Pauline Kuiper-Jong - Taaltempo Nederlands

heb je kaartjes?

ja, ik heb kaartjes/nee, ik heb geen kaartjes ik neem witte/rode wijn ja, de wijn is lekker/nee, de wijn is niet lekker ja, het is lekkere wijn/nee, het is geen lekkere wijn ja, het bier is lekker/nee, het bier is niet lekker ja, het is lekker bier/nee, het is geen lekker bier ja, ik kom uit Nederland/nee, (ik kom niet uit Nederland,) ik kom uit (.....) hij werkt in Antwerpen/(.....) ja, wij gaan mee/nee, wij gaan niet mee ik woon in Maastricht/(.....) zij woont in Brussel/(.....) ja, de wijn is wit/nee, (de wijn is niet wit,) de wijn is (.....) Robert koopt witte/rode wijn ja, ik studeer Frans/nee, (ik studeer geen Frans,) ik studeer (.....) ik werk in Bergen/(.....) ik koop witte/rode wijn ik neem een broodje/pizza ja graag!/nee, dank je!/(.....) ik heet Saskia de Wit/(.....)

neemt u witte of rode wijn?

is de wijn lekker?

is het lekkere wijn?

is het bier lekker?

is het lekker bier?

neem je een broodje of een pizza? wil je een broodje kaas?

hoe heet u?

komt u uit Nederland?

in welke plaats werk je?

en Lex?

gaan jullie mee?

waar woon je?

en Ella?

is de wijn wit?

koop je witte of rode wijn?

en Robert?

studeer je Frans?

en de kinderen?

de kinderen studeren Nederlands/(.....)

hoeveel is 41 plus 28? komen jullie bij ons eten?

69

ja, we komen bij jullie eten/nee, we komen niet bij jullie eten

is de wijn droog of zoet?

de wijn is droog/zoet

22

Made with FlippingBook - Online catalogs