Ben de Pater (en anderen) - Denken over regio's

Ben de Pater (en anderen)

Geografische perspectieven

u i t g e v e r ij Denkenover regio’s c c ou t i n ho

Denken over regio’s Geografischeperspectieven

BendePater

en

OedzgeAtzema RonBoschma PeterDruijven PeterGroote

BettinavanHoven VirginieMamadouh KeesTerlouw

derde, herzienedruk

c u i t g e v e r ij

c ou t i n ho

bussum2011

©2002Uitgeverij Coutinhob.v. Alle rechtenvoorbehouden. Behoudens de inof krachtens deAuteurswet van1912 gestelde uitzonderingenmag nietsuitdezeuitgavewordenverveelvoudigd, opgeslagen ineengeautomatiseerdge- gevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vormof op enigewijze, hetzij elektro- nisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemmingvandeuitgever. Voor zover hetmaken van reprografische verveelvoudigingenuit dezeuitgave is toe- gestaan op grond van artikel 16hAuteurswet 1912 dientmen de daarvoorwettelijk verschuldigdevergoedingen tevoldoenaanStichtingReprorecht (Postbus3051,2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Au- teurswet 1912) kanmen zichwenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- enRe- productierechtenOrganisatie, Postbus3060, 2130KBHoofddorp,www.stichting-pro. nl). Eerstedruk2002 Derde, herzienedruk2011 Uitgeverij Coutinho Postbus333 1400AHBussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl Binnenwerk: StudioPietjePrecies | bno,Hilversum Omslag:RonaldBoiten, Amersfoort Noot vandeuitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Mochten er personen of instanties zijn diemenen aanspraak temaken op bepaalde rechten, danwordthenvriendelijkverzocht contact op tenemenmetdeuitgever. ISBN 9789046902820 NUR 900

Woordvooraf

Wie inGoogle als zoekterm ‘regio’ invult, krijgt bijnahonderdmiljoen tref- fers. Het Engelstalige region komt zelfs tot 1,9miljard hits. Deze aantallen geveneen indicatiehoeonmisbaarde term is indedagelijkse taal,maarook inde taal vandewetenschap. Inde geografie endaaraan verwante vakken als de planologie, behoort ze al heel lang tot de sleutelbegrippen. Deson- danks, of wellicht daardoor, zoals zo vaak bij centrale concepten inweten- schappelijkedisciplines, ishet regiobegripomstreden. Erzijn tal vanopvat- tingen enbenaderingen van ‘regio’ en vanhetwoordveld –met termen als plaats, ruimteen territorium -waarvan ‘regio’ deel uitmaakt. Dit boekprobeert enige orde te scheppen inde vele traditionele enhe- dendaagseopvattingenvanhet regiobegrip invooraldesocialegeografie, in hetbijzonder inenkelevanhaardeeldisciplines: politieke, culturele, econo- mische, ecologische en regionale geografie. Dat die poging in elk geval een zekeremate vanwaardering geniet, blijkt uit de drukgeschiedenis van dit boek.Deeersteeditievan DenkenoverRegio’s verscheen in2002, de tweede in2005. Afgelopenmaart ontving ik van de uitgever het bericht dat de tweede drukvrijwelwasuitverkochteneennieuweeditiemogelijkwas. Samenmet de auteurs zijn vervolgens de tekstenuit 2002/2005herzien en geactuali- seerd. Soms leidde dat tot ingrijpende wijzingen. Het meest veranderd is zonder twijfel hoofdstuk5 De regio i deeconomischegeografie. Hetbestaat uiteengrotendeelsnieuwe tekst. Inenkeleanderehoofdstukkenzijnkader- tekstenenparagrafen toegevoegdofvernieuwd, danwel illustratiesvervan- gen. Inallehoofdstukkenzijndaarnaastophetniveauvanzinnenenalinea’s wijzigingen aangebracht. De compositie van het boek als geheel is echter gelijkaandievande tweededruk. Graagwil ikdemensenvanUitgeverij Coutinhobedankendieonsbij de herziening van het boek zo goed hebben bijgestaan: Nynke Coutinho (uit- gever), Sjoukje Rienks (vormgever), Roelien deWolf (redacteur), Els Oort- mann (freelance redacteur) enWillemvanKoppen (freelancecorrector). Als altijd blijven kritiek en suggesties van lezers zeerwelkom; wellicht dehandigstemanier isdeze tezendenaanb.c.depater@uu.nl. BendePater juli 2011

Inhoud

11 11 20 26 28 29 32 35 42 46 54 55 56 72 78 82 85 91 93 94

1 Degeografievan regio’s, regio’s indegeografie 1.1 Regio’s indewereld 1.2 Regio’s inde socialegeografie 1.3 Overdeopzet vanditboek 1.4 Voorwiemeerwilweten 2.1 Gefilmde regioportretten 2.2 Gaten inde tijd?Reisgidsenen regiomarketing 2.3 Noord- enZuid-Engeland in romans 2.4 Kijkendooreenbril naardewerkelijkheid 2.5 Voorwiemeerwilweten 2 Verbeelde regio’s 3 Wat is goede regionalegeografie? Eénvraag, veleantwoorden 3.1 Regioalsdeel vaneenmozaïek 3.2 Regioalselement ineenwereldsysteem 3.3 Regioalseen combinationof layers 3.4 Regio’s–meestersvanhuneigen lot? 3.5 Regioalsnetwerkvan sociale relaties 3.6 Voorwiemeerwilweten 4 Natuurlijkehulpbronnen, natuurgevaren: deecologische regio 4.1 Regio’s, bevolkingennatuurlijkehulpbronnen 4.2 Drukophetmilieu: ouderevisies 4.3 Drukophetmilieu: de political cology 4.4 Afsluiting: nieuw licht opeenoud terrein 4.5 Voorwiemeerwilweten

111 115 124 125

127 129 139 146 162 165 167 167 176 178 181 191 192 195 196 199 206 211 217 219 226 229 233 234 243

5 De regio indeeconomischegeografie 5.1 Economie, economischewetenschapen regio 5.2 Economie, geografischewetenschapen regio 5.3 Clustersennetwerken 5.4 Terugblikenvooruitblik 5.5 Voorwiemeerwilweten 6 De regio indeculturelegeografie 6.2 Morfologie: how theworld looks 6.3 Mechanismen: how theworldworks 6.4 Betekenissen: what theworldmeans 6.5 TerugnaarMaddisonenLandes 6.6 Voorwiemeerwilweten 7 De regio indepolitiekegeografie 7.1 Politiek,macht en territorialiteit 7.2 Indienst vande staat: degeopolitiek 7.3 De staat als ‘gewoon’ object vanonderzoek 7.4 De staat enhetwereldsysteem 7.5 Natiesalsverbeeldegemeenschappen 7.6 Ruimtelijke (in)congruentie tussen staat ennatie 7.7 Tot slot: ont- enherterritorialisering 7.8 Voorwiemeerwilweten 6.1 Wat is cultuur?

8 Regionaal-geografischemodellen 8.1 Hannoverenzijn urban field 8.2 DeBielefeldsecorridorregio 8.3 Deveerkracht vaneen regio: Lippe 251 8.4 Slot: onderdeel vaneengrotergeheel, bouwwerkvan kleineredelen 260 8.5 Voorwiemeerwilweten 261

9 ‘Andere’ regio’s 263 9.1 Betekenisvan ruimte inhet alledaagse levenvanvrouwen 266 9.2 Mogelijkeverklaringen 271 9.3 Voorwiemeerwilweten 280 10 Afsluiting: deBetuwebijvoorbeeld 281 10.1 DeBetuweop traditionelemanierbezien 284 10.2 DeBetuwedooreenhedendaagsebril 285 10.3 Tot slot: regionalevervlechtingenenafgrenzingen 298 10.4 Voorwiemeerwilweten 300 Literatuur 301 Register 318 Overdeauteurs 327

Ophet eerste gezicht kan eenboekover het regionaledenken inde sociale geografie wellicht verbazen. Zijn regio’s nog wel belangrijk in eenwereld diemeerenmeer indeban lijktvaneenwordingen integratie?Enalsregio’s nietmeer belangrijk zijn in een tijdvak van globalisering, heeft een vak als socialegeografie–datvanoudshersterkwordtvereenzelvigdmetdestudie van afzonderlijke gebieden – dan nogwel een toekomst? Over deze beide vragengaatdeze inleiding. Regio’s indewereld Verhalenover de toenemende eenvormigheidvandewereld zijn sinds jaar endag alom te horen. Steedsmeer zouden regionale verschillen enbijzon- derhedenwordenuitgewist en zouden regio’s enplaatsen elkaars kopieën worden. Al sindsdenegentiendeeeuw–deeeuwvande industriële revolu- tie, de kolonisatie, de verstedelijking, de spoorweg ende telegraaf –wordt erover geklaagd. ‘Het eigenaardige gaat verloren, ’t eenvormige komt. (…) Wie over vijftig jaar ééne stad heeft gezien, heeft ze allen gezien’, mopper- de de Rotterdamse predikant Jacobus Craandijk in het eerste deel van zijn andelingendoorNederlandmet pen enpotlood (1875). HendrikBlink, die aanhet begin vande twintigste eeuwde grondslagen legde voor de econo- mische geografiebeoefening inNederland, beaamde Craandijks observatie. ‘Opveel plaatsenheeft het nivelleringsproces zijnvandalismeal toegepast’, oordeeldeBlink inzijn VanEems totSchelde.Wandelingendooroudennieuw Nederland (1903). SindsdedagenvanCraandijkenBlinkhebbenhet nivelleringsprocesén het gemopperdaarover aankracht gewonnen. Het succesvanbedrijvenzo- alsMcDonald’s en ikeawordt vaak gezien als het definitievebewijs vande groeiendemondialeeenvormigheid. Elkedagopenenwereldwijdviernieu- weMcDonald’s hundeuren. Inmiddels zijn er 33.000 vestigingen, verdeeld over zo’n honderdtwintig landen. Niet slecht voor een onderneming die in 1955begonmet één restaurant inDesPlaines, indeVerenigdeStaten. ikea 1 Degeografievan regio’s, regio’s indegeografie Bende Pater 1.1

