Martine Noordegraaf en Gert Vierwind (red.) - Hulpverlening aan jeugd en gezin
DEEL I Praktijk
Inleiding
Opvoedingsondersteuning is hot . InheelNederland isdeaandachtvoorgezin, opvoedingenopvoedingsondersteuningdeafgelopen jarenflink toegenomen. Datheeftgeleid totdeopzet vanOpvoeddebatten, deWeekvandeOpvoeding endeDagvanhetGezin: allemaal nieuwe verschijnselendiepakweg tien jaar geleden nog niet bestonden. Ook de regering is zich steeds intensiever gaan bezighoudenmet dit thema, wat ondermeer heeft geleid tot het ontstaan van deCentravoor Jeugd enGezin. Indit hoofdstukwordt besprokenwat de gevolgen vandeze ontwikkeling zijnvoordehulpverlening.Hoeben jij alshulpverlenerbezigmetopvoedings ondersteuning?Wat zijnde trends, enhoekun jij daarop inspelen?Denadruk indit hoofdstuk ligt opde vraagwat de werkzame factoren zijn inde systeem gerichte behandelpraktijk van opvoedingsondersteuning aan gezinnen met kinderen tussende twaalf en zestien jaar: ■ systeemgericht: opvoedingsondersteuning werd vroeger alleen gericht op de ouders. Het belang van een systeemgerichte benadering, waarbij niet alleen ouders, maar het hele gezin (actief) betrokkenwordt in de onder steuning, wordt echter steedsmeer onderkend. Zo steldeDelfos al in2005 dat ouders enhunkinderengezamenlijk eengezins systeem vormen endat hulp daarom op beide groepen gericht zoumoeten zijn. De definitie van Nabuurs (2007) isdaarbij leidend. Systeemgerichtwerkenbetekentvolgens hem dat de ‘hulpverlening niet alleen is gericht op de losse gezinsleden, ook niet op het geheel, maar op de doelgerichte betrekkingen tussen alle ledenvanhet gezin’ (Nabuurs, 2007). Moeder geeft aan dat het in huis nietmeer gezellig ismetMichael. Hij houdt zich niet aan de gemaakte afspraken en komt bijvoorbeeld standaard te laat thuis. Hij ruimt zijn kamer niet op, raakt spullen kwijt, laat alles slingeren en hangt een groot gedeelte van de dag achter de computer. Daarnaast lijkt het wel alsof hij vindt dat dewereldomhemdraait: hij bepaaltwat erwordt geke ken op tv en leent als zijn band lek is zonder vragen de fiets van zijn broertje. En als hij hieropwordt aangesproken, reageert hij brutaal of nonchalant. Daar naast heeft hij kortgeleden verteld al verschillende keren te hebben geblowd. Kortom: de situatiebegint uit dehand te lopen, en Sandra enhaarmanPieter willendatdaar verandering inkomt. Moeder Sandrameldt zichmet een aantal opvoedvragenbij de telefoondienst van een instelling voor opvoedingsondersteuning. Ze klinkt gestrest en geeft aanvermoeid te zijn.Het gaatomhaar vijftienjarige zoonMichael, dieflinkpu bergedrag laat zien. Michael is demiddelste van drie jongens, heeft een lichte vormvanPDD-NOSen zit inhavo3.
28
Made with FlippingBook - Online catalogs