Handboek Taalkunde - Arina Banga, Petra Poelmans, Josefien Sweep en Véronique Verhagen (red.)

1.3 De vorming van de spraakklanken

Opdracht 2 Grafemen en fonemen a In het IPA worden de klanken vaak anders weergegeven dan in de gewone spelling van het Nederlands. Zo noteren we bijvoorbeeld kuchen met een stemloze g als [kʏxə(n)] en liggen met een stemhebbende g als [lɪɣə(n)]. Hoe transcribeer je in het IPA de volgende woorden: boeg , liegen en liegt ? En lucht en luchtdruk ? Doe dat met behulp van de fonetische tekens die je tot nu toe tegenkwam. b Bekijk de woorden boeg en luchtdruk. Hoeveel grafemen telt boeg en hoe veel letters? Hoe is dat bij luchtdruk ? c Geef aan wat het belang van het fonetisch schrift is aan de hand van de woorden aankomen , aandurven en aanpakken en van de woordgroepen in Kampen, in Dublin en in Parijs . d Laat zien wat de grafeem-foneemconversie inhoudt in het geval van het En gelse woord king (‘koning’). Noteer dat woord met de fonetische tekens die je hier tot nu toe tegenkwam en die je voor deze opdracht kunt gebruiken. e De grafeem-foneemconversie is in het Nederlands niet optimaal. Leg dat uit aan de hand van de woorden mies , teun , weid e , does , duif , gijs , schā p e n op het aloude leesplankje c.q. leesbord (zie figuur 1.3).

Veel fonologische informatie is af te lezen van het leesplankje en het leesbord van weleer. Let bijvoorbeeld op de ȯ in bok tegenover de o in hok (vergelijk ook §1.6) (bron: Nationale Beeldbank).

Figuur 1.3

1.3

De vorming van de spraakklanken Met welke organen en hoe maken we spraakklanken eigenlijk? Dit hoort tot het werkterrein van de fonetiek . Daar worden bovendien de geluids- oftewel de akoestische eigenschappen van spraakklanken bestudeerd, en verder nog de wij-

21

Made with FlippingBook Learn more on our blog