11

1 Degeografievan regio’s, regio’s indegeografie

opende in1958haar eerstewinkel in Zweden, enheeft er anno 2011316, verspreidover39 landen (www.ikea.com;Kulke2011). De McDonaldization van de wereld is door de Amerikaanse socioloog Georg Ritzer met een mengeling van fascinatie en afschuw geanalyseerd. Met McDonaldization bedoelt Ritzer (1993) niet zozeer het oprukken van deMcDonald’s-vestigingenzelf,maardeopmarsvandeprincipeswaarmee fastfoodrestaurantswordengerund.Hijonderscheidtervier:maximaleeffi- ciëntie, hetmetenvanalles inkwantitatievekostenenbaten, voorspelbaar- heid zodat elkeklant altijdenoveralweetwat hij kanverwachtenvoor zijn geld, enhet beheersen vande gang van zakenmet behulp van geavanceer- de technologie. Zij lijkendeuniverseleprincipes tewordenvaneengestan- daardiseerdewereldsamenleving. Deherlevingvande regio: EuropaenNederland Het proces van integratie en nivellering heeft echter tegenkrachten opge- roepen. Globaliseringen regionalisering (inde zinvanhet accentuerenvan regionaleverschillen) lijkenhand inhand tegaan. ‘The impactof global and nationalprocesseshasalwaysbeen to create regionaldistinctivenessrather than todisplace it’, aldusdeAmerikaansegeograaf JohnAgnew (1987: 94), diewe verderop indit boek opnieuw tegenkomen. Agnew overdrijft, maar dat in sommigeopzichtenverschillen tussen regio’s eerder groterdanklei- nerworden isonmiskenbaar. Enzoalsglobaliseringhaarvoorstanderskent (zoalshet imf, deWereldbankendeWereldhandelsorganisatie), zokent re- gionaliseringdieook. Parallel aandeglobaliseringvandeeconomie, namen plaatselijkegroepenbijvoorbeeldhet initiatief totde invoeringvan local ex change tradingsystems (lets).Hetzijnofficieuzemuntendie ineen lokaalof regionaalnetwerkvanhuishoudens,winkels,bedrijvenwordenverdienden uitgegeven, somsmetsteunvanplaatselijkebankenenoverheden.Talenten, zonnen, sterren: zebestaannaast (enniet inplaatsvan)deofficiëlemuntals de euro of de dollar. Een ander voorbeeld is Slow Food, in 1986 opgericht doorculinaire Italianen inBra (Piemonte) inreactieophetwereldwijdeop- rukken van fastfood. SlowFood zet zich in voor traditionele regionale pro- ductenenheeft inmiddelsruimhonderdduizend leden, verspreidover1300 lokaleafdelingen in talrijke landen,waaronderNederland. DeFranseboerenactivist JoséBovékoosvoor eenanderevormvanpro- test: samenmet anderen vernielde hij in 1999 in Millau een in aanbouw zijnde McDonald’s. Directe aanleiding waren de maatregelen die de Ver- enigdeStatenhaddengenomenomde importvanroquefort (‘eennatuurlijk streekproduct’) tebeperken; diemaatregelenwarenophunbeurt een reac- tie ophet eu-besluit omde import van vlees vanmet hormonenbehandel- de dieren uit de Verenigde Staten te verbieden. Maar het verzet vanBovés Conféderation Paysanne is breder: het richt zich tegen globalisering in het algemeen. Franse politici bewijzen lippendienst aan het platteland en zijn boeren; geenpoliticuskan zichpermitterenweg teblijvenvande jaarlijkse

12

1.1  Regio’s indewereld

Salond’Agriculture – een jaarlijks terugkerende tentoonstellingdiede rijk- dom enverscheidenheidvandeFranse agrarische cultuur celebreert (Cha- vannes1999). Maarookmondiaal opererendemultinationalsbeseffendat zebaatkun- nenhebbenbij het in standhoudenvan regionaleverschillen, bijvoorbeeld in de hoogte van lonen. Arbeidsintensieve onderdelen van het productie- proceszijn inmiddelsnaarAzië,MexicoofOost-Europaovergeheveld. Enze verbindenhunproductnamen graagmet regio’s die de consumenten asso- ciërenmet een ongehaast bestaan, een ambachtelijke bereidingswijze, een authentiekecultuureneenmooi ruraal landschap. ZogeeftBresseBleu, een kaasuit Frankrijk, eenverleidelijkbeeldvanLaBresse, de regiowaaruit de melkvoordekaasafkomstigzouzijn:LaBresse iseen luilekkerland( unpays de cocagne ), met charmante, bloemrijke dorpjes in een heuvelachtig land- schap, een gastronomische traditie om trots op te zijn, streekeigen boer- derijen, en heel bijzondere koeien: Montbéliards. Vaak is de band tussen product en regio eenpuur verzinsel. Zo komt demargarine ZeeuwsMeisje vanUnilever niet uit Zeeland en komt FrieseMerenkaas niet uit Friesland, maar uit een fabriek inWoerden. Is die band er wel, dan kunnen namen van oorspronkelijke streekproducten door de eu worden beschermd. Ze krijgendaneenBeschermdeOorsprongsbenamingof eenBeschermdeGeo- grafischeAanduiding. Zomag de ronde aardappelsoort opperdoes (opper- doezers)uitsluitenduitOpperdoes, eendorpnabijMedemblik, komen (Van Leeuwen&DePater2007). Niet alleen indeeconomie,maarook inhetpersoonlijk levenvanveelmen- sen zijn regio’s belangrijk. Demodernemens blijkt geenkosmopolietmaar iemanddieemotioneelverbonden isaandeeigenregio.Bestuurlijkeschaal- vergroting roept negatieve reacties op van de bevolking, die baas in eigen huiswilblijvenenbang ishaar identiteit teverliezen.Datgeldtopalleruim- telijke schaalniveaus. Uitbreiding vandemacht vandeEuropeseUnie leidt tot de opkomst van succesvolle nationalistische partijen. Aan de andere kant van het scala van schaalniveaus gebeurt dat ook: de introductie van grotere gemeenten kan evenzeer op tegenspel rekenen. Zowas de samen- voeging begin jaren negentig in Noorwegen van negen kleine gemeenten, verdeeldover tweedistricten, inhet nieuwe en grotere verbandFjellregio- nen vooral een project van een bestuurlijke elite. De inwoners bleven hun identiteit koppigontlenenaandeoorspronkelijkeeenheden (Frisvoll&Rye 2009). Nieuwenamen voor regio’s, vaak verzonnendoor nieuwe autoritei- ten, wordenmaar zelden of pas na lange tijd overgenomen door de bewo- ners (ziebijvoorbeeldvoor Istrië:Urbanc2007). Tussen gemeente en land bevindt zich de provincie. ‘Nederland regio- naliseert’ concludeerden twee reporters, die in NRCHandelsblad (4maart 1995) daarover rapporteerden. Zij schetsteneenbeeldvaneen toenemend regionaal bewustzijn inNederland. Twee andere journalisten, van Elsevier (30 januari 1999), constateerdendat regionale trots (andersdannationale

13

1 Degeografievan regio’s, regio’s indegeografie

trots) inNederlandweermag: ‘Het heeft er veel vanwegdat dit regionalis- me nationalisme in een vriendelijker gedaante is. Het isminder schadelijk en schandelijk dan nationalisme, maar voelt net zo goed.’ Inmiddels heeft elkeprovinciezelfseeneigenvolksliedgekregen, al zijnslechtsenkele–dat vanFriesland enLimburg – inwat ruimere kringbekend. Dialectenblijken taaier danmenigeen had verwacht. Voor boeken gedrukt in dialect is veel belangstelling; zokreeg Jip en Janneke eenTwentse editie: Jipke en Jannöa ken . De band Normaal uit de Achterhoek heeft tal van navolgers geïnspi- reerd.Regionale traditieszijnherondektofwordendesnoodsverzonnen. In Twentebijvoorbeeld leeft hetmidwinterblazenweer, enopveel plaatsen in Oost-Nederlandzijnpaasvurenpopulairderdanooit. Overigens lijkt de emotionele verbondenheid aan de provincie vooral sterk buiten de Randstad. Zowijst onderzoek vanGroningse geografen uit dat ‘Zeeuws’ en ‘Fries’ relatief vaakvoorkomen innamenvanbedrijvendie in Zeeland danwel Friesland gevestigd zijn. Bedrijven uitWest-Nederland die zich ‘Noord-Hollands’ of ‘Zuid-Hollands’ noemen, zijn daarentegen ui- termate schaars (VanLangevelde&Pellenbarg2001; Pellenbarg1991). Lo- yaliteit aan de provincie is in de Randstadminder sterk dan loyaliteit aan een stad (Amsterdam, Haarlem, DenHaag) of regio (Zaanstreek,Westland, hetGooi), zo suggererenzij. Behalve de beide Hollandse provincies leeft ook Overijssel niet echt. BinnenOverijssel is vooral Twente een streekmet eenuitgesproken regio- naalbewustzijn. ‘Wij zijnTwente!’ staatermet fiererode lettersgeschreven op een viaduct over de snelweg vanTwente naarWest-Nederland. Uit een kwantitatieveanalysevaneengroot aantal databronnen, gemaakt doorCa- rolaSimon (2005), blijktdatTwentedemeest voorkomende streeknaam in het naoorlogseNederland is (we komen ophaar studie terug inhoofdstuk 10). Voor Twentenaren is Overijssel niet meer dan louter een bestuurlijke regio (zieookBuursink1989). De regio blijft ook zichtbaar in politiek en bestuur. InNederland lopen regeringenhet risico geconfronteerd tewordenmet regionale rebellie – ze zouden, luidt het klassieke verwijt, te veel Randstedelijk zijn georiënteerd. Meer recentwordt gespeculeerdover de ‘informelemacht vande zachte g’, nu zoveel partijen (cda, sp, pvv en GroenLinks) een leider uit Brabant of Limburg hebben (Staps 2010). Ook het ruimtelijk beleid staat welwillend tegenover het bevorderen van de regionale eigenheid. In de nota Belvede re (1999) brakendrieministeries een lans ombij de inrichting vanNeder- land in de eenentwintigste eeuw uit te gaan van de cultuurhistorische en landschappelijkebijzonderhedenvanderegio’sdiesamenons landvormen. In deweerbarstigewerkelijkheid –met haar onverzadigbare behoefte aan ruimte voor wonen, werken, recreatie en infrastructuur – komt het daar langnietaltijdvan,maardegoedewil iser, zoalsdevoorbeelden inhetover- zichtswerk Belvedere.nu. Praktijkboek cultuurhistorie en ruimtelijke ontwik keling (2009) laten zien. Vanhet nationale ruimtelijkeordeningsbeleid, be- faamdenberuchtomzijndikkenota’s, is indeeenentwintigsteeeuwweinig

14

1.1  Regio’s indewereld

overgebleven.Vooreenministerievanvrombleek inhetkabinet-Ruttegeen plaatsmeer; ruimtelijkeplannenzijneenzaakvanprovinciesengemeenten geworden. Ook voor het tegengaan van regionale verschillen in welvaart is geen steun en geld vanuit Den Haag meer te verwachten. Endogene regionale ontwikkeling–ontwikkelingdievoortkomt uit initiatievenuit de regio zelf, van samenwerkende actoren en organisaties – is tegenwoordig het devies. Een vroeg voorbeeld vandezehoudingboodDries vanAgt, toenhij na zijn premierschap in 1983werd benoemd tot commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. ‘Wedoenhet inBrabant zelfwel’, zei hij. Passief afwachten totDenHaagmet ( exogene )ontwikkelingsplannenkomt–bijvoorbeeldver- plaatsingvan rijksdiensten– isernietmeerbij. Daarentegen iserwelmeer enmeer subsidie gekomen vanuit Brussel, dat denationalehoofdsteden in dit opzicht is gaan vervangen. Bestrijding van regionale ongelijkheden in welvaart inEuropa is een ambitie vande eu. Al het Verdrag vanRome, dat in1957 tengrondslag lagaandeoprichtingvanEuropeseEconomischeGe- meenschap (de voorloper vande eu), formuleerde als ideaal de verminde- ringvan ‘deachterstandvanminderbegunstigde regio’s’. BehalveNederland regionaliseert ookEuropa. NaarmatedeEuropese inte- gratie (en de economische globalisering) sterker wordt, lijkt ook het regi- onalisme aan kracht tewinnen. Uiteraard varieert die tegenbeweging van plaats tot plaats in kracht en uitgangssituatie. Italië, Zwitserland enDuits- landkennenvanoudshereensterkregionalisme, andersdanEngeland,Por- tugal enDenemarken. Deeustaatnietafwijzend tegenoverderegio.Naast upscaling (overheve- lenvanbesluitvormingnaarBrussel) iser downscaling –hetprincipevande subsidiariteit .Menwilbesluitvormingopeenzo laagmogelijkschaalniveau: laatBrussel niet beslissenovereennieuwzwembad inEmmen, overdreven gezegd (in de praktijk komt het daar niet altijd van, enwordt Brussel be- moeizucht verweten). In het Verdrag vanMaastricht (1992) is plaats inge- ruimd voor een ‘Europa vande regio’s’; het Comité vandeRegio’s dankt er zijn bestaan aan. Maar liefst 344 regio’s hebben een vertegenwoordiger in dit Comité. Niet langer gaat het dus uitsluitend om het ‘Europa der vader- landen’ of het ‘Europa van staten’. Inhet Comité zijnde aangesloten regio’s substatelijke eenheden (Catalonië, Beieren, Corsica, et cetera) die een ze- kerematevanautonomiehebbenof ambiëren, losvanhunnationalehoofd- steden (respectievelijkMadrid, Berlijn, Parijs). Deze ambitiekanop sympathievandeEuropeseUnie rekenen. Zeheeft baatbij eengoedebandmetde regio’s,wantde relatie tussenBrussel ende nationale hoofdsteden is niet altijd even hartelijk. De eu verleent bijvoor- beeld steunaan streektalen, zoalshetCatalaans.Deeu-steunwordt indank aanvaard door de Catalaanse regering, die in de oorspronkelijke taal van Catalonië een instrument ziet omde door haar gewenste identiteit – Cata- lonië als eenmoderne dynamische en in Europa geïntegreerde regio – te

15

1 Degeografievan regio’s, regio’s indegeografie

verstevigen tenopzichte vande rest van Spanje. Overigens kan een streek- taal inminder zelfbewuste regio’sookassociatiesoproepenmet achterlijk- heid. Dat isbijvoorbeeldhet geval inGalicië,waarhet ‘AlgemeenBeschaafd Spaans’ (lees:Castilliaans,de taalvan ‘Madrid’)alssymboolvandemoderne tijdwordtbeschouwd (Keating2001). Veel regiobesturenhebbendeafgelopen jaren inBrussel eigenbruggen- hoofden geopend, inde hoop via lobbywerk eendeel te kunnen bemachti- genuit dehoningpotten (lees: structuurfondsen) vandeeu. Eenvingerwij- zing: in1984haddenvanalleBritse regio’ser slechts twee (Birminghamen StrathclydeRegion) eenkantoor inBrussel; tien jaar laterwarenhet er 21. Anno2000 zijn er 152 regionale vertegenwoordigingen, afkomstiguit der- tien landen. Tien jaar later isdat aantal verdubbeld. Nietalleendeeu,maarooknationaleoverhedenkunnendevormingvan bestuurlijke regio’sop subnationaal niveaubevorderen. Debeloftedat sub- sidiesmogelijkzijn,mitsgemeentensamenwerken ineenbestuurlijkeregio bij het aanpakken van gemeentegrensoverschrijdende vraagstukken, ver- richt soms wonderen. Het initiatief kan ook van onderop komen, bijvoor- beeldalsvormvanverzet tegenalsbedreigendervarenbovenregionaleont- wikkelingen en besluiten, zoals de aanwijzing van waterretentiegebieden of de aangekondigde sluiting vanmilitaire bases. Van onderop kwam bij- voorbeeld het gezamenlijk optreden vanNoord-Nederlandse provincies in een (mislukte) poging om eendefinitieve toezegging vanDenHaag te krij- gen dat een Zuiderzeelijn tussen Schiphol/Amsterdam en Friesland/Gro- ningen zouworden aangelegd. Gewoonlijkdomineren inNoord-Nederland eerder provinciaal chauvinisme en rivaliteit dan coöperatie, maar een ge- meenschappelijk belang verenigt in elk geval tijdelijk. Zodra dat belang is gerealiseerd of mislukt, hapert de samenwerkingweer. De Partij voor het Noorden, die ernaar streeft omdedrienoordelijkeprovincies te verenigen en als ambitieheeft dat tenminste25procent vande opbrengsten vanhet inNoord-Nederlandgewonnenaardgas terplekkewordtbesteed, krijgton- danksal haar inspanningenmaarweinigsteunvandekiezers. Indeprovin- ciale verkiezingen van 2011 verwierf de partij nietmeer dan drie procent van de stemmen inGroningen, terwijl in Friesland enDrenthe de aanhang miniemwas. Friezen stemmen als ze al een regionalepartijwillen steunen opdeFryskeNasjionalePartij (9% vande stemmen) enniet opde alsGro- nings ervarenPartij voor het Noorden. InDrente is haar positie nog zwak- ker. Al langer ervaringmet (moeizame) samenwerkinghebbende steden in West-Nederland, die zich sinds 1998 presenteren als Deltametropool (zie www.deltametropool.nl). Professionals als planologen, stedenbouwkun- digen en geografen zien haar als één grootstedelijke regio: de Randstad (hoewel er ook tegengeluiden zijn: Ritsema van Eck e.a. 2006). Als Delta- metropoolmoet zeookalsbestuurlijke regiogestaltekrijgen. Ondanks een advies van de Commissie Versterking Randstad (beter bekend als de com- missie-Kok), diemeende dat bestuurlijke eenheid nodigwas om de Rand-

16

1.1  Regio’s indewereld

17 stad(weer)eenpositie tegeven ‘inde top-5vanstedelijkeregio’s inEuropa’, voelde het kabinet-Balkenende IV in 2007 niets voor de instelling van een Randstadbestuur. Dehuidige regeringdenkt erpositieverover. Eenzelfdestrevennaarsamenwerking iser inNoord-Brabant,waarBre- da, Tilburg, Eindhoven, Helmond enDenBosch zich gemeenschappelijk als BrabantStadprofileren. BrabantStadheeft volgenshaarwebsite (www.bra- bantstad.nl) als doel ‘een stedelijknetwerk te gaan vormen enBrabant na- drukkelijkopdeEuropesekaart te zetten als toonaangevendekennisregio’. Het zijn vooral strategische overwegingen die bestuurders ertoe brengen omdergelijke uitmeerdere steden bestaande gebieden als een samenhan- gende regiovoor te stellen. Dergelijkemeerkernige regio’s zijndoor belan- gen gestuurde constructies, zo hebben de Nijmeegse geografen Henk van Houtum enArnoudLagendijk (2001) betoogd. Daarbijmoet inhet oog ge- houden worden dat gevestigde, al langer bestaande bestuurlijke regio’s – bijvoorbeeld provincies, buitengesloten gemeenten of agglomeratiebestu- ren – de komst van nieuwe bestuursregio’s niet altijdwaarderen. Per slot van rekening is het een zero sum game : een sterkeremachtspositie van de een leidt tot eenzwakkeremachtspositievandeander. Ten slotte:meer enmeer concurreren (stedelijke) regio’sniet alleenom aandachtengeldvanbovenregionaleoverheden,maarookomdegunstvan transregionale en transnationale bedrijven. Er is tussen regio’s een sterke concurrentieom investeringenbinnentehalen.Dieconcurrentieslagdwingt henom zich zo zichtbaarmogelijk temaken en zich als gebiedenmet unie- kekwaliteiten tepresenteren. Aan regio- en citymarketingwordendanook grotebedragengespendeerd. Slagzinnenals ‘ErgaatnietsbovenGroningen’ en ‘Zaanstad, top van de Randstad’ krijgen een brede verspreiding via de media. Enop internet profileren gebieden zich als ideale vestigingslocaties voor bedrijven (Dijkink&Winnips 1999; Terlouw&Denkers 2011). Ennu meer enmeer regio’s temaken krijgenmet bevolkingskrimp, worden ook huishoudensverleidomer tekomenwonen. ‘Jezalmaarhet geluidvaneen beekjehoren, inplaatsvanhet toilet vandeburen’, aldusdecampagnevoor Zuid-Limburg, dieafsluitmet ‘ZuidLimburg.nl –bright siteof life’. De ‘vloekvande regio’: IndonesiëenWest-Afrika Het aan kracht winnen van zowel suprastatelijke verbanden als substate- lijke regio’s leidt tot voorspellingenoverhet aanstaandeeindevande staat. Dezezoualshetwareoplossen inhetkrachtveldvande tweenieuwepolen. De triomfantelijke toon van veel profeten is niet terecht. Overheveling van demacht uit de nationale hoofdstadnaar regio’s – een verschijnsel dat be- kendstaat als devolutie –kan loffelijkedoelendienen. Ze lostebijvoorbeeld inSpanjenadedoodvandictatorFranco in1974veelproblemenop.Enook in Indonesië kwam er na het verdwijnen van de oudemachthebber – Su- harto viel in 1999 –meer vrijheid voor de regio’s. Regio’s lopen nietmeer aande leibandvan Jakarta; zekunnenbijvoorbeeldeengroterdeel vanhun

1 Degeografievan regio’s, regio’s indegeografie

metdeexploitatievannatuurlijkehulpbronnenverdiendgeldbehouden, in plaatsvanhet af te staanaandehoofdstad. Regionalisering van de macht kan echter onbedoeld en onverwachts ook geweld tot gevolg hebben. Een regionaleminderheid die door devolu- tie een deel van haar vrijheid herkregen heeft, kan uit frustratie – gevolg van jarenlangeachterstelling–devroegeremeerderheid (die inde regiona de decentralisatie eenminderheid is geworden) gaan discrimineren. Door verzwakking van het centrale gezag van Jakartawerd het in 2001 bijvoor- beeld gemakkelijk voor de oorspronkelijke inwoners van Zuid-Kalimantan (deDajaks)omongestrafthonderdenMadurezen–dievanafde jarenvijftig inhetkadervande Indonesische transmigratiepolitiekwarenovergebracht vanhetdichtbevolkteMadura (en Java)naarKalimantan (enanderedunbe- volkteeilanden, zoalsdeMolukken)– tedodenendeoverlevenden teverja- gen.Depolitiekeeenheidvan Indonesië–een landmethonderdenetnische groepen, elk ineigen regio’s–was rond2000nietmeervanzelfsprekend. Eigenlijk heeft die vanzelfsprekendheid er nooit bestaan, ondanks al- lerlei vormen van nation-building . In de perifere delen van het land is het verlangennaar (meer) autonomiegroot. Bekend zijn indit verbandPapoea (hetwestelijkdeel vanhet eilandNieuw-Guinea) endeMolukken (met veel christelijke inwoners). Oost-Timor, voorheen een Portugese kolonie maar ingelijfddoor Indonesië, kreeg in2002zelfstandigheid.De Indonesischebe- zetting heeft er talloze levens gekost en ook na 2002 is er veel geweld ge- weest.Gelijktijdigvoerdenseparatisten inAtjeh (ofAceh), derelatief streng islamitische regio in Noord-Sumatra, strijd voor onafhankelijkheid. Na de verwoestende tsunami eind 2004 kwamen de partijen tot overleg. De hui- dige rust is betrekkelijk en kan zoweer voorbij zijn. De toegenomen auto- nomievanAtjehheeftgeleid totde introductievanshariawettendiedevrij- heidvanvrouwenbeperkt. In Afrikaanse landen heeft de democratisering geleid tot de opkomst van politieke partijen en politici die een etnische basis hebben. Aangezien etnische groepen alle hun eigen thuisregio hebben, hebben etnische span- ningen ook een regionale dimensie. In Ivoorkust wakkerden politici de te- genstellingenaan tussenhet noorden (droog, savanne,moslims enveehou- ders) enhet zuiden (regenwoud, akkerbouwers, christenen) aan, en tussen ‘echte’ Ivorianen en Ivorianen van buitenlandse komaf. De parlementsver- kiezingen eind 2000 ontspoorden dan ook in een golf van etnisch geweld. Tien jaar laterweigerdedezittendepresidentGbagbo, die inhet zuidenzijn machtsbasishad, tevertrekkennadat hij bij deverkiezingenwas verslagen doorde ‘noorderling’Ouattara.Het leidde toteenbloedigeburgeroorlogdie inapril 2011eindigdemetdeoverwinningvande internationaal gesteunde Ouattara. Inhet olierijkeNigeria, een landmet honderden regionale talenenetni- schegroepen, zijndespanningen tussennoordenzuideveneenshoogopge- lopen.Ookdaarging inapril2011deverkiezingsstrijd tusseneenzuiderling (president Goodluck Jonathan) en noordelijke uitdagers. De overwinning

18

1.1  Regio’s indewereld

van Jonathan leidde tot beschuldigingen van fraude en geweld – vooral in regio’swaar christenenenmoslimsnaast elkaar leven,warenerveledoden en vluchtelingen. ‘Roofstaat Nigeria kiest hoofdman’, kopte NRC Handels blad (16 april 2011). De deelstaatverkiezingen die daarop volgden verlie- peneveneens rumoerig. Etnoregionalepolitici hebben inNigeriahuneigen deelstaten gecreëerddoor de etnische gevoelens onder hun regionale aan- hangaan tewakkeren.Debeloning isgroot: degouverneurvaneenofficieel erkende deelstaat kan rekenenopheel veel overheidsgeld (erwordenmil- jarden verdiendmet de export van olie) uit de hoofdstad. Maar elke nieu- we deelstaat schiep op zijnbeurt nieuweminderheden, die zich (vaakniet tenonrechte) gemarginaliseerdvoelden. Zij gingen zichvervolgens inspan- nenomookpolitiekerkenning tekrijgen. Zo schreed inde laatstedecennia van de twintigste eeuw de verbrokkeling voort. Bij de onafhankelijkheid, in1960, waren er drie deelstaten, veertig jaar later 36. Bij dit aantal is het sindsdien gebleven.Welvaart heeft deze regionalisering niet gebracht. Leo deHaan, eenNederlandse geograaf die gespecialiseerd is inAfrika, consta- teerde: ‘Hoewel de creatievannieuwedeelstateneen stroomvan financiëlemiddelen op gang brengt, is het directe effect ervan op de economische ontwikkeling vandedeelstaatendaarmeeophetwelvaartsniveauvandebevolkingbeperkt. Over het algemeen zijnde groei-effecten beperkt tot de nieuwe hoofdstad en hoogstens enkele andere grote steden. De vorming van nieuwe deelstaten is dan ook geen ontwikkelingsstrategie, maar business. Het is het resultaat van pogingen van de gemarginaliseerde delen van de politieke elite ommacht te verwerven endaarmee toegang tot rijkdommen te verwerven.Want politieke invloedbetekent inNigeria zeggenschapoverdebestedingvanoverheidsgeld en isduseenmiddel om rijk teworden.’ (1998: 17-18) Het lijdt geen twijfel: profileringvan substatelijke regio’s is eenprocesmet vele schaduwzijden. Niet zonder reden sprekenwaarnemerswel –met een kleinevariantopde titelvanhetbekendeboekvandeBritsehistoricusBasil Davidson, The BlackMan’s Burden. Africa and the Curse of theNation-State (1992)–over ‘devloekvande regio’. Overigens: andersdandevoorgaandealinea’s suggereren, is er indeaf- gelopenhalveeeuwzowel in Ivoorkustals inNigeriawelopeenaantal fron- ten vooruitgang geboekt. Net als indemeeste andereAfrikaanse landen is de levensverwachting gestegen, het analfabetisme gedaald, het opleidings- niveau toegenomen,de landbouwoogstgegroeidendehoeveelheidbeschik- bare calorieën per persoon per dag licht gestegen. Een indrukwekkende prestatie gelet op de enorme bevolkingsgroei in heel Afrika: van ongeveer tweehonderdnegentigmiljoenmensen in1961 totduizendmiljoen in2009 (Dietz2011).

19

1 Degeografievan regio’s, regio’s indegeografie

Opgave1.1 BezoekeensdewebsitevanBaden-Württemberg (www.baden-wuerttemberg.de) of eenandere regionaar keuze, enbeziehoe zij zichals regiopresenteert.

1.2

Regio’s inde socialegeografie De voorgaande voorbeelden uit de sfeer van economie en demografie, po- litiek en bestuur, cultuur en ruimtelijke planning, laten zien dat regio’s en regionale verschillen tot opdedagvanvandaagbelangrijk zijn. Dat is goed nieuws voor de geografie, die van oudsher gespecialiseerd is in de studie van regio’s en verschillen tussen regio’s. Daaraan ontleent ze een deel van haarbestaansrecht. De aandacht van geografen voor regio’s is echter niet altijd even groot geweest. Vooral in de jaren zestig en zeventig was de interesse beschei- den– zoalsdestijds inde samenlevingals geheel ookminder aandachtwas voor regionalismedan tegenwoordig. Dat hing samenmet deveronderstel- lingdatwetenschappersalgemeengeldendewettendienden te formuleren. Het lichtendevoorbeeldvoorde toenmalige trendsetters vandesocialegeo- grafie, die bekendstonden als ‘ruimtelijke analysten’ ( spatial analysts ), wa- ren de natuurwetenschappen. Deze disciplines hadden grote vooruitgang geboekt enprestige verworvendankzij hun succes bij het zoekennaar na- tuurwetten. Opeenvergelijkbarewijze zouden, zowasdegedachte, ookde socialewetenschappen –de sociale geografie inbegrepen –wettenmoeten formuleren over de structuur en ontwikkeling van samenlevingen en hun gebruikvanderuimte. Zodiendeneconomischgeografenruimtelijkepatro- nenvanbedrijven tebestuderenomzowettenophet spoor tekomen. Ken- den zij eenmaal diewetten, danwaren die patronen verklaard en konden ookvoorspellingenwordengedaan. Welbegrependeaanhangersvande spatialanalysis datdezewettenmin- deronverbiddelijkwarendandenatuurwetten.Erwarenuitzonderingenen afwijkingenmogelijk, en voorspellingen kwamenniet honderdprocent ze- ker uit of blevenmeer globaal dan de voorspellingen in de natuurweten- schappen.Maans-enzonsverduisteringenkunnenopgrondvannatuurwet- tenexactvoorspeldworden, andersdanbijvoorbeeldeconomischecrisesof beurskoersen. Vandaar dat in de socialewetenschappen (en in de ruimte- lijkeanalyse)gezochtwordtnaarwetmatigheden. Invakjargon:hetgaatom probabilistische wetten, niet om deterministische wetten. Sociaalgeografische leerboekenuit de jaren zestig en zeventigwaren in deze geest geschreven. Ze bespraken geen bepaalde landen, regio’s of ste- denmeer, maar ruimtelijke patronen. Regio’swerden slechts nog gebruikt als instrument bij het weergeven van die ruimtelijke patronen (zie figuur 1.1voor eenvoorbeeld). Diepatronen zoudenvanplaats tot plaats, van re

20

Made with FlippingBook Learn more on our blog