Adrie Meijer - Praktisch woodenboek Nederlands-Zweeds

15

5 . 2

Bijvoeglijk naamwoord

Achter Nederlandse trefwoorden die bijvoeglijke naamwoorden zijn, staat tussen haken de onbepaalde vorm niet-onzijdig (die gelijk is aan de meervoudsvorm en de bepaalde vorm). Bij de Zweedse vertaling worden tussen haken de onbepaalde vorm onzijdig en de onbepaalde vorm meervoud gegeven (die gelijk is aan de bepaalde vorm). Bijvoorbeeld:

wit adj (-te) vit (-t,-a)

⇒ Zo vind je zelf:

Nederlands

Zweeds

en vit stol ett vitt hus

een witte stoel een wit huis witte stoelen

vita stolar de witte stoelen de vita stolarna

Wanneer een vorm identiek is aan de grondvorm, wordt dat aangegeven met (--). Bijvoorbeeld:

tevreden adj (--) belåt | en (-et,-na) ⇒ Het bijvoeglijk naamwoord tevreden heeft dus maar één vorm: tevreden .

Met een laag liggend streepje (__) wordt aangegeven dat die vorm niet bestaat of het gebruik ervan wordt vermeden. Bijvoorbeeld:

bang adj (-e) rädd (__,-a) ⇒ Het gebruik van de ett -vorm van rädd wordt vermeden.

De vorm van vergrotende en overtreffende trap wordt alleen gegeven als ze onregelmatig zijn. Dit geldt overigens ook voor bijwoorden. Bijvoorbeeld:

hoog adj (hoge) hög (-t,-a;högre,högst) graag adv (liever,liefst) gärna (hellre,helst)

Wanneer de verbuiging ontbreekt, betekent dit dat het bijvoeglijk naamwoord alleen predicatief wordt gebruikt in de gegeven vorm. Bijvoorbeeld:

kapot adj (-te) 1 trasig (-t,-a), sönder ⇒ Het bijvoeglijk naamwoord sönder komt alleen in die vorm voor en wordt alleen predicatief gebruikt.

5 . 3

Werkwoord

Achter Nederlandse trefwoorden die werkwoorden zijn, staan tussen haken de onvoltooid verleden tijd derde persoon en het voltooid deelwoord. Daarbij wordt aangegeven met welk hulpwerkwoord de voltooide tijd actief wordt gevormd. De vorm die wordt gegeven is de derde persoon enkelvoud ( ‘ heeft ’ of ‘ is ’ ; ‘ heeft ’ wordt verkort tot ‘ h. ’ ).

Made with FlippingBook flipbook maker