Alessandra Corda, Karel Philipsen en Rick de Graaff (red.) - Handboek VVTO

1 Vvto in Nederland, een historisch overzicht

DEEL I

Paul Groot en Elly Deelder

Het vreemdetalenonderwijs op de basisschool kent een interessante ge schiedenis. De sprong van Franse vertaalles naar het Engels als communica tie- en instructietaal vond niet in één dag plaats. Inmiddels is het een tra ject van ruim dertig jaar, en de ontwikkelingen zetten zich krachtig voort. Dit hoofdstuk beschrijft in vogelvlucht de geschiedenis van het vreemde talenonderwijs op de basisschool: van de introductie van Engels in 1981 en de verplichting ervan in 1986, naar Duits en Frans als ‘ontmoetingstalen’ en de Europese en nationale ambities, tot en met de enorme groei van vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto) de laatste jaren, de kwaliteitscontrole en de start van tweetalig primair onderwijs. In Nederland ontbrandt in 1972 een discussie over invoering van een vreemde taal in het funderend onderwijs bij een voorontwerp van de Wet op het basisonderwijs. De voorkeur voor Engels in plaats van Frans of Duits leidt tot verhitte meningsverschillen. Toch is dan al het besef door gebroken dat Engels een steviger positie verkrijgt als voertaal voor inter nationale contacten. Dit blijkt duidelijk uit een memorie van antwoord van minister en staatssecretaris aan de Tweede Kamer uit juni 1980, in de periode vóór de invoering van de Wet op het basisonderwijs. Hieruit het volgende citaat: De keuze van Engels is gebaseerd op de volgende overwegingen: A Engels vervult in nog steeds toenemende mate de functie van lingua franca in vele delen van de wereld, zo is in de meeste West-Europese landen in het onderwijs Engels de eerste vreemde taal; B in alle vormen van het voortgezet onderwijs is er voor Engels een structurele (en wettelijke) basis aanwezig om voort te bouwen op hetgeen in het basis onderwijs is geleerd;

1.1 Een eerste aanzet, 1972-1980

25

Made with FlippingBook - Online magazine maker