorden na.
10 kin-de-ren 11 oud-ste 12 stu-deert 13 U-trecht 14 ou-de 15 sor-ry 16 kof-fie 17 drin-ken 18 pri-ma
1 ver-huisd 2 bu-ren 3 met-een 4 ken-nis-ma-ken 5 bin-nen 6 ko-men 7 e-ven 8 ont-moe-ten 9 jul-lie
OEFENING 10
Zeg de woorden na met nadruk op de onderstreepte lettergrepen.
1 nieuwe buren 2 even kennismaken 3 leuke kinderen 4 goed begrepen 5 veel huiswerk 6 vandaag een afspraak 7 later bellen 8 gelukkig getrouwd 9 gisteren verhuisd 10 een Nederlandse les
24
Made with FlippingBook flipbook maker