Francis Staatsen en Sonja Heebing - Moderne vreemde talen in de onderbouw
1 Inleiding en achtergronden
Op het vreemdetalenonderwijs in de onderbouw zijn kerndoelen – om pre cies te zijn kerndoelen van de derde generatie (Ministerie van OCW, 2006b, zie bijlage achter in dit boek) – van toepassing. Dit zijn door het Ministerie van Onderwijs opgestelde doelstellingen die tijdens de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs moeten worden nagestreefd. Een precies eindniveau (bij voorbeeld A2 van het Europees Referentiekader) geven de kerndoelen echter niet. De kerndoelen zijn in algemene termen geformuleerd. Scholen moeten de globale kerndoelen zelf concretiseren. Bij de interpretatie van de kerndoelen is ruimte om rekening te houden met de mogelijkheden van specifieke groepen leerlingen, het schooltype, de beschikbare tijd en de wensen van de talensecties. Omdat de kerndoelen op verschillende manieren invulling kunnen krijgen, be schrijven we in dit boek per onderdeel de mogelijkheden om ze minimaal tot maximaal in te vullen. De keuze om de vier taalvaardigheden in aparte hoofdstukken te bespreken wekt misschien de indruk dat het leren van een taal bestaat uit het afzonderlijk leren van de vaardigheden lezen, luisteren/kijken, spreken/gesprekken voeren en schrijven. Dit zou een onterechte voorstelling van zaken zijn. Een vreemde taal leren is geen kwestie van het verzamelen of opstapelen van een aantal vaar digheden. Binnen een communicatieve aanpak van vreemdetalenonderwijs is het van belang om de vaardigheden geïntegreerd (in onderlinge samenhang) aan te bieden. Na de bespreking van de vier taalvaardigheden laten we in hoofdstuk 6 zien hoe de onderdelen vocabulaire en grammatica een plaats kunnen krijgen in het on derwijs in de moderne vreemde talen. In hoofdstuk 7 staan taal en cultuur centraal. Het leren van een vreemde taal is niet los te zien van het verwerven van kennis van de cultuur van het gebied waar de vreemde taal gesproken wordt. Dit geldt in het bijzonder voor talenon derwijs binnen een communicatieve aanpak, waar benadrukt wordt dat com municatie in de vreemde taal ook steeds een interactie met een andere cultuur (of andere culturen) inhoudt. In de tweede generatie kerndoelen (1997) waren voor het onderdeel ‘Taal en cultuur’ nog vier aparte doelen opgenomen die zinvol zijn voor het vreemde talenonderwijs. In de derde en meest recente generatie kerndoelen (2006) zijn deze vier kerndoelen samengevoegd tot één kerndoel. Hoofdstuk 8 heeft als thema’s het Europees Referentiekader, de Nederlandse benaming voor het Common European Framework of Reference for Languages (2001), en het (Europees) taalportfolio, een praktisch instrument dat op het Re ferentiekader is gebaseerd. Het ERK, zoals het Europees Referentiekader vaak kortweg wordt aangeduid, is de laatste jaren uitgegroeid tot een belangrijk in-
18
Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online