Marilene Gathier - Welkom in Nederland
Oefenen voor het inburgeringsexamen lezen, schrijven, luisteren en spreken A2
3 In Nederland regent het vaak. Regent het vandaag ook? En hoe was het weer gisteren?
4 Woon jij liever in een stad of in een dorp? Vertel ook waarom je daar liever woont.
5 In Nederland spreken de meeste mensen twee of drie talen. Hoeveel talen spreek jij? Vertel ook welke taal je het beste spreekt.
Onderdeel 2: luisteren Luister naar de vragen en kies het goede antwoord.
1
Galo en Mirjam bespreken hun plannen voor het weekend. Mirjam zegt: ‘Het wordt zondag mooi weer. Zullen we een dagje naar zee gaan?’ Wat kan Galo het beste zeggen? a ‘Zaterdag gaat het regenen.’ b ‘Ja, goed idee.’ c ‘Prima, maar ik heb geen tijd.’
2
Galo en Mirjam praten verder over hun plannen. Galo vraagt: ‘Hoe wil je dan naar zee gaan?’ Wat is een goed antwoord voor Mirjam? a ‘We kunnen zondag gaan, want dan is het niet druk.’ b ‘We kunnen naar Zandvoort gaan, daar is een mooi strand.’ c ‘We kunnen met de trein gaan, want er zijn misschien veel files.’
3
Mirjam wil zondag met de trein naar Zandvoort gaan. Galo vraagt: ‘Waarom wil je naar Zandvoort?’ Welk antwoord van Mirjam is juist? a ‘In Zandvoort is het station vlak bij het strand.’ b ‘In Zandvoort het station vlak bij het strand.’ c ‘In Zandvoort het station vlak bij het strand is.’
35
Made with FlippingBook flipbook maker