Sebastian Abdallah, Maike Kooijmans en Jolanda Sonneveld - Talentgericht werken met kwetsbare jongeren
Talentgericht werken met kwetsbare jongeren
te werkers? De vier thema’s in hoofdstuk 2 zijn: ‘participatie’, ‘risico & vei ligheid’, ‘een veranderende arbeidsmarkt’ en ‘cultuur & ondernemerschap’. In hoofdstuk 3 bekijken we talentgericht werken vanuit een pedagogisch perspectief. We laten zien dat het ontwikkelingsgerichte perspectief van ta lentgericht werken voortkomt uit drie denktradities die zich richten op hoe mensen zich ontwikkelen (leren). Vervolgens staan we stil bij de kern en doelen van talentgericht werken. Hoofdstuk 3 biedt daarmee een eerste the oretische onderbouwing voor de werking van talentgerichte programma’s. In hoofdstuk 4 verkennen we de doelgroep van talentgericht werken: maat schappelijk kwetsbare jongeren. Inzicht in de leefwereld van de doelgroep is nodig om te kunnen bepalen voor wie talentgericht werken een passende benadering is en met welke omstandigheden talentgerichte werkers reke ning dienen te houden. Deel II: Toepassing van talentgericht werken In dit deel werken we vijf handelingsvormen voor talentgericht werken uit: • aansluiten bij de doelgroep; • interesses en nieuwsgierigheid aanwakkeren; • deelname verduurzamen door aanmoediging en tempering van inzet; • bewustwording bevorderen door het bijzonder maken van prestaties; • jongeren en hun talenten verbinden aan hun omgeving. Deze vijf handelingsvormen geven inhoudelijk richting aan het handelen van talentgerichte werkers in hun contact met jongeren. In de hoofdstuk ken 5 tot en met 9 beschrijven we voor iedere handelingsvorm het belang en bieden we praktische aanwijzingen voor de uitvoering. We raden aan om ter voorbereiding op deel II eerst de hoofdstukken 3 en 4 te lezen om vol doende inzicht te krijgen in de pedagogische onderbouwing die eraan ten grondslag ligt. Deel III: Theoretische verdieping Deel III bestaat uit drie opzichzelfstaande hoofdstukken. In ieder hoofd stuk maken we een verdiepingsslag met betrekking tot de praktijkkennis in deel II. In hoofdstuk 10 gaat Sebastian Abdallah gedetailleerd in op het be lang van succeservaringen in de talentgerichte benadering en legt hij uit hoe talentgerichte werkers dit kunnen faciliteren. In hoofdstuk 11 onderbouwt Irma van Hoorik hoe belangrijk rolmodellen zijn in de drie verschillende stadia van het talentontwikkelingsproces. Dit hoofdstuk biedt verdiepende inzichten in hoe talentgerichte werkers zelf positieve rolmodellen kunnen zijn en hoe ze zowel positieve als negatieve rolmodellen in hun omgeving en programma’s kunnen herkennen en beïnvloeden. In hoofdstuk 12 geeft Maike Kooijmans tot slot inzicht in de werkzame factoren en mechanis men van talentprogramma’s. Zij geeft antwoord op de vraag in hoeverre
14
Made with FlippingBook - Online catalogs