Marilene Gathier - Schrijf Vaardig 3
woordvolgorde 1
Oefening 10 Wat komt eerder, de tijd of de plaats?
De komt in principe voor de . (Maar: wat je het belangrijkste vindt, zeg je eerst. Zie ook blz. 35) Maak de zinnen af. Gebruik de woorden die erboven staan en zet de tijd steeds voor de plaats. 1 in Utrecht – dochtertje en ik – zijn – geweest – gisteren Mijn
2 volgende week – gaat – naar de brugklas Ze
3 sinds een paar jaar – krijgt – de schoolboeken – van de overheid Je
4 wel zelf – moet – op de middelbare school – de rest van de spullen – aanschaffen Je
5 zijn – gegaan – eerst – naar V&D – daarom We
6 allerlei schoolspullen – kunt – op de schoolcampus – in de zomervakantie – kopen Je
7 voor die schoolspullen – veel geld – betalen – overal – moet Je
33
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker