Sebastian Abdallah, Maike Kooijmans en Jolanda Sonneveld - Talentgericht werken met kwetsbare jongeren

Talentgericht werken met kwetsbare jongeren

‘Te veel jongeren hebben het gevoel dat ze worden beoordeeld op hun af komst, dat hun inzet er niet toe doet, dat ze toch geen kansen hebben om zich te bewijzen en hun dromen te verwezenlijken. Te veel jongeren durven niet te hopen …’ Uit: Jesse Klaver (2015). De mythe van het economisme .

Talentgericht werken met kwetsbare jongeren Ontwikkelwerk, erkenningswerk, verbindingswerk

Sebastian Abdallah, Maike Kooijmans en Jolanda Sonneveld

c u i t g e v e r ij

c o u t i n h o

bussum 2016

www.coutinho.nl/talentgerichtwerken Je hebt toegang tot het online studiemateriaal bij dit boek. Dit materiaal be staat uit tips voor verder lezen en kijken, vragen en opdrachten, een verslag van een onderzoekswerkplaats en twee webcolleges. © 2016 Stichting HvA te Amsterdam/Stichting Avans te Tilburg Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonde ringen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opna men, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem ming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uit gave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, rea ders en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Or ganisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). Uitgeverij Coutinho Postbus 333 Foto’s binnenwerk per hoofdstuk: 1, 4, 6, 7, 8 en 10: Wilbert van Woensel; 2: Willemien van Heugten; 3: Marsel Loermans; 5: Piet Hermans; 9: Emilie Hudig; 11: Sandra Hoogeboom; 12: Maike Kooijmans Figuur 12.1: Mika van Weert, Boxtel Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te ach terhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. De personen op de foto’s komen niet in de tekst voor en hebben geen relatie met hetgeen in de tekst wordt beschreven, tenzij het anders vermeld is. ISBN 978 90 469 0491 6 NUR 752 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl Omslag: Bart van den Tooren, Amsterdam

Voorwoord

Het boek Talentgericht werken met kwetsbare jongeren is de eerste onder bouwde, methodische uitwerking van het in de jaren negentig populair ge worden talentgericht werken met jongeren. Om meerdere redenen is dit boek uniek en het is verplichte literatuur voor eenieder die zich bezighoudt met het begeleiden van jongeren tot volwassenen in de Nederlandse samen leving. Ontwikkelingsgericht De auteurs zetten met de uitwerking van ‘talentgericht werken’ niet alleen het belang van ontwikkelingsgericht werken met maatschappelijk kwetsba re jongeren op de agenda, maar bieden tevens methodische handvatten aan huidige en toekomstige sociale en pedagogische professionals. Ontwikkelingsgericht werken is in mijn optiek ‘de persoonlijke, sociale en maatschappelijke ontwikkeling tot volwaardig mens-zijn, die bestaat uit een combinatie van identiteitsvorming met emotionele en morele ontwikkeling, het leren van levensvaardigheden en sociale en maatschappelijke participa tie’ (Metz, 2013, p. 18). Het verschil met probleemgerichte aanpakken is dat het daarin gaat om specifieke en vooraf opgelegde doelen die door ande ren zijn bepaald, terwijl bij ontwikkelingsgericht werken jongeren begeleid worden om vooral ook zelf richting te geven aan het proces van volwassen worden. Betekenis van talentgericht werken voor hedendaags lokaal beleid Bij nogal wat gemeenten bestaat de misvatting dat talentgericht werken thuishoort in perioden van economische hoogconjunctuur en dat dit geen betekenis heeft voor ‘eigen kracht’. Het probleem is dat participeren niet voor alle jongeren vanzelf goed gaat. De bijdrage van talentgericht werken aan de beleidsdoelstellingen van de Wmo, de Jeugdwet en Jeugd en Veilig heid kan worden samengevat in zes punten: • jongeren activeren; • mogelijkheden bieden voor participatie en prosociale vrijetijdsbesteding; • jongeren leren participeren; • informatie, advies en lichte hulp bieden; • signaleren en doorleiden; • het probleemoplossend vermogen versterken (Metz, 2014).

Wel is het noodzakelijk om in het hedendaagse lokale beleid meer aandacht te hebben voor het gewone opgroeien. Het is denkbaar dat door het inzetten op de eigen kracht en de (pedagogische) civil society de tweedeling verder groeit. Jeugdzorg en criminaliteitspreventie zijn nodig, maar vormen niet de kern. Het is noodzakelijk om te bouwen aan een pedagogische basisin frastructuur waarin álle jongeren zich thuis voelen, zichzelf kunnen ont dekken, in de gelegenheid zijn om sociale en burgerschapsvaardigheden te verkrijgen, een toekomstperspectief te ontwikkelen en, ten slotte, waarin zij dagelijks kunnen ervaren dat zij deel zijn van de samenleving. Professionalisering Dit boek is belangrijk voor professionals op het gebied van jongerenwerk en andere sociaal-agogische beroepen die open benaderingswijzen hanteren. De inhoud draagt bij aan de versterking van de kennisbasis van het sociaal werk. Dit is nodig om de kwaliteit van het werk te kunnen legitimeren en verbete ren. Met de handelingsvormen waarin de auteurs het methodisch handelen van talentgericht werken beschrijven, leveren zij bovendien een belangrijke bijdrage aan de inrichting van deze kennisbasis. Het met name door de over heid en de kennisinstituten NJi enMovisie omarmde paradigma van Evidence Based Practice als model voor de beoogde kennisbasis van het sociaal werk doet geen recht aan de complexiteit en dynamiek van open benaderingswij zen (Desair, 2008; Kremer & Verplancke, 2004; Steyaert et al., 2010). Met de gepresenteerde handelingsvormen bieden de auteurs voor open benade ringswijzen een perspectief op met onderzoek onderbouwde werkwijzen. Partnership approach Als programmaleider van het meerjarige onderzoeksprogramma RAAK PRO Talentontwikkeling waar dit boek het eindproduct van vormt, wil ik tot slot de aandacht vestigen op de wijze waarop dit boek tot stand is geko men, namelijk via de partnership approach . Het onderzoek is grotendeels uitgevoerd binnen onderzoekswerkplaatsen waarin jongerenwerkers, stu denten, docenten en docent-onderzoekers samenwerkten. Dat talentgericht werken als benaderingswijze is uitgeschreven en met wetenschappelijk on derzoek is onderbouwd, is de verdienste van de docent-onderzoekers en de begeleiding van hun promotoren. Dat de uitkomsten aansluiten bij het han delen van jongerenwerkers en andere sociaal-agogische professionals kan op het conto van de werkveldorganisaties en de ROC’s worden geschreven. Dat deze verbinding tussen werkveld, wetenschap en opleidingen is gere aliseerd en productief is gemaakt, is de verdienste geweest van lectoraten. Judith Metz Lector Youth Spot – Jongerenwerk in de Grote Stad Hogeschool van Amsterdam Maart 2016

Inhoudsopgave

Inleiding 11 Website 16 Deel I Positionering en onderbouwing van talentgericht werken 17 1 Talentgericht werken met maatschappelijk kwetsbare jeugd 21 1.1 Omschrijving en positionering 21 1.2 Ontwikkelwerk, erkenningswerk en verbindingswerk 27 1.3 Een krachtenveld van perspectieven rond talentontwikkeling 30 1.4 Samenvatting 32 2 Maatschappelijke achtergronden en beleidsontwikkelingen 35 2.1 Participatie: mechanismen van sociale insluiting en uitsluiting 36 2.2 Veiligheid en risicomanagement 41 2.3 Veranderende arbeidsmarkt en veranderende talentbenaderingen 44 2.4 Cultuur en ondernemerschap 48 2.5 Samenvatting 51 3 Talentgericht werken: een pedagogische benadering 55 3.1 Denktradities gericht op ontwikkeling 55 3.2 Kern van talentgericht werken 60 3.3 Doelen in het talentgericht werken met maatschappelijk kwetsbare jongeren 66 3.4 Samenvatting 69 4 Maatschappelijk kwetsbare jongeren 73 4.1 Jongeren in kwetsbare situaties 74 4.2 Jong-zijn 80 4.3 Kwetsbaarheden en potentie in termen van ontwikkeling, erken ning en verbinding 85 4.4 Samenvatting 87

Deel II Toepassing van talentgericht werken 89

Randvoorwaarden 92 5 Aansluiten: het ontsteken van de vonk 95 5.1 Wat is aansluiten? 95 5.2 Waarom is aansluiten belangrijk? 96 5.3 Aansluiten in praktijk 97 5.4 Samenvatting 103 6 Aanwakkeren: het ontstaan van een vuurtje 105 6.1 Wat is aanwakkeren? 105 6.2 Waarom is aanwakkeren belangrijk? 106 6.3 Aanwakkeren in praktijk 106 6.4 Samenvatting 112 7 Aanmoedigen en temperen: het vuurtje onderhouden 115 7.1 Wat is aanmoedigen en temperen? 115 7.2 Waarom zijn aanmoedigen en temperen belangrijk? 116 7.3 Aanmoedigen in praktijk 119 7.4 Temperen in praktijk 123 7.5 Samenvatting 125 8 Bijzonder maken: rennen met de fakkel 127 8.1 Wat is bijzonder maken? 127 8.2 Waarom is bijzonder maken belangrijk? 127 8.3 Bijzonder maken in praktijk 128 8.4 Samenvatting 132 9 Verbinden: het vuur is van duurzame betekenis voor deelnemers 135 9.1 Wat is verbinden? 135 9.2 Waarom is verbinden belangrijk? 136 9.3 Verbinden in praktijk 138 9.4 Samenvatting 141 Casus: ontwikkeling van zangtalent en ontdekking van verborgen leed 142

Deel III Theoretische verdieping 155

10 Interactierituelen in talentgericht werken 159 10.1 Inleiding 159

10.2 Succeservaringen als brandstof voor ontwikkeling 160 10.3 Verzwakkende interactierituelen: ervaringen van mislukking 165 10.4 Versterkende interactierituelen: ontwikkeling bevorderen 167 10.5 Ritual chains en cumulatieve effecten 174 10.6 Samenvatting 176 11 Rolmodellen onder de loep 179 11.1 Inleiding 179 11.2 Wat is er bekend over rolmodelwerking? 180 11.3 Typen rolmodellen in stadia van talentontwikkeling 185 11.4 Potentiële rolmodellen: talentgerichte werkers en jongeren 190 11.5 Samenvatting en conclusie 193 12 Sportieve en artistieke talentprojecten als impuls voor het rechte pad 197 12.1 Inleiding 197 12.2 Risicojongeren, wie zijn dat? 201 12.3 Frontstage en backstage werken aan het weerstaan van criminaliteit 207 12.4 Voorbeelden uit de praktijk 213 12.5 Programma’s met potentie voor een selectieve groep 219 12.6 Samenvatting en conclusie 222 Literatuur 225 Verantwoording 239 Register 245 Over de auteurs 251

Inleiding

Sociale professionals die talentgericht werken zijn erop gericht om, net zo als Meryem, via gerichte handelingen te werken aan de persoonlijke groei en maatschappelijke aansluiting van (groepen) maatschappelijk kwetsbare jongeren. Deze jongeren zijn op een of meer leefgebieden kwetsbaar, waar door ze niet goed aan hun eigen ontwikkeling kunnen werken. De inzet is De aanwezigen in het casusoverleg achten de kans zeer groot dat Hicham ver der afglijdt als er geen maatregelen genomen worden. Jongerenwerker Meryem stelt voor om Hicham uit te dagen tot deelname aan het voetbalproject in de wijk dat het jongerenwerk in samenwerking met het sportbuurtwerk heeft opgezet. Doel van het project is om jongeren te stimuleren tot positieve talent ontwikkeling, door een wereld van professioneel voetbal na te bootsen. Met voetbal als middel worden jongeren enerzijds gecoacht op discipline en proso ciaal gedrag en anderzijds krijgen ze de kans om alternatieve succeservaringen op te doen die een positief effect hebben op hun ontwikkeling. Voor de jongste jongens in de wijk wordt een aspirantenteam opgericht waar Hicham voor in aanmerking komt. (Uit: Abdallah, Kooijmans & Raven, 2013) Het verhaal van Hicham Hicham (13) woont sinds zijn geboorte in Amsterdam-West, als derde zoon in een Marokkaans gezin. Na Hicham worden nog vier kinderen geboren. De kleine arbeiderswoning biedt onvoldoende ruimte, waardoor Hicham en zijn broers veel tijd buitenshuis doorbrengen. Hicham is dagelijks te vinden op het pleintje in de wijk, naast het winkelcentrum of in het speeltuintje verderop. Kinderen, tieners en jongeren zijn er veelvuldig en op alle uren van de dag bui ten. Op school heeft Hicham het niet naar zijn zin. Na een moeizaam verloop van de basisschool, zit hij nu op het vmbo. Op straat leert Hicham dat het recht van de sterkste geldt, dat je moet opkomen voor jezelf, maar ook dat de jongens van de buurt er altijd te vinden zijn en dat er altijd wel iets te beleven is. Ze spreken hun eigen straattaal en dagen elkaar voortdurend uit met fysieke spelletjes. In de omgeving heeft hij echter niet zo’n beste reputatie, vanwege zijn wilde, roekeloze en onvoorspelbare acties. Hicham is een ‘bespreekgeval’ in het wijkteam, hij spijbelt veel. Zijn gedrag en dat van zijn straatvrienden leiden tot veel meldingen van bezorgdheid en over last. Hicham zelf vindt het echter vooral grappig. ‘We maken plezier met elkaar, gewoon lachen, weet je.’

11

Talentgericht werken met kwetsbare jongeren

om deze jongeren te ondersteunen in het ontdekken, ontwikkelen en aan wenden van hun interesses of (latente) talenten. Talentontwikkeling is op veel plekken in onze samenleving een prominent paradigma geworden. In onze samenleving zijn mensen steeds meer afhan kelijk van hun eigen talent en de eigen inzet om maatschappelijk succesvol te zijn. Een groeiende groep jongeren voelt zich in de race om te presteren achtergesteld, of zelfs een verliezer. Zij worden ondergewaardeerd of bui tengesloten, of falen op het gebied van opleiding en werk, omdat hun talent niet vanzelf tot volle ontwikkeling komt. Talentgerichte werkers bieden via talentprogramma’s een omgeving die van grote betekenis is om deze jon geren te inspireren en motiveren, en die hun nieuwe mogelijkheden biedt. Alledaagse ontmoetingen en leermomenten die zich voordoen in deze pro gramma’s hebben impact op de beleving, het denken en het gedrag van jon geren. Jongeren nemen deel aan deze talentprogramma’s om ergens beter in te worden, maar gaandeweg ontwikkelen zij zich op meer gebieden dan ze zich hadden voorgenomen. Ondanks het feit dat talentprogramma’s voor jongeren de laatste jaren erg populair zijn, is het handelen van talentgerichte werkers binnen dit type programma’s nog nauwelijks onderbouwd of op schrift gesteld. In dit boek beschrijven en onderbouwen we de talentgerichte benadering en geven we de diverse agogische beïnvloedingsmogelijkheden weer. Om dit boek te kunnen schrijven heeft een team van onderzoekers, jon gerenwerkers, docenten, studenten en managers gedurende vier jaar onder zoek gedaan naar talentontwikkeling bij jongeren in kwetsbare situaties in Amsterdam, ’s-Hertogenbosch en Tilburg. Op basis van hun bevindingen hebben we gezocht naar passende begrippen en patronen die kenmerkend zijn voor het professionele handelen in talentprogramma’s. Het resultaat is een boek vol achtergrondkennis, inzichten in vaardigheden en houdings aspecten, theoretische onderbouwing en praktische voorbeelden die (be ginnende) professionals helpen om zich deze positieve en ontwikkelings gerichte benadering eigen te maken. De casuïstiek en praktijkvoorbeelden komen van de praktijkorganisaties waarmee we hebben samengewerkt in het onderzoeksproject. De namen van jongeren en professionals zijn fic tief. Dit boek is geen interventiebeschrijving en biedt dus geen stappenplan voor hoe bijvoorbeeld een reeks zanglessen of sporttrainingen vorm moet krijgen. Wij hebben dit boek geschreven voor studenten en (beginnende) pro fessionals die zich in hun studie of werk richten op het ontwikkelingsge richt begeleiden van jongeren. Het kan gebruikt worden als studieboek aan bacheloropleidingen van het hbo en voor de curricula voor specifieke uit stroomprofielen in het mbo (niveau 4) en hbo. We behandelen talentgericht werken hier als een denk- en werkwijze. Het is een benadering die niet van toepassing is op één beroep, maar die binnen

12

Inleiding

meerdere beroepen in de culturele en sociale sectoren steeds herkenbaarder wordt. In dit boek baseren we onze bevindingen voornamelijk op inzichten afkomstig uit het jongerenwerk en sportbuurtwerkpraktijken, maar er zijn ook cultureel werkers, maatschappelijk werkers, jeugdhulpverleners en edu catieve professionals die talentgericht werken toepassen. Afhankelijk van de beroepssoort zullen aspecten van de talentgerichte benadering steeds in een andere samenstelling voorkomen. Zo is er in jongerenwerkprogramma’s doorgaans meer vrijblijvendheid dan in een hulpverleningstraject en zullen deelnemers op verschillende manieren gemotiveerd worden. Omdat we in dit boek eenieder die werkzaam is in de sociale en culturele sector willen aanspreken, kiezen we voor het begrip ‘talentgerichte werker’. We bedoelen daarmee professionals die een talentgerichte benadering (wensen te) han teren in het werken met jongeren. We denken dat de benadering eveneens inspirerend is voor het werken met andere leeftijdsgroepen, maar de nadruk ligt hier op jongeren. Verder zijn wij ervan overtuigd dat dit boek een in spiratiebron zal zijn voor beleidsmakers, docenten, trainers, onderzoekers, praktijkontwikkelaars en vrijwilligers die zich bezighouden met de talent ontwikkeling van jongeren. Tot slot: voor de aanduiding van de professional is voor de mannelijke vorm gekozen. Iedereen wordt uitgenodigd om op de plaats waar ‘hij’ staat ook ‘zij’ te lezen. Opbouw van het boek Dit boek bestaat uit drie delen, met elk een eigen karakter. Deel I biedt de lezer inzicht in wat wij met talentgericht werken bedoelen, waarom en voor wie deze benadering in deze tijd waardevol is en waartoe zij bijdraagt. Deel II is bedoeld voor lezers die willen weten hoe professionals talentge richt werken in de praktijk kunnen inzetten. Deel III is bestemd voor lezers die behoefte hebben aan inhoudelijke verdieping. In dit laatste deel onder bouwen we de talentgerichte benadering aan de hand van eigen empirische gegevens (zie de verantwoording) en bestaande theoretische concepten. De drie delen samen vormen een onderbouwde uiteenzetting over talentge richt werken. Deel I: Positionering en onderbouwing van talentgericht werken We beginnen in hoofdstuk 1 met het definiëren en positioneren van de be grippen ‘talent’, ‘talentontwikkeling’ en ‘talentgericht werken’. We noemen belangrijke aandachtsgebieden voor talentgericht werken en leggen uit in welk maatschappelijk krachtenveld talentgerichte werkers opereren. In hoofdstuk 2 behandelen we vervolgens vier maatschappelijke ontwikkelin gen en beschrijven we hoe deze van invloed zijn op de positie en talent ontwikkeling van maatschappelijk kwetsbare jongeren in de samenleving. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor het handelen van talentgerich-

13

Talentgericht werken met kwetsbare jongeren

te werkers? De vier thema’s in hoofdstuk 2 zijn: ‘participatie’, ‘risico & vei ligheid’, ‘een veranderende arbeidsmarkt’ en ‘cultuur & ondernemerschap’. In hoofdstuk 3 bekijken we talentgericht werken vanuit een pedagogisch perspectief. We laten zien dat het ontwikkelingsgerichte perspectief van ta lentgericht werken voortkomt uit drie denktradities die zich richten op hoe mensen zich ontwikkelen (leren). Vervolgens staan we stil bij de kern en doelen van talentgericht werken. Hoofdstuk 3 biedt daarmee een eerste the oretische onderbouwing voor de werking van talentgerichte programma’s. In hoofdstuk 4 verkennen we de doelgroep van talentgericht werken: maat schappelijk kwetsbare jongeren. Inzicht in de leefwereld van de doelgroep is nodig om te kunnen bepalen voor wie talentgericht werken een passende benadering is en met welke omstandigheden talentgerichte werkers reke ning dienen te houden. Deel II: Toepassing van talentgericht werken In dit deel werken we vijf handelingsvormen voor talentgericht werken uit: • aansluiten bij de doelgroep; • interesses en nieuwsgierigheid aanwakkeren; • deelname verduurzamen door aanmoediging en tempering van inzet; • bewustwording bevorderen door het bijzonder maken van prestaties; • jongeren en hun talenten verbinden aan hun omgeving. Deze vijf handelingsvormen geven inhoudelijk richting aan het handelen van talentgerichte werkers in hun contact met jongeren. In de hoofdstuk ken 5 tot en met 9 beschrijven we voor iedere handelingsvorm het belang en bieden we praktische aanwijzingen voor de uitvoering. We raden aan om ter voorbereiding op deel II eerst de hoofdstukken 3 en 4 te lezen om vol doende inzicht te krijgen in de pedagogische onderbouwing die eraan ten grondslag ligt. Deel III: Theoretische verdieping Deel III bestaat uit drie opzichzelfstaande hoofdstukken. In ieder hoofd stuk maken we een verdiepingsslag met betrekking tot de praktijkkennis in deel II. In hoofdstuk 10 gaat Sebastian Abdallah gedetailleerd in op het be lang van succeservaringen in de talentgerichte benadering en legt hij uit hoe talentgerichte werkers dit kunnen faciliteren. In hoofdstuk 11 onderbouwt Irma van Hoorik hoe belangrijk rolmodellen zijn in de drie verschillende stadia van het talentontwikkelingsproces. Dit hoofdstuk biedt verdiepende inzichten in hoe talentgerichte werkers zelf positieve rolmodellen kunnen zijn en hoe ze zowel positieve als negatieve rolmodellen in hun omgeving en programma’s kunnen herkennen en beïnvloeden. In hoofdstuk 12 geeft Maike Kooijmans tot slot inzicht in de werkzame factoren en mechanis men van talentprogramma’s. Zij geeft antwoord op de vraag in hoeverre

14

Inleiding

en op welke wijze sportieve en artistieke talentprogramma’s bijdragen aan het weerstaan van de verleidingen van criminaliteit bij jongens die een ver hoogd risico lopen op de ontwikkeling van delinquent gedrag. Dankwoord In de verantwoording achter in het boek noemen we alle organisaties en mensen die een rol hebben gespeeld in het onderzoek. Een aantal mensen willen we op deze plek bedanken voor hun inzet en betrokkenheid bij het schrijven van dit boek. Wij bedanken Irma van Hoorik voor het schrijven van het hoofdstuk in deel III en voor haar waardevolle feedback geduren de het schrijfproces. Erik Bakker, Diane Bos, Urjan van Dienst, Lidewiet Driessen, Marthe Genten, Willemien van Heugten, Sadik Kaynak, Lies Leen, Mark Pennings, Nick Schonhage en Adil Zioui bedanken we voor het aanleveren van inspirerend casusmateriaal en voor hun feedback tijdens de meeleesrondes. Twee personen bedanken we ten slotte in het bijzonder voor het meeden ken en meelezen: Marcel Spierts als initiator en Judith Metz als projectleider van het RAAK-PRO Talentontwikkeling bij ‘risicojongeren’.

15

Online studiemateriaal

Op www.coutinho.nl/talentgerichtwerken vind je het online studiemate riaal bij dit boek. Dit materiaal bestaat uit:

• verder lezen en kijken • vragen en opdrachten • een verslag van een onderzoekswerkplaats • twee webcolleges

Door middel van het webicoon wordt er naar dit materiaal verwezen. Voor docenten zijn de docentenhandreiking TRACK en een powerpoint beschikbaar.

16

Deel I

DEEL I

Positionering en onderbouwing van talentgericht werken

17

Deel I  Positionering en onderbouwing van talentgericht werken

Talentgericht werken is een ontwikkelingsgerichte benadering waarbij pro fessionals via gerichte handelingen en aandacht werken aan de versterking van competenties, zelfbeeld, zelfbewustwording en netwerken van (groe pen) maatschappelijk kwetsbare jongeren. Voor een goede uitvoering van talentgericht werken is, naast vaardigheden en houdingsaspecten, kennis nodig. In deel I van dit boek gaan we in op: • de betekenis van talent en talentontwikkeling van maatschappelijk kwets bare jongeren. In hoofdstuk 1 introduceren we talentgericht werken als ontwikkelwerk, erkenningswerk en verbindingswerk bij jongeren die kwetsbaar zijn. • relevante ontwikkelingen in de maatschappij en beleidsontwikkelingen die daarmee samenhangen. Oorzaken waardoor talent zich ontwikkelt of juist niet liggen niet alleen bij een individu, een gezin of de buurt, maar komen ook voort uit ‘krachten op macroniveau’ in onze samenleving. Hoofdstuk 2 helpt om maatschappelijke achtergronden te begrijpen en maakt duidelijk waarom kwetsbare jongeren ondersteuning nodig hebben bij hun talentontwikkeling. • talentgericht werken als pedagogisch perspectief. We halen in hoofdstuk 3 drie denktradities aan die alle gericht zijn op de ontwikkeling van men sen en die uitgaan van de aanwezige kwaliteiten van mensen. Vanuit deze denktradities onderbouwen we vervolgens de uitgangspunten en doelstel lingen van talentgericht werken. • de leefwereld van de doelgroep. Talentgericht werken veronderstelt een specifieke manier van kijken naar en denken over kwetsbare jongeren. Het gaat over jongeren die op een of meer leefgebieden kwetsbaar zijn waardoor ze niet goed aan hun eigen talentontwikkeling kunnen werken, maar die daarnaast ook kansrijk zijn en potentie hebben. In hoofdstuk 4 bieden we een kader om doelgroepen van talentprogramma’s te analyse ren. Op de website staan vragen en opdrachten als hulpmiddel voor een actieve verwerking van de tekst.

18

DEEL I

1 Talentgericht werken met maat schappelijk kwetsbare jeugd ontwikkelwerk, erkenningswerk en verbindingswerk In dit hoofdstuk introduceren we talentgericht werken als benadering om maatschappelijk kwetsbare jongeren te ondersteunen en inspireren bij hun ontwikkeling. In paragraaf 1.1 behandelen we betekenissen van talent en talentontwik keling en bakenen we af hoe we deze begrippen binnen de talentgerichte benadering hanteren. In paragraaf 1.2 beschrijven we talentgericht werken als een professionele benadering die maatschappelijk kwetsbare jongeren vormt en ondersteunt. We onderscheiden hierin drie aandachtsterreinen: ontwikkelwerk, erkenningswerk en verbindingswerk. In paragraaf 1.3 plaat sen we talentgericht werken in een maatschappelijk krachtenveld van vier perspectieven rond talentontwikkeling, te weten het professionele perspec tief, het politieke perspectief, het economische perspectief en het deelne mersperspectief. Deze vier perspectieven brengen elk een eigen manier van denken, spreken en handelen met betrekking tot talentontwikkeling met zich mee. Talent en talentontwikkeling komen we op allerlei manieren tegen en kun nen uiteenlopende betekenissen hebben. Daarom stellen we in deze para graaf vast hoe we deze begrippen betekenis geven in dit boek en wat dat in houdt voor talentgericht werken met maatschappelijk kwetsbare jongeren. Wat is talent? De eerste keer dat het woord ‘talent’ opduikt is in de Bijbel (Mattheüs 25:14 30), waar het een gewichtseenheid betreft voor goud of zilver, maar ook symbool lijkt te staan voor een gave van God die mensen dienen te gebrui ken. Vanaf de veertiende eeuw wordt het woord gebruikt in de betekenis van ‘bekwaamheid, begaafdheid, aanleg en de gave van een fijn onderschei- Omschrijving en positionering

DEEL I

1.1

21

Deel I  Positionering en onderbouwing van talentgericht werken

dingsvermogen’ (Philippa, Debrabandere, Quak, Schoonheim & Van der Sijs, 2003-2009). Talent wordt dus opgevat als gave of aangeboren aanleg. Een andere manier om talent te interpreteren is als ‘verdienste’. Dan gaat het over een bovengemiddelde prestatie die het resultaat is van inzet, in spanning en oefening. Onderzoek naar talent laat doorgaans zien dat niet alleen aanleg, maar ook oefening, omstandigheden en motivatie doorslag gevend zijn wanneer het gaat om de uiting van talent (Gladwell, 2009; Van Hoorik, 2011; Rikers, 2009). Sommigen gaan ervan uit dat je talent niet vroeg genoeg kunt ontdekken, zodat je het vervolgens kunt ontwikkelen. Vanwege de verschillende factoren die van invloed zijn, is het echter moei lijk van tevoren vast te stellen of iemand talent heeft in de zin van ‘het kun nen leveren van uitmuntende prestaties’. Daarom pleiten we voor een meer ontspannen manier van omgaan met het ontdekken van talent. Dat begint met de verkenning van de behoeften en interesses van jongeren, en met het openhouden van de mogelijkheid om van koers te veranderen als blijkt dat hun voorkeur toch naar iets anders uitgaat. Talent is dan niet zozeer iets wat vastligt of wat onmiddellijk zichtbaar is in een persoon, maar gaat meer over waar mensen graag hun aandacht en inspanning aan wijden. In die zin kunnen we spreken van manifeste (waarneembare) en latente (verborgen) talenten. Met genoeg inzet en begeleiding worden jongeren steeds vaardiger en kunnen ze hun vaardigheden als talent ervaren. Er is veel meer diversiteit in soorten talent dan we doorgaans beseffen. Gardner (2002) onderscheidt onder andere cognitieve, sociale, emotionele, creatieve, artistieke en sportieve intelligenties. Hij probeert daarmee ruimte en erkenning te creëren voor allerlei uiteenlopende manieren waarop men sen zich kunnen ontplooien en laat zien hoe waardevol ze zijn voor indivi duen en voor de samenleving. Wat hij onder intelligenties verstaat, is wat we in dit boek talenten noemen. De ruimte die hij maakt voor soorten in telligenties komt overeen met de brede talentopvatting die wij in dit boek hanteren. Door middel van deze brede opvatting geven we meer erkenning aan de algemene menselijke ontwikkeling, met als doel de opvatting van talent als ‘excellente prestaties’ te relativeren. In talentprogramma’s die van uit deze visie werken, kunnen kwetsbare jongeren waardering ervaren voor hun (soms verborgen) kwaliteiten en interesses, waarvoor ze elders geen, of niet genoeg, respect krijgen. Talent Talent is een bekwaamheid of een kwaliteit van een persoon. Dit kan een aan geboren aanleg betreffen, maar veel vaker is talent het resultaat van aandacht, interesse en inspanning van de persoon in kwestie, en van positieve waardering van mensen uit zijn omgeving. Het talent kan manifest (waarneembaar) zijn of latent (verborgen) blijven. Het kan gaan om allerlei bekwaamheden. Jongeren kunnen talent bezitten en ont-

22

1  Talentgericht werken met maatschappelijk kwetsbare jeugd

wikkelen op artistiek, sportief, technologisch of sociaal gebied. Soms passen deze talenten niet in traditionele functionele denkbeelden over wat in nauwe zin ‘nuttig’ is. De sociale omgeving hecht er dan minder waarde aan of staat er minder voor open. Desondanks heeft het talent waarde voor de persoon zelf en is het een manier van zelfexpressie en zelfontplooiing. Wat is talentontwikkeling bij maatschappelijk kwetsbare jongeren? Talentontwikkeling bij maatschappelijk kwetsbare jongeren zien we als het zich bekwamen in bezigheden waarvoor zij belangstelling hebben. Van Hoorik beschrijft in haar literatuurstudie een zestal factoren die de ontwik keling van talent beïnvloeden, te weten: 1 lange en intensieve doelbewuste oefening om een topniveau te behalen; 2 goed doordachte en op het talent afgestemde trainingspraktijken; 3 goede begeleiding; 4 een steunend netwerk; 5 geschikte en bereikbare trainingsfaciliteiten en -omstandigheden; en 6 een groot doorzettingsvermogen (2011, p. 25). In hoofdstuk 3 gaan we uitgebreider in op wat deze factoren betekenen voor het talentgericht werken met maatschappelijk kwetsbare jongeren. Voor nu is het belangrijk te constateren dat veel jongeren bij de meeste van deze fac toren op barrières stuiten die ze zelf moeilijk kunnen oplossen. Toch kun nen ze zelfs onder de moeilijkste omstandigheden het doorzettingsvermo gen hebben om lang en intensief te oefenen (factoren 1 en 6). Maar als ze niet weten hóé ze kunnen oefenen, en geen goede begeleiders, netwerken en faciliteiten beschikbaar hebben (factoren 2-5), dan is de kans op een positie ve talentontwikkeling gering. De kwetsbaarheid van jongeren heeft te maken met zowel hun persoon lijke eigenschappen en omstandigheden als de wijze waarop de samenleving op hen reageert. Onze samenleving heeft individuele prestaties hoog in het vaandel. Mensen zijn steeds meer afhankelijk geworden van hun eigen talent en de eigen inzet om maatschappelijk succesvol te zijn. Deze ontwikkeling leidt enerzijds tot nieuwe mogelijkheden van sociale stijging. Mensen die aanleg hebben, opgroeien onder gunstige omstandigheden en geluk hebben, lukt het om te presteren: je kunt je in onze samenleving opwerken van kran tenjongen tot miljonair. Anderzijds ontstaan er nieuwe vormen van sociale ongelijkheid. Als je over onvoldoende vaardigheden beschikt om te kunnen presteren, als je opgroeit in achterstand of als je ouders je niet stimuleren, lijkt het erop dat je je falen aan jezelf te danken hebt. We hebben met elkaar (vaak impliciete) maatstaven voor wat we ‘normale’ minimale prestaties en ontwikkeling vinden. Jongeren die daar niet aan voldoen, kunnen veel min der meegenieten van maatschappelijk succes. De omgeving vindt dan dat

DEEL I

23

Deel I  Positionering en onderbouwing van talentgericht werken

deze jongeren hun kansen op talentontwikkeling onvoldoende hebben be nut (Van den Bulk, 2011). Hierop komen we in paragraaf 2.1 terug. Naast een onderwaardering voor bepaalde vormen van talent (zoals so ciale en praktische talenten) hebben we als samenleving ook een eenzijdi ge waardering voor welke talenten als nuttig worden gezien. We hebben te weinig oog voor de diversiteit. Jongeren die geconfronteerd worden met deze onderwaardering en eenzijdige waardering van hun talent, ervaren stress, frustratie, boosheid en een gevoel van onrechtvaardigheid (De Bot ton, 2006; Swierstra & Tonkens, 2008; Wansink, 1994). Een groeiende groep jongeren voelt zich in de race om te presteren dan ook achtergesteld, onder gewaardeerd en buitengesloten. Dit kan een negatieve uitwerking hebben op zowel de persoonlijke ontwikkeling van jongeren als op de samenleving. Jongeren kunnen een negatief of laag zelfbeeld ontwikkelen en hebben een grotere kans uit te vallen op school. Veel jongeren zijn door hun voortdu rend falen gaan geloven dat ze niets kunnen en hebben lage verwachtingen ten aanzien van hun toekomstige positie in de samenleving. Toch hebben ze dezelfde idealen als jongeren die het wél goed doen op school. Ook zij dro men ervan om later een goedbetaalde baan te hebben (Van den Bulk, 2011). Een gevolg van deze kloof tussen verwachtingen en dromen kan zijn dat jongeren proberen respect te oogsten bij vrienden, bijvoorbeeld door mid del van delinquent gedrag. Een ander gevolg kan zijn dat ze hun frustratie ten opzichte van andere burgers uiten door een uitdagende houding aan te nemen (zie hoofdstuk 12). Talentontwikkeling is dus afhankelijk van de omstandigheden waarin we ons bevinden en wordt beïnvloed door een combinatie van persoonlijke en maatschappelijke factoren, waarbij niet ieder talent evenzeer aangemoedigd wordt. In onze huidige samenleving wordt cognitief talent meer gewaar deerd dan bijvoorbeeld sociaal, praktisch of artistiek talent. Ook kunnen we spreken van een onevenredige verdeling van aanleg, want niet iedereen heeft evenveel potentie. Jongeren hebben dus ongelijke mogelijkheden om talent te ontwikkelen. De talentontwikkeling van maatschappelijk kwetsba re jongeren dreigt te stagneren en daarom zijn extra aandacht en ondersteu ning van buitenaf nodig. Talentontwikkeling Talentontwikkeling is het zich bekwamen in bezigheden waarvoor maatschap pelijk kwetsbare jongeren belangstelling hebben. Deze bezigheden bevorde ren direct of indirect het functioneren in de samenleving. Bij maatschappelijk kwetsbare jongeren dreigt de talentontwikkeling te stagneren omdat er in de persoon en/of in diens omgeving barrières zijn die het constructief werken aan talenten belemmeren.

24

1  Talentgericht werken met maatschappelijk kwetsbare jeugd

Wat is talentgericht werken? Talentgericht werken is een benadering van sociale professionals die op een ontwikkelingsgerichte manier kijken, denken en handelen; met de focus op het versterken van kennis, bekwaamheden en de kwaliteiten van jongeren (samen ook wel competenties genoemd). We richten ons in dit boek op de ondersteuning en vorming van maatschappelijk kwetsbare tieners en jon geren van 10 tot 23 jaar. Juist voor deze specifieke groep jongeren biedt ta lentgericht werken mogelijkheden tot het overwinnen van barrières die zij tegenkomen in hun ontwikkeling (hoofdstuk 4 biedt een uitgebreide doel groepbeschrijving). Wij beschouwen het begrip ‘talentontwikkeling’ als een middel om jon geren tot hun recht te doen komen. Er bestaan echter ook vormen van ta lentgericht werken waarbij alleen oog is voor de demonstratie van een spe cif íék talent en waarbij de mens erachter minder belangrijk is. In dat geval is talentontwikkeling het doel en de mens die het talent voortbrengt het (vervoer)middel. Deze vorm van talentgericht werken zien we vaker in de commerciële sector, de entertainmentindustrie, in de sport en in de kunst sector. Talentontwikkeling als doel speelt in dit boek geen grote rol. Talentgericht werken als professionele benadering Talentgericht werken vatten we in dit boek op als een specifieke professi onele benadering. We zijn ervan overtuigd dat er visie, creativiteit, lef en inzicht nodig zijn om te kunnen werken aan de ontwikkeling van maat schappelijk kwetsbare jongeren. Talentgericht werken kan niet volstaan met

DEEL I

het volgen van de juiste stappenplannen, maar doet een beroep op de houding en mentaliteit (manier van denken en doen) van sociale professionals. Deze be nadering kent verschillende niveaus van professioneel handelen: technieken, methoden en methodieken. Technieken bevinden zich op het meest praktische niveau van handelen. Denk hierbij aan bepaalde ge sprekstechnieken die sociale professionals toepassen om hun deelnemers te leren kennen: een praatje ma ken, luisteren en observeren. Als verschillende tech nieken in samenhang gebruikt worden om een com plexer of in tijd verder verwijderd doel te bereiken, kunnen we spreken van een methode. Hierop aanha kend gaat het dan bijvoorbeeld om de methode ‘con tact leggen’. Methoden zijn in de praktijk beproefd en vaak ook onderbouwd met een theorie (Liefhebber, Dam & Kluft, 2014). Een methodiek ten slotte, kent een ruimere invulling. Een methodiek is ‘een min of

professionele benadering

methodieken

methoden

technieken

Figuur 1.1 Niveaus van professioneel handelen

25

Deel I  Positionering en onderbouwing van talentgericht werken

meer samenhangend geheel van een mens- en maatschappijvisie, een wijze van rechtvaardiging van deze visie, doelstellingen, methoden of middelen en resultaten van (wetenschappelijk) onderzoek op voornoemde gebieden’ (Hildago & Baert, 1986, p. 1 in: Hermans, 2014). Een methodiek benoemt dus doelstellingen en wijst op de methoden, technieken en middelen die nodig zijn om die doelen te bereiken. Op het gebied van talentontwikke ling bestaan verschillende methodieken. Voorbeelden zijn Doelbewust in ’s-Hertogenbosch en Rambler in Amsterdam. Links naar voorbeelden van methodiekbeschrijvingen staan op de website. In dit boek gebruiken we de term ‘talentprogramma’ als we het hebben over deze methodieken. Het gaat in deze talentprogramma’s om al dan niet gearrangeerde alledaagse ont moetingen en leermomenten die een grote impact kunnen hebben op de beleving, het denken en het gedrag van jongeren als het gaat om de omgang met individuen en groepen die anders zijn dan zij. Voor deelnemers zelf staat in deze programma’s niettemin talentontwikkeling centraal. Ze doen mee aan diverse talentprojecten om ergens beter in te worden, maar onbe wust leren de jongeren op meer vlakken dan ze zich hadden voorgenomen. Aan de basis van talentgericht werken ligt als eerste het zich eigen maken van de overtuiging dat jongeren in moeilijke sociaal-maatschappelijke om standigheden talenten hébben en dat die met de juiste ondersteuning tot ontwikkeling kunnen komen. Verder gaat het om specifieke kennis op ver schillende gebieden (zoals kennis over jongeren, hun belevingswereld, ge drag, emoties en de beïnvloeding daarvan) en een tomeloze inzet om die passende ondersteuning vorm te geven en/of mogelijk te maken. Tot slot gaat het om een kritisch vermogen en daadkracht, om in de bredere maat schappelijke omgeving ruimte en draagvlak te creëren voor de relevantie en meerwaarde van de talenten van die jongeren. Deze zaken werken we in de volgende paragraaf verder uit. In paragraaf 3.2 komt het pedagogische ka rakter van de benadering uitgebreid aan bod. Talentgericht werken Talentgericht werken is een ontwikkelingsgerichte benadering waarbij sociale professionals via gerichte handelingen en aandacht werken aan de versterking van competenties, zelfbeeld, zelfbewustzijn en netwerken van (groepen) maat schappelijk kwetsbare jongeren. Het doel hiervan is om jongeren ondersteu ning te bieden in het ontdekken van interesses, het uitproberen van activiteiten en het doorzetten van inspanningen die een positieve invloed hebben op hun maatschappelijke positie, hun culturele ontplooiing en het greep krijgen op de eigen koersbepaling.

26

1  Talentgericht werken met maatschappelijk kwetsbare jeugd

1.2 Ontwikkelwerk, erkenningswerk en verbindingswerk

Nu we de belangrijkste begrippen hebben gedefinieerd en de benadering hebben gepositioneerd, gaan we in deze paragraaf dieper in op de inhoud van talentgericht werken. We onderscheiden binnen talentgericht werken drie dimensies die kenmerkend zijn voor de ondersteuning van maatschap pelijk kwetsbare jongeren in hun ontwikkeling, te weten: ontwikkelwerk, erkenningswerk en verbindingswerk. We stelden vast dat de persoonskenmerken en persoonlijke en maat schappelijke omstandigheden van kwetsbare jongeren hun positieve talent ontwikkeling tegenhouden. Talentprogramma’s beogen als ontwikkelwerk daarin verschil te maken. Ook stelden we dat we als samenleving niet alle talenten evenveel waarderen. Sociale en creatieve talenten krijgen onterecht minder waardering. Hiervoor is erkenningswerk nodig waarbij jongeren en hun omgeving uitgedaagd worden om meer diversiteit in talent te waarde ren. Ten slotte worden maatschappelijk kwetsbare jongeren te vaak gezien als een categorie die los van of zelfs buiten de samenleving staat. Dit zorgt voor vervreemding en actieve uitsluiting van deze groep. Talentgericht wer ken als verbindingswerk biedt hierin uitkomst. Het werken aan ontwikke ling, erkenning en verbinding loopt in talentprogramma’s door elkaar heen, als een integraal proces. Hierna volgt een nadere uitwerking. Ontwikkelwerk Het uitgangspunt van talentgericht werken is dat jongeren verschillende én ongelijke middelen en mogelijkheden hebben om hun talenten te ontwikke len. Maatschappelijk kwetsbare jongeren zijn daarin benadeeld vergeleken met niet (of minder) kwetsbare jongeren. Ze hebben bijvoorbeeld minder financiële middelen, een minder sterk ondersteunend netwerk en minder kennis en vaardigheden, waardoor het ontwikkelen van hun talenten minder vanzelfsprekend verloopt. Ontwikkelwerk is daarom een belangrijk onder deel van talentgericht werken. Het draagt bij aan talentontwikkeling door programma’s, faciliteiten en begeleiders beschikbaar te stellen die afstem men op de specifieke belevingen en behoeften van jongeren. Dit betekent dat sociale professionals die vanuit een talentgerichte benadering werken, erop attent zijn dat hun deelnemers meer aandacht en aanmoediging nodig hebben, omdat ze worstelen met een negatief zelfbeeld of niet gewend zijn aan positieve aandacht. Ook houdt het in dat ze in sommige gevallen juist corrigerend moeten optreden en duidelijke grenzen moeten stellen aan ne gatief of storend gedrag dat de sfeer van de groep bedreigt. Ontwikkelwerk gaat over het creëren van de optimale omstandigheden voor deelnemers om hun talenten te kunnen ontwikkelen.

DEEL I

27

Deel I  Positionering en onderbouwing van talentgericht werken

Erkenningswerk Een tweede belangrijke dimensie van talentgericht werken is het ruimte bie den aan allerlei (latente) talenten, ook als deze voor schoolscores of op de arbeidsmarkt niet van belang lijken. Dit noemen we erkenningswerk . Jeugd werkers met een talentgerichte visie zoeken in de netwerken van hun deel nemers naar erkenning voor een brede talentopvatting. Als ouders, peers, leraren, pedagogen, reclasseringsambtenaren en andere volwassenen hun visie op ‘waardevolle’ talenten verbreden, kan dit de positieve, stimulerende ervaringen van maatschappelijk kwetsbare jongeren enorm vermeerderen en bijdragen aan hun ontwikkeling. Als samenleving waarderen we verschillende soorten talent op verschil lende manieren. Sommige talenten tellen simpelweg meer mee dan andere. Zo is het als je jong bent op school belangrijker om goed te zijn in taal en rekenen dan in tekenen of turnen. Een uitzondering kan zijn als iemand uit zonderlijk goed is in kunst of sport; dan kan dit manifeste talent positieve waardering en stimulans tot ontwikkeling brengen. Maar wanneer leerlin gen slechts middelmatig presteren in hun hobby’s en het in de ‘echte’ vakken (Nederlands, wiskunde et cetera) niet goed doen, zien ouders en leraren dit normaal gesproken als zorgelijk, of soms zelfs als een verloren zaak. Hier lopen we als samenleving kansen mis om jonge mensen tot bloei te laten komen. We hebben te weinig oog voor andere talenten. Dat komt doordat we (vaak onbewust) uitgaan van een nauwe functionele opvatting van ont wikkeling. Vooral de talenten waarvan we denken dat die bij zullen dragen aan een goede opleiding en betaalde baan tellen mee. Hoogleraar Monique Volman (2011) stelt dat we door een eenzijdige focus op de ontwikkeling van cognitieve talenten grote groepen jongeren die minder goed meeko men, frustreren. Zij waarschuwt dat deze jongeren zullen afhaken, omdat ze op school geen succeservaringen beleven. ‘In de hoogste klassen van het basisonderwijs weten de kinderen de Ci to-scores van de hele klas uit hun hoofd. Kinderen die hoog scoren zijn trots, kinderen die laag scoren zijn dat niet. De vraag is: hoe houden we deze jongeren betrokken?’ (Volman, 2011, p. 9) Jongerenwerk als praktijk voor ontwikkelwerk Shurandy is een Amsterdamse jongerenwerker. Hij bereikt jongeren door op straat contact met ze te maken. Hij is een drumband gestart waarmee hij met deelnemers werkt aan drumvaardigheden, aan groepsidentiteit en aan individu ele ontwikkeling. ‘Als jongerenwerker lever je een bijdrage aan het leven van de jongeren in de hoop dat zij straks volwaardige actieve burgers zijn in de maat schappij, die het zelf redden en weten hoe ze iets van hun leven kunnen maken.’

28

1  Talentgericht werken met maatschappelijk kwetsbare jeugd

In de talentgerichte benadering laten we de scheiding tussen erkende en minder erkende talenten los. In plaats hiervan zien we de ontwikkeling meer integraal. Als we de hobby’s die jongeren energie geven meer erken nen, werkt dit stimulerend voor hun motivatie en zelfbeeld. Alleen die ver andering kan al verbetering brengen in competenties en prestaties die zo gezegd ‘wel tellen’. Verbindingswerk De derde dimensie van talentgericht werken is verbindingswerk . Dit is het bouwen aan duurzame relaties tussen verschillende groepen en organisaties in de samenleving om de talentontwikkeling van jongeren breder te veran keren. Naast het zoeken naar erkenning voor talenten van jongeren, is het belangrijk dat ze daadwerkelijk met hun talenten aan de slag kunnen. Dat betekent dat talentgerichte werkers jongeren helpen een vertaalslag te ma ken: hoe kunnen ze hun ontwikkelde talenten laten gelden? Dit begint met het met elkaar in contact brengen van (groepen) mensen die wellicht voorheen geen contact met elkaar hadden. Dat kan door mid del van een kennismakingsgesprek, maar het kan ook gaan om gelegenhe den waarbij jongeren hun creatieve of sportieve talenten kunnen laten zien. Track the talent is een voorbeeld van een talentprogramma waarbij maat schappelijk kwetsbare jongeren in contact komen met succesvolle mensen uit het bedrijfsleven, zodat ze elkaar leren kennen en van elkaar kunnen leren. De oriënterende gesprekken leiden dikwijls tot (bij)banen voor de deelnemers. In het traject Jongeren Sport Coach in Amsterdam-West, leren jongeren sportactiviteiten organiseren en uitvoeren. Tijdens een feestelijke afsluiting deelt de stadsdeelvoorzitter certificaten uit. Daarna schrijft de be geleider hen in bij een uitzendbureau en kunnen ze betaald aan de slag met hun ontwikkelde vaardigheden. Er is dus een belangrijke taak om jongeren te ondersteunen bij het opbouwen van duurzame netwerken. Naast de verbindingen die sociale professionals buiten het talentprogram ma tot stand brengen, verrichten zij ook verbindingswerk bínnen talent programma’s. Aan deze programma’s kunnen jongeren van uiteenlopende achtergronden deelnemen. Het met elkaar in contact brengen van jonge ren bevordert de ontwikkeling en erkenning van talent. Kwetsbare jongeren kunnen zich optrekken aan jongeren die minder kwetsbaar zijn. Bovendien nemen sommige jongeren een voorbeeld aan andere deelnemers in de ma nier waarop ze functioneren en zich ontwikkelen. Bijvoorbeeld in de manier waarop zij omgaan met feedback of hoe zij een tegenslag verwerken (zie ook hoofdstuk 11). Door met elkaar om te gaan ontdekken deelnemers aan een talentprogramma welke overeenkomsten er tussen hen bestaan. Vaak blij ken er vanwege dezelfde leeftijdsfase en vergelijkbare leefomstandigheden meer overeenkomsten te zijn dan verschillen. De deelnemers merken dat

DEEL I

29

Deel I  Positionering en onderbouwing van talentgericht werken

ze anderen iets te leren hebben en ook zelf van anderen kunnen leren. Als kwetsbare jongeren meer gewend raken aan tegenslag, kunnen ze andere jongeren wellicht leren hoe ze daarmee om kunnen gaan en realiseren ze zich dat ze lang niet altijd (en niet in alle opzichten) kwetsbaar of achterge steld zijn. Wellicht hebben ze in sommige opzichten een voorsprong. Het talentprogramma functioneert zo als een microversie van een samenleving waarin jongeren met verschillende achtergronden samenwerken, elkaar le ren kennen en van elkaar leren.

1.3 Een krachtenveld van perspectieven rond talent ontwikkeling

Talentontwikkeling komt tot stand in een maatschappelijk krachtenveld. Actoren die we tot nu onderscheidden zijn: de samenleving, jongeren en professionals. Deze actoren hebben verschillende perspectieven op talent ontwikkeling van maatschappelijk kwetsbare jongeren. Hiermee bedoelen we dat er verschillende manieren van denken, spreken en handelen ten aan zien van talentontwikkeling zijn. Het verkennen van meerdere perspectie ven helpt om te beseffen dat er verschillende doelen en belangen zijn rond talent, talentontwikkeling en talentgericht werken. Deze perspectieven kunnen elkaar soms versterken en op andere momenten met elkaar botsen. Onderscheid maken in de verschillende perspectieven brengt het risico met zich mee dat we de werkelijkheid eenvoudiger maken dan zij is. Als we een probleem terugbrengen tot één zo’n perspectief, hebben we geen oog voor diversiteit. Het idee van verschillende perspectieven (of logica’s) die gelijk tijdig aanwezig kunnen zijn in praktijken binnen het sociale domein, is door verschillende onderzoekers uitgewerkt (Freidson, 2001; Knijn, 1999, 2004; Van der Laan, 2006; Spierts, 2014a; Verhagen, 2005). Het denken in verschillende perspectieven Logica's zijn verschillende manieren van denken, spreken en handelen ten aan zien van een fenomeen. Mensen komen elkaar zo vaak tegen en praten zoveel over hetzelfde onderwerp, dat zich stilzwijgende vanzelfsprekendheden ont wikkelen: zo doen we dat nu eenmaal. Dit komt voort uit het simpele gegeven dat bij veel vraagstukken meerdere actoren zijn betrokken, en elk zijn eigen lo gica en zijn eigen belangen en doelen heeft. Soms liggen de logica's mooi op één lijn, op andere momenten en bij andere onderwerpen kunnen spanningen ontstaan. In veel gevallen kunnen die met overleg hanteerbaar worden gemaakt of opgelost, maar soms zijn de verschillende logica's uitgegroeid tot welhaast compleet verschillende werelden. Het gesprek tussen die werelden wordt dan soms een dialoog tussen doven. (Wetenschappelijke Raad voor het Regerings beleid, 2009, p. 191)

30

Made with FlippingBook - Online catalogs