Miguel-Ángel Tavera-Gaona - Taaltempo Spaans
Miguel-Ángel Tavera-Gaona
? TAALTEMPO Spaans TRA I N I NG VAN B EGR I P EN ANTWOORD
!
! ?
!
?
!
? ? !! !!
!
? ? ?
! ! !
Taaltempo Spaans is gebaseerd op Taaltempo Italiaans van Pauline Kuiper-Jong, die de Taaltempo-methode heeft ontwikkeld. Behalve voor Spaans en Italiaans zijn er Taaltempo-uitgaven voor de talen Duits, Frans, Engels en Nederlands.
Taaltempo Spaans Training van begrip en antwoord
Miguel-A´ ngel Tavera-Gaona
tweede, herziene druk
c
u i t g e v e r ij
c o u t i n h o
bussum 2011
H 2005 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden.
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elek tronisch, mechanisch, door fotokopiee¨n, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wet telijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).
Eerste druk 2005 Tweede, herziene druk 2011
Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl
Omslagontwerp: Studio Mouche, bewerking Studio Pietje Precies | bno, Hilversum Vormgeving binnenwerk: The DocWorkers, Almere
Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.
ISBN 978 90 469 0284 4 NUR 634
Voorwoord bij de tweede, herziene druk
In deze tweede, herziene druk van Taaltempo Spaans zijn de inlei ding, de toelichting en de kaders boven de oefeningen veranderd. De oefeningen zelf zijn gelijk gebleven. Om de stof van de oefeningen inzichtelijker te maken, zijn in de kaders boven de oefeningen alleen de nieuwe grammaticale ele menten vermeld, met een voorbeeld bij ieder onderdeel. In een overzicht voor in het boek staat vanaf welke oefening een bepaald grammaticaal element getraind wordt. Omdat Taaltempo Spaans gericht is op de spreektaal komen drie tijden niet in de oefeningen voor: de prete´rito anterior van de aantonende wijs, en de futuro imperfecto en de futuro perfecto van de aanvoegende wijs. Het gebruik van alle andere werkwoordstijden en grammaticale elementen kunnen cursisten thuis of in de les trainen met dit boek. Ik hoop dat velen er met plezier mee zullen werken.
Miguel-A´ ngel Tavera-Gaona Voorjaar 2011
Inhoud
Inleiding
7
Praktische aanwijzingen voor de cursist thuis
9
Overzicht van onderwerpen per oefening
10
De afdekkaart
14
Ejercicios
15
Inleiding
Voor de meeste mensen die een taal leren, is spreekvaardigheid het belangrijkste leerdoel. Bijna alle moderne methodes zijn dan ook communicatief opgezet. Toch blijken veel taalleerders, zelfs na jaren studie, moeite te hebben met het geven van een vlotte en adequate reactie op een vraag of opmerking. Zij verliezen veel tijd met het begrijpen of met het vertalen naar de moedertaal en vervolgens met het zoeken naar de juiste vorm. De reactietijd wordt daardoor te lang, waardoor een gesprek maar moeizaam verloopt. De communicatieve methodes geven vaak te weinig oefenstof om de vaardigheden van begrijpen en antwoorden te automatiseren. Bovendien ontwikkelen studenten op den duur vaak strategiee¨n om moeilijke grammaticale vormen te omzeilen. Taaltempo Spaans is erop gericht om het gebruik van de grammatica, o´ o´ k de moeilijkere elementen, te automatiseren. Het niveau wordt ge leidelijk opgevoerd, waardoor de cursist als vanzelf leert schakelen tussen enkelvoud en meervoud, tussen mannelijk en vrouwelijk, tussen verschillende werkwoordstijden en tussen de aantonende en de aanvoegende wijs. In de oefeningen worden nieuwe gram maticale elementen getraind, terwijl de elementen uit de voor gaande oefeningen worden herhaald. Elke oefening bestaat uit twee delen, deel A en deel B. In deel A worden vooral werkwoorden en voornaamwoorden ge oefend. Hierbij is een streeftijd aangegeven waarbinnen de vragen beantwoord moeten worden. In deel B staan de grammaticale vormen meer in een context. Er zijn vragen met zelfstandige naamwoorden die in de antwoorden herhaald of vervangen moeten worden. De antwoorden kunnen zowel bevestigend als ontkennend zijn. Bij deel B is geen streef tijd gegeven, omdat er vaak meerdere antwoorden mogelijk zijn.
