Bart Bossers, Folkert Kuiken en Anne Vermeer (Red.) - Handboek Nederlands als tweede taal in het volwassenonderwijs

1.1  Inleiding

Zo wordt ook Vincent Bazido, die verschillende talen beheerst, beschouwd als een tweedetaalverwerver van het Nederlands. Zelfs wanneer de t2 beter wordt beheerst dan de moedertaal, blijft die laatste de eerste taal. Met andere woor den: de begrippen eerste taal en tweede taal hebben betrekking op de volgorde waarin de talen geleerd zijn en niet op het beheersingsniveau. Een t2 kan in principe op twee manieren − al of niet in combinatie met elkaar − worden verworven, namelijk ongestuurd (ook wel: natuurlijk ) of gestuurd . Er is sprake van ongestuurde t2-verwerving wanneer iemand een t2 als het ware oppikt, zoals een jong kind zich zijn moedertaal eigen maakt. t2-verwervers zijn in dat geval afhankelijk van het taalaanbod van hun t2-om geving. Gestuurde t2-verwerving vindt plaats wanneer iemand een t2 leert via onderwijs of met behulp van lesmateriaal. Vanwege de selectie van de leer stof en de gevolgde didactiek wordt het verwervingsproces immers gestuurd. Voor gestuurde t2-verwerving wordt ook wel de term t2-leren gebruikt: het je op een expliciete manier eigen maken van de regels en begrippen van een taal (zie hoofdstuk 2 Taalonderwijs en didactiek ). De terminologische problemen worden helaas nog vergroot door het feit dat de begrippen ‘t2-verwerving’ en ‘t2-leren’ vaak door elkaar worden gebruikt. Het begrip t2 wordt in de literatuur in twee betekenissen gebruikt. Ener zijds heeft het betrekking op elke taal die na de moedertaal wordt geleerd; dit is de algemene betekenis van t2. Anderzijds wordt het gebruikt voor situaties waarin die nieuw te leren taal de omgangstaal is van de gemeenschap waarin de verwerver zich bevindt (zoals een Spanjaard die in Nederland Nederlands ver werft); dit is de specifieke betekenis van de term t2. Het begrip t2 wordt soms ook gebruikt voor vreemdetaalverwerving : iemand leert een taal die geen omgangstaal is in de gemeenschap waarin hij zich bevindt − bijvoorbeeld een Spanjaard die aan de Universiteit van Barcelona cursussen Nederlands volgt of een scholier die in het Nederlandse voortgezet onderwijs Frans leert. Bij de voorgaande vijf fragmenten maakten we een aantal opmerkingen over enerzijds de structuur van t2-verwerving (wat zeggen leerders precies en op welke wijze hebben ze die tweede taal verworven?) en anderzijds het tempo van t2-verwerving (wat zijn mogelijke factoren die het tempo en/of het suc ces van de t2-verwerving bepalen?). De structuur van taalverwerving heeft een sterk universeel karakter: de volgorde waarin mensen met verschillende taalachtergronden kenmerken van een taal leren en de fouten die ze daarbij maken, vertonen opmerkelijke overeenkomsten. In tegenstelling tot de univer sele wetmatigheden in de structuur van taalverwerving verschilt het tempo of het succes van de t2-verwerving sterk per individu. In de volgende paragraaf gaan we uitgebreid in op de vraag hoe mensen een tweede taal verwerven. Over dat proces bestaan verschillende theorieën. Strikt genomen zijn het overigens eerder hypotheses, omdat ze elk maar op een (vaak klein) deel van het proces betrekking hebben. Het ontwerpen van theorieën en het opwerpen van hypo-

23

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online