René van Kralingen en Walter Geerts - DOCENT!

1.8 Een hoorcollege geven

Een hoorcollege is een schitterende kans om verhalen te vertellen die inspireren, specifieke vakkennis te etaleren of grotere verbanden te illustreren. De groepsgrootte dwingt je om je informatie te structureren en duidelijk te presenteren. Nieuwe informatie omzetten in eigen kennis verloopt gemakkelijker als de student actief participeert ‒ wat in een hoorcollege maar tot op zekere hoogte mogelijk is. Dit kan echter wel door bijvoorbeeld een intermezzo in te lassen waarin studenten in tweetallen een centraal gestelde vraag moeten beantwoor

den. Ook is het bij een hoorcollege van belang om: • de leerdoelen duidelijk voor ogen te hebben;

• te beseffen wat de relatie met het vorige en het volgende college is; • het betreffende college op te delen in een drietal minicolleges; • te refereren aan een overkoepelende vraag uit het vakgebied.

Overkoepelende vragen behoren centraal te staan in een studieonderdeel, zodat studenten inzicht krijgen in de praktische toepasbaarheid van dit studieonderdeel voor hun toekom stige beroepspraktijk (Wiggins, 1998). Voorbeelden van overkoepelende vragen zijn ‘Hoe zou een goed vakman handelen bij soortgelijke problemen?’ en ‘Waar moet een technische oplossing aan voldoen?’ Dergelijke vragen bieden de studenten de mogelijkheid om ver schillende stukjes van hun kennis te gebruiken om het onderwerp volledig te begrijpen. Een hoorcollege moet zorgvuldig worden ontworpen. Je hebt leerstof en deze probeer je te illustreren opdat de leerstof beter beklijft. Vos, Reehorst, Sibers Tjassens en Simons (1999) geven aanwijzingen voor verhalen ontwerpen, maar je kunt deze ook verrassend goed op hoorcolleges toepassen: • Context binnenhalen: kies een zinvolle en realistische context om de verbinding tussen de leerstof en het maatschappelijk leven buiten de opleiding te leggen. Maak gebruik van een realistische casus. • Identificatie mogelijk maken: hoofdpersonen, casussen en dilemma’s bieden; identifica tiemogelijkheden die de betrokkenheid vergroten. • Verhaallijn gebruiken: om grip op de leerstof te krijgen moeten feiten betekenis krijgen; je kunt de verhaallijn benutten om begrip stapsgewijs op te bouwen. • Voorkennis benutten: je bent didactisch vaardig als je de door studenten geconstrueer de voorkennis als vertrekpunt weet te benutten in het college. • Zinvolle vragen oproepen: nieuwsgierigheid is de beste manier om studenten eigenaar te laten zijn van het proces om de antwoorden hierop te vinden. Nieuwe kennis beklijft dan beter. • Structureren en organiseren: bied om de energie in het college te managen enerzijds ruimte, maar zorg anderzijds voor structuur. • Toetsing en vergelijking mogelijk maken: benut de afsluiting van het college om de leerervaring van studenten zichtbaar te maken. Laat studenten bijvoorbeeld zelf stoei en en experimenteren met criteria die bepalen of het door de leerstof beoogde inzicht aanwezig is.

28

Made with FlippingBook Digital Publishing Software