Margot Scholte, Hanneke Felten en Ard Sprinkhuizen - Opgelet!

1  Waarom signaleren?

van jongerenof het in standhouden van een speeltuintje op te lossen, kanmen eenberoepdoenophulp- endienstverleningdoormaatschappelijkeorganisaties en socialeprofessionals. Daarbij wordt er eerst gekekenof er oplossingen zijnop ‘collectief’ niveau (dusgeenmaaltijdaanhuisbezorgenbij eenoudere,maar aan sluitenbij eenbuurtrestaurant alsRestoVanHarte). Pas in laatste instantiewordt individuelehulpverleningaangeboden. Naast deze veranderingen in de inrichting van de ‘verzorgingsstaat’, waarbij dus veel meer een beroepwordt gedaan op de individuele en de onderling ge organiseerde zelfredzaamheid van de burger (er wordt wel gesproken over een ‘verschuiving van de verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving’), wordt ookde tweedelijnszorgmindermakkelijk toegankelijk.Het gaatombijvoorbeeld de AWBZ (voor ouderen en psychiatrisch patiënten), de Jeugdzorg en beschut te arbeid (sociale werkplaatsen). De overheid is vanmening dat deze zorg veel te duur is geworden. Bovendien stijgen deze kosten snel door onder andere de vergrijzing.Ookvindtdeoverheiddatburgersdie tweedelijnszorgkrijgen, veel te afhankelijkwordenvanhulp.Metprofessionelehulpuitde ‘eerste lijn’worden ze aangemoedigd zo veel mogelijk zelf te doen voordat ze professionele hulpverle ners uit de gespecialiseerde ‘tweede lijn’ inschakelen. Dat betekent dat cliënten die eerst eenberoepdedenof kondendoenopbijvoorbeeldbehandeling ín een instelling, nudezorgaanhuiskrijgenof ambulantwordenbegeleid.Hetbetekent ook dat kwetsbare burgers, bijvoorbeeldmet ernstige psychische problematiek, vaker ineengewonewijkwonenennietmeer ineen intramurale setting.Omdit te kunnen realiserenmoet de rol die de eigen sociale netwerken en het sociaal werk spelen, onherroepelijkgroterworden. Doelgroep In de jaren negentig van de vorige eeuw richtte het sociaal werk zich vooral op de burger die hulp zocht. Nu richtmen zich steedsmeer op kwetsbare burgers die niet in staat zijn zelf gerichte hulp te vragen (Jehoel-Gijsbers, 2004; Van Re genmortel, 2008; Hoijtink, 2008; Linders, 2010; Scholte, 2010). Het gaat meest al om burgers met een reeks aan problemen, die in elkaar grijpen en elkaar in standhouden. Sommigenhebbenhun vertrouwen in instanties enprofessionals verloren, anderen beheersen de regels van het sociale verkeer niet voldoende, waardoor hun vaakde deurwordt gewezen: vandewerkvloer enhet ziekenhuis tot aande socialedienst. Dezeburgershebbenweinigcontacten,weinig toegang tot hulpbronnen inhun eigenomgeving en lopengrotekans geïsoleerd te raken. Hans van Ewijk (2010) spreekt in dit kader van het belang van het begeleiden vanmensen die sociaal onhandig zijn, juist in een tijdwaarin een groot beroep wordt gedaanop sociale vaardigheden en sociaal functioneren in een complexe omgeving. Belangrijkomtebenadrukken isdatookdeze ‘kwetsbareburgers’ capaciteiten enkrachtenbezittenwaarmeezezichkunnen redden.Het iseenvandekernkwa-

12

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker