Marilene Gathier - Schrijf Vaardig 1
woordvolgorde 1
6 Ik wil
7 Na deze cursus
8 We hebben
9 In de vakantie
10 Over een jaar
Hoofdzinnen met een voegwoord
Met een voegwoord (conjunctie) kun je van twee zinnen één zin maken. Bijvoorbeeld:
Ik kan niet naar school. Ik ben ziek. → Ik kan niet naar school, want ik ben ziek.
Na de volgende voegwoorden is de woordvolgorde hetzelfde als in een enkele hoofdzin: en – maar – of – want – dus
Ze krijgt een telefoontje in de les, voegwoord onderwerp
persoonsvorm rest
werkwoord(en)
haar kind niemand
is
plotseling ziek
geworden.
want
kan
haar kind
ophalen.
en
Na al deze voegwoorden ( en – maar – of – want – dus ) kan er ook inversie komen, als de ‘rest’ direct na het voegwoord komt.
Ik weet het huiswerk niet, voegwoord rest
persoonsvorm onderwerp rest
werkwoord(en)
gisteren ben
ik
niet in de les geweest.
want
▶
27
Made with FlippingBook Online newsletter