Alessandra Corda, Karel Philipsen en Rick de Graaff (red.) - Handboek VVTO

Handboek vroeg vreemdetalenonderwijs

ze verslag gedaan in het Early Language Learning in Europe-project (ELLiE-project). Dit project geeft inzicht in de wijzen waarop en met wel ke effecten verschillende EU-lidstaten invulling geven aan vvto. Het internationale perspectief is ook aanwezig in de bijdrage vanMach teld Moonen over het gebruik van het Europees Referentiekader voor de moderne vreemde talen en vvto. Sharon Unsworth, ten slotte, gaat in op meertaligheid en het jonge kind in de thuissituatie, en licht de verschillen met meertaligheid in het onder wijs toe. Deel II De invoering van vvto: stand van zaken De genoemde landelijke samenwerking en afstemming hebben geleid tot min of meer breed gedeelde opvattingen: hoe we in Nederland het best vvto kunnen verzorgen, en welke randvoorwaarden daarvoor nodig zijn. Marianne Bodde-Alderlieste en Karel Philipsen gaan daar samen in het eerste hoofdstuk uitgebreid op in. Daarin wordt door middel van vier ven sters een inkijkje gegeven in de kernprincipes van vvto. Taalontwikkeling, leerinhouden, organisatie en de competenties van leerkrachten komen aan de orde. Vervolgens wordt een invoeringstraject beschreven, waarmee scholen een meerjarenplan kunnen opzetten om te voldoen aan de eisen van het keurmerk vvto, dat vanzelfsprekend gebaseerd is op de Landelijke standaard vvto. Het tweede hoofdstuk van Marianne Bodde-Alderlieste heeft Content and Language Integrated Learning (CLIL) in het basison derwijs als onderwerp: waar (delen van) andere vakken en activiteiten in het Engels worden gegeven, met aandacht voor taal en voor inhoud. CLIL heeft haar waarde ruimschoots bewezen op vo-scholen met tweetalig on derwijs. Het blijkt ook een effectieve didactiek te zijn in het po; een mes dus, dat zelfs aan meer dan twee kanten kan snijden. Bertil Geurts, Rick de Graaff en Bas Hemker doen verslag van het Peri odiek Peilingsonderzoek (PPON) Engels en het vvto-Eibo-onderzoek dat op vvto-scholen van het netwerk van EarlyBird is uitgevoerd. In beide on derzoeken is een vergelijking gemaakt tussen vvto-scholen en scholen met Eibo. Er worden kleine maar positieve verschillen in de opbrengsten voor vvto gesignaleerd, waarbij die voor de spreekvaardigheid het sterkst zijn. Opvallend zijn de grote verschillen in de tijd die scholen aan vvto beste den. Er zijn ook aanzienlijke verschillen in de opbrengsten tussen scholen, die wellicht ook met de kwaliteit van het programma te maken hebben. Marja van Erkel beschrijft het kwaliteitsbeleid vvto Engels. Op basis van de Landelijke standaard vvto heeft EarlyBird de Kijkwijzer ontwikkeld. In een onderzoek is gekeken of, en hoe, de kwaliteit van vvto-programma’s meer langs de lijnen van het inspectorale beoordelingskader kan worden gemeten. Zij doet de aanbeveling om de inspectie de wettelijke taak te ge ven de kwaliteit van het Engels in het primair onderwijs te bewaken.

20

Made with FlippingBook - Online magazine maker