Pauline Kuiper-Jong - Taaltempo Nederlands
2
oefening
in welke plaats werkt u?
ik werk in Amsterdam/(.....) zij werkt in Haarlem/(.....) ja, ik werk ook in Haarlem/nee, (ik werk niet in Haarlem,) ik werk in (.....) ja, ik woon in Almere/nee, (ik woon niet in Almere,) ik woon in (.....) in de Torenstraat op nummer 35/ (.....) ik heet Katia/(.....)
en Marieke?
werk jij ook in Haarlem?
ik heet Richard. En jij? woont u in Almere?
in welke straat en op welk nummer? waar komt u vandaan?
ik kom uit Japan/(.....) zij komt uit Engeland/(.....) hij komt uit Frankrijk/(.....)
en Helen? en Jacques?
Oefening 2
onvoltooid tegenwoordige tijd
o.t.t.
bent, woont, heeft tijd
A | 1,5 minuut
koop je?
ik koop hij koopt wij wonen zij woont
en hij?
wonen jullie?
en zij? ga je? en hij? en hij? gaat u? heb ik?
ik ga
hij gaat
hebben jullie?
wij hebben
hij heeft
ik ga
u/jij hebt ik spreek ik spreek
spreekt u? spreek je?
heet u? heb je?
ik heet ik heb
15
Made with FlippingBook - Online catalogs