Ellen Gerrits, Mieke Beers, Gerda Bruinsma en Ingrid Singer - Handboek taalontwikkelingsstoornissen

1  Taalontwikkelingsstoornissen

samenvatting TOS komt bij ongeveer 7% van de 5-jarige kinderen voor. TOS komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes; in de klinische praktijk is de verhouding vaak 3:1. Het is niet bekend bij hoeveel kinderen er per jaar TOS wordt vastgesteld.

1.4

Prognose Ellen Gerrits, Ingrid Singer & Esther van Niel

Ouders die te horen krijgen dat bij hun kind sprake is van (een vermoeden van) TOS zullen zich afvragen wat dit op de langere termijn betekent voor de ont wikkeling van hun kind. Zal hij of zij altijd taal- en communicatieproblemen houden of kan de taalvaardigheid voldoende verbeteren? Verandert de manier waarop TOS tot uitdrukking komt gedurende de levensloop? In deze paragraaf wordt besproken wat de prognose is van kinderen met TOS. De variatie in de normale taalverwerving maakt het vrijwel onmogelijk om TOS al op heel jonge leeftijd te signaleren. Bij jonge kinderen is er namelijk een (normale) grote spreiding in de leeftijd waarop mijlpalen in de taalverwer ving worden bereikt. De leeftijd waarop een baby het eerste woordje zegt, is meestal 14 maanden (95% van de Nederlandse kinderen) (Schlichting, 1996). De helft van de baby’s doet dit echter al met 8 maanden (Fenson et al., 1993) en er zijn ook baby’s die hun eerste woordje veel later zeggen. Uit de studie van Diepeveen, Dusseldorp, Bol, Oudesluys-Murphy en Verkerk (2016) blijkt dat het daarom belangrijk is om de verwervingsleeftijd van niet slechts één mijl paal, maar een combinatie van mijlpalen mee te nemen in de beoordeling van de taalontwikkeling. Zij lieten zien dat een hoog percentage Nederlandse kin deren zonder TOS talige mijlpalen in het Van Wiechenonderzoek (Laurent de Angulo et al., 2005) behaalt binnen de gestelde leeftijdsgrens, maar dat dit ook geldt voor veel kinderen mét TOS. Het tijdig behalen van een mijlpaal betekent dus niet dat een kind geen TOS kan hebben. Daarmee is de sensitiviteit van de mijlpalen laag. Door mijlpalen te combineren, werd de sensitiviteit vergroot (Diepeveen et al., 2016). Late talkers zijn kinderen onder 2 jaar die laat zijn met het eerste woordje of de eerste tweewoorduitingen. Een groot deel van deze kinderen laat later een nor male taalverwerving zien, maar een substantieel deel blijft taalproblemen hou den. Helaas is niet bekend welke herkenbare kenmerken in de eerste stappen in de taalverwerving van deze kinderen of in hun algehele ontwikkeling voor spellen of de TOS van voorbijgaande aard is (Leonard, 2014). De conclusie die hieruit zou kunnen worden getrokken, is dat het beter is te wachten met inter ventie tot de leeftijd van 3 of 4 jaar, wanneer de normale taalverwerving minder variatie laat zien. Dit is echter onwenselijk, omdat het zou betekenen dat ook kinderen mét TOS worden uitgesloten van een vroege behandeling – en vroe-

26

Made with FlippingBook - Online catalogs