Kees Penninx (red.) - Kiezen en verbonden blijven

1 De oudere bestaat niet Sociaal werk vanuit een levensloopperspectief Kees Penninx

Het oudje van nummer 61 Mevrouw Boerma is 81 jaar; haar man overleed toen ze 66 was. Ze heeft één zoon, die haar veel zorgen geeft omdat hij geestelijk gehandicapt is. Toen ze 70 werd, slaagde ze er niet meer in voor haar zoon en zichzelf te zorgen. Ze moest besluiten haar zoon in een instelling te laten opnemen. Dat was moeilijk, maar ze wilde er ook voor zorgen dat hij bij haar overlijden al een nieuw thuis had. Ze heeft een groot huis, op nummer 61, een winkelpand van voor de oorlog. Toen het haar moeilijker begon te vallen het huis te onderhouden, besloot ze om het zich gemakkelijk te maken. Ze hield huis en tuin summier bij; schoonmaken gebeurde één keer in de week door een hulp die ze inhuurde. Ze liep moeilijker. Zo lang mogelijk bleef ze autorijden, want de wekelijkse rit naar haar zoon wilde ze volhouden. Op een dag moest ze echter onder ogen zien dat ze levensgevaarlijk bezig was. Met pijn in het hart verkocht ze de auto. Ze nam de trein en de taxi als ze haar zoon bezocht, nu eens in de veertien dagen. In diezelfde tijd verdween het postkantoor uit de buurt. En dat was niet het enige. Er was een grote nieuwe supermarkt geopend op het terrein van de oude melkfa briek en het kleine winkelcentrum bij mevrouw Boerma om de hoek liep leeg. De groenteboer sloot, de kaashandel sloot: een voor een verdwenen ze allemaal, binnen een paar jaar. Veel mensen trokken weg; er kwamen onbekenden voor in de plaats. Mevrouw Boerma vroeg maaltijden aan van Tafeltje-dek-je en gaf de man van de rij dende winkel af en toe een doosje sigaren, omdat hij haar boodschappen altijd naar binnen bracht. De hulp in de huishouding heeft ze allang niet meer; met alleen haar AOW kan ze die niet betalen. Ze is nooit een driftig poetsende huisvrouw geweest, maar nu haar ogen slechter worden en ze steeds moeilijker loopt, vervuilt haar huis en kan ze haar voortuintje niet meer bijhouden. Ze schaamt zich voor haar verwilderde voor tuin: ‘Geen gezicht.’ Op straat ontmoet ze soms verwijtende blikken; ze voelt prik kende ogen in haar rug. Buurtbewoners noemen haar ‘dat oudje van nummer 61’. Ze

23

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker