bijVoorbeeld - Bart van der Leeuw & Jo van den Hauwe (red.)

Algemene inleiding

richt taalonderwijs’. Vervolgens beschrijft de kennisbasis hoe de didactiek van het domein zich verhoudt tot taalonderwijs in taalheterogene groepen : hoe wordt er rekening gehouden met meertalige of taalzwakke leerlingen? Daarna gaat de kennisbasis in op de samenhang tussen domeinen : heeft onderwijs in het betreffende domein relaties met andere domeinen van taalonderwijs (bijvoorbeeld Woordenschat en Begrijpend lezen), en zo ja hoe kan die samenhang optimaal worden benut? En ten slotte behandelt de kennisbasis de samenhang met andere vakken : hoe speelt het betreffende domein een rol in bijvoorbeeld het aanleren van vakbegrippen bij geschiedenis, biologie, wiskunde enzovoort. Binnen de vier genoemde invalshoeken maakt de individuele leraar, bewust of onbewust, altijd keuzes. Hij kiest voor een bepaalde opvatting over taalonderwijs, voor een bepaalde aanpak van anderstalige leerlingen in zijn groep, voor een bepaalde mate van samenhang in zijn onderwijsaanbod. Wanneer die keuzes genomen worden in samenspraak met collega’s, dus op het niveau van het team en de school, dan zijn de algemeen taaldidactische principes onderdelen in het taalbeleid van die school. Gebruik van de Kennisbasis Nederlands bij de theoretische verdieping Elke voorbeeldles vraagt op een gegeven moment om een theoretische verdieping. Daartoe krijg je opdrachten waarmee je de voorbeeldles gaat analyseren. Een voorbeeld uit het do mein Mondelinge taalvaardigheid:

2 De leraar leest een verhaal voor aan zijn leerlingen. › Welke eisen kun je stellen aan de spreektechniek van de leraar? › Welke aspecten van spreektechniek heb je kunnen waar nemen toen jouw docent het verhaal voorlas/vertelde? Licht je antwoord toe. › Welk aspect van taalontwikkelende interactievaardighe den van de leraar krijgt de nadruk bij het voorlezen/ver tellen van een verhaal? Welke eisen kun je stellen aan dit aspect van interactievaardigheid? › Aan welke eisen voldeed jouw docent tijdens zijn vertel ling? Licht je antwoord toe.

De opdracht formuleert eerst een lessituatie of casus: De leraar leest een verhaal voor aan zijn leerlingen. Over deze casus wordt een aantal vragen gesteld. In elke vraag is een term gemarkeerd, bijvoorbeeld spreektechniek . Zo’n gemarkeerde term staat voor een kennisele ment uit de Kennisbasis Nederlands. Die is binnen het domein Mondelinge taalvaardigheid op te zoeken en te raadplegen. Met hulp van de theorie (de Kennisbasis Nederlands) kun je zodoende een gefundeerd antwoord geven op de gestelde vragen. PAGINA 7

21

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker