Berna de Boer en Birgit Lijmbach - De spijker op de kop

7 ‘Joanna heeft in haar eigen land geneeskunde gestudeerd. Voordat ze in Nederland kan gaan werken, moet ze een taalexamen afleggen en mis schien nog een jaar studeren en stage lopen. Ze heeft …’ ( boeg ) 8 ‘Martha wil volgens mij veel bereiken in de politiek. Ze is secretaris van een politieke partij, ze zit in een bewonerscommissie en nu gaat ze ook nog meedoen aan een tv-programma over politiek. Ze …’ ( timmeren ) V Reageer en gebruik daarbij een uitdrukking. 1 ‘Je vertelde dat je een internetbedrijf hebt. Vertel eens, heb je het bedrijf van iemand anders overgenomen?’ ‘Nee, ik heb het zelf …’ 2 ‘Dit is de laatste vergadering over de organisatie van het feest. Vanmiddag moeten we besluiten wat we gaan doen en wie het regelt.’ ‘Ja, we moeten …’

3 ‘Hoe gaat het met je cursus Nederlands?’ ‘Prima, hoor. Maar die vreselijke “schr”. Ik kan die klank …’

4 ‘Dit project moet voor vrijdag afgerond zijn. Jullie weten dat er nog veel werk voor gedaan moet worden. Dus we moeten deze week allemaal een paar avonden overwerken, en we werken alleen maar aan dit project.’ ‘Met andere woorden: om het voor vrijdag af te ronden, moeten we …’

5 ‘Wanneer beginnen we met de spreekbeurten?’ ‘Volgende week. Wie wil er beginnen? Wie …?’

6 ‘U zegt dat deze cursus autotechniek bedoeld is voor mensen die al een opleiding in die richting hebben gehad. Wat gebeurt er dan nog tijdens die cursus? Wat leren we?’ ‘Het gaat niet meer om de algemene dingen. We …’ 7 ‘Toen je ging studeren, wie hielp je toen met het aanvragen van een beurs, de inschrijving, het zoeken van een kamer enzovoort?’ ‘Niemand. Ik …’

16

Made with FlippingBook flipbook maker