Katja Verbruggen, Henny Taks en Eefke Jacobs - Taaltalent deel 3

Uitvoeren

Opdracht 13 Verander de zinnen. Gebruik de woorden tussen haakjes. Zeg daarna de zinnen hardop.

Voorbeelden: Vandaag was ik af. (morgen) Morgen was ik af.

Vandaag was ik af. (schoonmaken) Vandaag maak ik schoon.

Vandaag was ik af. ( koken ) Vandaag strijk ik. ( Morgen )

1 2

3 Morgen doe ik de was. ( de vuilniszakken buitenzetten ) 4 In Nederland werken veel vrouwen. ( In mijn land ) 5 Mijn vader verzorgt de bejaarden. ( helpen ) 6 In het weekend was ik de auto. ( Op maandag ) 7 Door de week werkt hij als vrijwilliger. ( Op zijn vrije dagen ) 8 Hij begrijpt mij niet. ( snappen )

Opdracht 14 Meneer Willems is ziek en kan niet voor zichzelf zorgen. Hij krijgt regelmatig hulp van de thuiszorg (Jessica). Daarnaast krijgt hij hulp van zijn zoon (Jan), zijn zus (Monique) en de buurman (Hendrik). Ze hebben een duidelijke taakverdeling. Maak het schema compleet. Cursist A gebruikt het schema hieronder. Cursist B kijkt op bladzijde 37. Gebruik zinnen met inversie.

Voorbeeld: Cursist A:

Wat doet Jan op dinsdag? Cursist B: (stofzuigen) Op dinsdag stofzuigt Jan.

Cursist A

Jessica

Jan

Monique

Hendrik afwassen

de woonkamer schoonmaken

de planten water geven

dinsdag

de wc schoonmaken

strijken

woensdag donderdag

boodschappen doen de badkamer schoonmaken

de ramen wassen

vrijdag

27

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online