7
Taaltempo Spaans is zowel thuis als in de les inzetbaar: individu eel, in tweetallen of in groepen. Thuis kunnen cursisten (hardop) trainen om het eigen tempo op te voeren. Doordat de antwoor den achter elke vraag staan, worden fouten meteen gecorrigeerd. In de les kan de docent vragen stellen om te toetsen of gramma ticale structuren tot de actieve kennis behoren. Soms zijn maar een paar vragen per bladzijde nodig. Maar de cursisten kunnen ook in groepjes van twee oefenen, waarbij de ene cursist vragen aan de ander stelt uit het boek. De docent fungeert dan als vraagbaak en corrigeert verder de uitspraak in de verschillende groepjes.
8
Praktische aanwijzingen voor de cursist thuis
– Zorg ervoor dat je een kookwekker, stopwatch of horloge bij de hand hebt.
– Bedek met de afdekkaart de rechterkolom van de oefening.
– Lees de eerste vraag uit de linkerkolom hardop voor en geef vervolgens, ook hardop, antwoord.
– Schuif de kaart een regel naar beneden en controleer het antwoord. Maak zo een oefening af. Herhaal de oefening tot je hem op tempo en zonder fouten kunt doen. – Aan het eind van deel A van iedere oefening staat de streef tijd. Als het je lukt de oefening correct uit te voeren binnen deze tijd, is het gebruik van de grammaticale elementen ge automatiseerd. Er is sprake van automatisme als je niet meer vertaalt naar je moedertaal. – Onder deel B van iedere oefening staat geen streeftijd: hier zijn meerdere antwoorden mogelijk. Probeer ook hier door herhaling het tempo op te voeren en je eigen ritme te cree¨ren.
9
Overzicht van nieuwe onderwerpen per oefening
Ejercicio 1 pa´ gina 15
Presente
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott) Wederkerend voornaam woord
soy, trabajo, estudio
Pronombre reflexivo
me llamo, se llama
Pronombre o adjetivo posesivo
Bezittelijk voornaam woord
mi novio, tu amiga
Ejercicio 2 pa´ gina 18
Pronombre indefinido
Onbepaald voornaam woord
uno, ninguno, alguno
Ejercicio 3 pa´ gina 21
Pronombre complemento indirecto
Voornaamwoord als mee werkend voorwerp
me gusta, te doy
Ejercicio 4 pa´ gina 24
se´ hablar Ingle´s, voy a tomar
Perı´frasis verbal
Combinatie van een ver voegd werkwoord met een infinitief
Verbo auxiliar modal Pronombre demostrativo
Modaal hulpwerkwoord quiero llamar, prefiere pagar
Aanwijzend voornaam woord
este, esas, aquel
Ejercicio 5 pa´ gina 27
Estar + participio Estar + voltooid deel woord
esta´n cansados, esta´ cerrada
10
Ejercicio 7 pa´ gina 36
Pasiva refleja
Lijdende vorm met ’se’
se siente, se produce
Ejercicio 8 pa´ gina 40
Gerundio
Gerundium (vgl. de Engelse ing-vorm)
estoy estudiando, esta´ trabajando
Ejercicio 9 pa´ gina 45
Pronombre complemento directo
Voornaamwoord als lijdend voorwerp
lo compro, la puede reservar
Ejercicio 10 pa´ gina 50
Prete´rito perfecto Voltooid tegenwoordige tijd (vtt)
he terminado, ha hecho
Pronombre recı´proco
Wederkerig voornaamwoord
nos hemos encontrado, os habe´is escrito
Ejercicio 11 pa´ gina 55
Imperativo
Gebiedende wijs
diga, sı´rvame
Ejercicio 13 pa´ gina 63
Prete´rito indefinido
Onvoltooid verleden tijd (ovt) I
gane´, perdio´ , visito´
Ejercicio 15 pa´ gina 74
Prete´rito imperfecto
Onvoltooid verleden tijd (ovt) II
trabajaba, vivı´a, producı´an
Ejercicio 17 pa´ gina 86
Prete´rito pluscuamperfecto
Voltooid verleden tijd (vvt)
habı´a imaginado, habı´amos dado
11
Ejercicio 18 pa´ gina 91
Pronombre o adjetivo numeral ordinal
Rangtelwoord
primero/a, segundo/a, tercero/a
Ejercicio 19 pa´ gina 97
Futuro
Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (ottt)
tendre´, podre´is, dira´
Ejercicio 20 pa´ gina 102
Condicional
Onvoltooid verleden toekomende tijd (ovtt)
serı´a, vendrı´a, habrı´a
Ejercicio 22 pa´ gina 112
Futuro perfecto Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)
habra´ comido, habra´n llegado
Ejercicio 23 pa´ gina 116
Condicional perfecto
Voltooid verleden toekomende tijd (vvtt)
habrı´an llamado, habrı´ais ido
Ejercicio 24 pa´ gina 120
Pronombre relativo
Betrekkelijk voornaamwoord
dice que, fuimos donde
Ejercicio 25 pa´ gina 124
Presente de subjuntivo Oracio´ n subordinada nominal
Ott van de aanvoegende wijs
que sufras, quiero que hablen no pienso que me comprenda, no veo que este´ mejor
Nominale bijzin
Ejercicio 28 pa´ gina 137
Prete´rito perfecto de subjuntivo
Vtt van de aanvoegende wijs
te hayas callado, lo haya olvidado
12
Ejercicio 29 pa´ gina 143
Prete´rito imperfecto de subjuntivo
Ovt van de aanvoegende wijs
querı´a que fueras, no me gustarı´a que comie´ ramos juntos
Ejercicio 30 pa´ gina 148
Prete´rito plus cuamperfecto de subjuntivo
Vvt van de aanvoegende wijs
hubieses aceptado, fue sorprendente que lo hubie´ ramos descubierto
Ejercicio 31 pa´ gina 153
Oracio´ n subordinada adverbial
Bijwoordelijke bijzin ira´ cuando haya
terminado, nos dejara´n entrar aunque lleguemos tarde
Ejercicio 33 pa´ gina 163
Exclamativa
Uitroep
¡ojala´ vuelva!, ¡que´date!
Interjeccio´ n Tussenwerpsel
¡oh!, ¡eh!
Ejercicio 34 pa´ gina 169
Estilo indirecto Indirecte rede
dicen que han acabado, pregunta si ya cerraron
13
De afdekkaart
2,5 - 3 minutos
Streeftijd voor bovenstaande oefening.
sı´, // no, no
// Staat tussen antwoorden die beide goed zijn. Hier: 1. Sı´, voy a salir. 2. No, no voy a salir.
(no)
Woorden tussen haakjes zijn facultatief.
/ Staat tussen twee vormen die beide goed zijn. Hier:
novio/a estos/as
novio estos
novia estas
yo fuera / fuese
yo furea yo fuese
(.....)
Vul hier zelf wat in.
{!}
Geef antwoord in de gebiedende wijs.
{!!}
Geef als volgt antwoord: Zinnen met ¡Oh! antwoorden met ojala´ + subjuntivo (uitroepzin). Zinnen met ¡Eh! antwoorden met quiza´s + subjuntivo (twijfelzin).
Met de kaart de antwoorden afdekken en na elk antwoord e´ e´n regel naar beneden schuiven voor controle.
14
Ejercicios
Ejercicio 1
Presente
Onvoltooid tegenwoordige tijd (ott)
soy, trabajo, estudio
Pronombre reflexivo
Wederkerend voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord
me llamo, se llama
Pronombre o adjetivo posesivo
mi novio, tu amiga
A
¿eres? ¿y e´l?
soy
es es
¿y ella?
