bijVoorbeeld - Bart van der Leeuw & Jo van den Hauwe (red.)

bij Voorbeeld

of invalshoeken: leerkrachtvaardigheden , onderwijsmiddelen , evaluatie en toetsing en leerstof ordening .

Een voorbeeld uit het domein Woordenschat ter toelichting: Voor het aanleren van nieuwe woorden is het van belang dat de leraar de betekenis van woorden effectief aan zijn leerlingen kan uitleggen. In de taaldidactiek noemen we dat se mantiseren . Die term (ofwel kenniselement) is in kwadrant 2 onder het kopje ‘Leerkracht vaardigheden’ opgenomen. In het woordenschatonderwijs wordt veel gebruikgemaakt van beproefde didactische modellen ; een term die onder het kopje ‘Onderwijsmiddelen’ is opge nomen. Speciaal voor woordenschatonderwijs zijn er woordenschattoetsen in gebruik; een term die je vindt onder ‘Evaluatie en toetsing’. Om het woordenschatonderwijs door de schooljaren heen te plannen kan de leraar gebruikmaken van verschillende woordenlijsten ; zie onder het kopje ‘Leerstofordening’. Kwadrant 3: Wat is het fundament onder de leerinhoud? In kwadrant 1 zijn de kenniselementen samengebracht die de leerinhoud op een praktische manier beschrijven, zoals formuleren en tekstsoorten . De leerinhoud van elk domein is echter ook gefundeerd in meer theoretische kennis. Voor het beschrijven van die theoretische ken nis maakt de Kennisbasis Nederlands een onderscheid tussen wetenschappelijke achtergrond en maatschappelijke achtergrond . De aanstaande leraar moet over deze wetenschappelijke en maatschappelijke achtergrondkennis beschikken om de leerinhouden uit kwadrant 1 te begrijpen en effectief te onderwijzen. Een voorbeeld uit het domein Mondelinge taalvaardigheid ter toelichting: Als leerlingen op jonge leeftijd op school komen zijn zij al taalgebruikers en hebben zij een flink deel van hun moedertaal al verworven. Het onderwijs in mondelinge taalvaardigheid sluit aan bij de wetenschappelijke kennis die er is over (vroege) taalverwerving. Het kennis element taalverwerving is in kwadrant 3 opgenomen onder het kopje ‘Wetenschappelijke achtergrond’. Onderwijs in mondelinge taalvaardigheid heeft bovendien te maken met het feit dat de leerlingen in één klas verschillende taalachtergronden kunnen hebben. Taalvari atie als maatschappelijk verschijnsel heeft gevolgen voor de taallessen op school. Daarom is taalvariatie opgenomen onder ‘Maatschappelijke achtergrond’. Kwadrant 4: Wat zijn de algemeen taaldidactische principes: taalbeleid? In het vierde en laatste kwadrant van het klaverblad staan de kenniselementen die het be treffende domein in algemeen taaldidactisch perspectief zetten. Het gaat hier om keuzes die er ten aanzien van het hele taalonderwijs gemaakt kunnen worden, zowel door de indivi duele leraar als door de school. In dat laatste geval spreken we van taalbeleid . De algemene taaldidactiek en het taalbeleid krijgen bij elk domein een eigen specifieke inkleuring. De Kennisbasis Nederlands beschrijft in dit kwadrant de taaldidactiek vanuit vier invals hoeken. Eerst gaat de kennisbasis in op de manier waarop het betreffende domein aansluit bij verschillende opvattingen over taalonderwijs , zoals ‘Interactief taalonderwijs’ of ‘Taakge-

20

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker