Alessandra Corda, Karel Philipsen en Rick de Graaff (red.) - Handboek VVTO

Inleiding

Vreemde talen en Engels op de basisschool

Frans, Duits of Engels? In De gelukkige klas laat Theo Thijssen meester Staal (zijn alter ego?) zich een paar avonden buigen over de vraag welke van deze drie talen zijn leerlingen zouden volgen. Het was niet zozeer een keuzevak: meester Staal bepaalde, en hij ging daarbij niet over één nacht ijs wie voor welke taal in aanmerking moest komen. Zelf moest hij van zijn vrouw een onderwijsakte Frans halen ‘om hogerop’ te komen. Dat deed hij contrecoeur: meester Staal hield liever, en buiten het zicht van zijn vrouw, de gebeurtenissen van zijn leerlingen en school in een dagboek bij. Het verhaal is halverwege de jaren twintig van de vorige eeuw gesitueerd. Op de muur van het helaas gesloten Onderwijsmuseum in Rotterdam hangt als kunstwerk het rapport van de schrijver Bob den Uyl, waarmee hij in 1940 overging van de vierde naar de vijfde klas van de lagere school. Bob den Uyl was in 1930 om de hoek van dat gebouw op de Botersloot geboren. Op zijn rapport was ongetwijfeld ruimte gereserveerd voor Frans of En gels, dat hij in de hogere klassen zou kunnen krijgen. Het Onderwijsmuse um is verplaatst naar Dordrecht en is in 2014 (gelukkig) heropend. Zomaar twee voorbeelden uit de Nederlandse literatuur, waaruit blijkt dat de status van de vreemde talen in het Nederlandse basisonderwijs niet al tijd hetzelfde is geweest. In Handboek vvto beschrijven Paul Groot en Elly Deelder een deel van de geschiedenis daarvan, waarbij ze de jaren zeventig van de vorige eeuw als startpunt namen. Ook toen was er een fel debat in de Tweede Kamer, onder andere over de vraag waarom Engels de dan te verplichten taal moest zijn – en niet Frans of Duits. In 1986 wordt Engels een verplicht vak voor alle leerlingen en – op enkele uitzonderingen na, veelal in de grensstreek – ook de enige moderne vreemde taal. Vanaf au gustus 2006 is het wettelijk mogelijk dat basisscholen Frans en Duits aan bieden. Ook kunnen ze Spaans aanbieden; daar moet echter afzonderlijk toestemming voor worden verleend door het ministerie. Uit Eibo (Engels in het basisonderwijs) voor groep 7 en 8 is vanaf het begin van de jaren negentig het programma ontwikkeld dat we nu kennen als vroeg vreemde talenonderwijs (vvto). Oudere basisschoolleerkrachten weten nog goed hoe ze hun ‘bevoegd heid Eibo’ konden behalen. Tussen 1984 en 1987 was er een niet-verplichte cursus, die zonder afrondend examen taalvaardigheid werd aangeboden. Eibo is nooit echt tot wasdom gekomen, en dat had weer zijn gevolgen voor de aandacht voor die taal in het curriculum op de pabo. Een deel van

13

Made with FlippingBook - Online magazine maker