¿sois?
somos
¿y ellos?
son soy
¿y tu´ ?
¿trabajas?
trabajo trabaja
¿y e´ l?
¿y vosotros?
trabajamos
¿estudias?
estudio estudia estudian
¿y e´l?
¿y ellas? ¿somos?
sois // son eres // es
¿soy?
¿y usted?
soy
¿(usted) se llama?
me llamo estudiamos trabajamos
¿estudia´ is? ¿trabaja´ is?
¿y ellos?
trabajan estudio
¿(usted) estudia?
¿y ustedes?
estudiamos
1 minuto
15
B
¿eres holande´ s?
sı´, // no, no soy holande´ s
¿y e´l?
(no) es holande´s (no) es holandesa
¿y ella?
¿co´ mo te llamas?
me llamo Marı´a // (.....) se llama Marta // (.....) sı´, // no, no somos de A´ msterdam (no) son de A´ msterdam sı´, // no, no somos alemanes (no) es de Rotterdam me llamo Pedro // (.....) sı´, // no, no trabajo en Rotterdam (no) trabaja en Rotterdam sı´, // no, no trabajamos juntos (no) son alemanes sı´, // no, no soy de Rotterdam
¿y ella?
¿sois de A´ msterdam?
¿y ellos?
¿sois alemanes?
¿y ellos?
¿eres de Rotterdam?
¿y ella?
hola, ¿co´ mo te llamas? ¿trabajas en Rotterdam?
¿y e´l?
¿trabaja´ is juntos?
tu´ eres Javier, ¿verdad? ¿co´mo se llama e´ l? ¿es usted de Madrid?
sı´, // no, no soy Javier se llama Pedro // (.....)
sı´, // no, no soy de Madrid
¿y ella?
(no) es de Madrid estudio // trabajo estudia // trabaja
¿(usted) estudia o trabaja?
¿y ella?
¿es usted espan˜ol? sı´, // no, no soy espan˜ol Fernando es argentino, ¿verdad? sı´, // no, no es argentino ¿y sus padres? (no) son argentinos hola, me llamo Ana, ¿y tu´ ? me llamo Jose´ // (.....) y tu amigo, ¿co´mo se llama? se llama Vı´ctor // (.....) ¿Pedro es france´s? sı´, // no, no es france´s ¿Juana es holandesa? sı´, // no, no es holandesa ¿estudias contabilidad?
sı´, // no, no estudio contabilidad (no) estudia contabilidad sı´, // no, no trabajo en construccio´ n (no) trabaja en construccio´ n sı´, // no, no somos de Colombia
¿y ella?
¿trabajas en construccio´ n?
¿y e´ l?
¿ustedes son de Colombia?
16
¿trabajan en Holanda?
sı´, // no, no trabajamos en Holanda sı´, // no, no soy holande´ s
soy holande´ s, ¿y tu´ ?
¿y tus amigos? ¿eres de Sevilla?
(no) son holandeses
sı´, // no, no soy de Sevilla
¿y tu amiga?
(no) es de Sevilla
¿estudia´ is en A´ msterdam?
sı´, // no, no estudiamos en A´ msterdam (no) estudia en A´ msterdam
¿y ella?
¿es usted sueco?
sı´, // no, no soy sueco
¿trabaja (usted) en Holanda?
sı´, // no, no trabajo en Holanda (no) trabaja en Holanda sı´, // no, no estudiamos holande´s sı´, // no, no somos amigos sı´, // no, no soy Carmen sı´, // no, no es mi amigo sı´, // no, no es mi novio sı´, // no, no es espan˜ol se llama Pedro // (.....) sı´, // no, no trabajo en periodismo sı´, // no, no soy latinoamericano
¿y ella?
¿estudia´ is holande´s?
¿eres latinoamericano?
¿sois amigos?
tu´ eres Carmen, ¿verdad?
y e´ l, ¿es tu amigo? ¿es tu novio? ¿e´ l es espan˜ol? ¿co´ mo se llama?
¿trabajas en periodismo?
17
Made with FlippingBook - Online Brochure Maker