Drs. Jacky van den Dikkenberg - Recht lezen 2

Oefening 1.1

Tekst 1.1

Uitspraak

Rechtbank ’s-Gravenhage Sector Strafrecht Meervoudige kamer parketnummer 09/655049-05 ’s-Gravenhage, 15 december 2006 De rechtbank ’s-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], adres: [adres]. De terechtzitting Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 1 december 2006. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. R.P.H. De Granada, advocaat te Alk maar, is ter terechtzitting verschenen en gehoord. De officier van justitie mr. C.J.L. van Dam heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij gewijzigde dagvaarding te last gelegde wordt veroordeeld tot een werk straf voor de duur van 60 uur, subsidiair 30 dagen hechtenis, waarvan 30 uur, subsidi air 15 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De telastlegging Aan de verdachte is te last gelegd ‒ na wijziging van de telastlegging ter terechtzitting ‒ hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A, en van de vordering wijziging telastlegging, gemerkt A1. Overwegingen met betrekking tot de vrijspraak Verdachte wordt verweten dat hij handelingen heeft gepleegd die als ontuchtig moe ten worden aangemerkt. Het ontuchtig handelen zou hebben bestaan uit het knijpen in en/of betasten/aanraken van de bil(len) van aangeefster, het omhelzen van aan geefster en het ruiken in haar nek. Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen dat verdachte aangeefster in haar billen heeft geknepen of deze heeft betast. Weliswaar is niet uitgesloten dat verdachte in de situatie van een drukke keuken aangeefster aan dit lichaamsdeel heeft aangeraakt,

17

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online