bijVoorbeeld - Bart van der Leeuw & Jo van den Hauwe (red.)

bij Voorbeeld

1 Taalonderwijs in de basisschool

Als je in een basisschool een willekeurig klaslokaal binnengaat, is de kans groot dat je in een taalles terechtkomt. Leerlingen besteden een groot deel van hun tijd op school aan het leren lezen en schrijven en aan het verder ontwikkelen van hun mondelinge vaardigheden luiste ren en spreken. Taal is een kernvak in het basisonderwijs.

In de kleutergroep van juf Mieke gebeuren zo te zien heel gewone dingen; dingen die je mag verwachten. Maar ze zijn niet willekeurig. Het zijn allemaal doelgerichte (taal)activiteiten. Mieke vertelt het verhaal ‘In bad’ natuurlijk om de leerlingen een fijne lees/luisterervaring te bezorgen. Maar tegelijkertijd werkt ze heel gericht aan een aantal zogenoemde Ontwikke lingsdoelen Nederlands . Dat zijn doelen die de overheid heeft vastgesteld voor het (Vlaamse) kleuteronderwijs. We noemen een aantal van die doelen voor de vaardigheid Luisteren en verbinden die met de voorleesles van juf Mieke. We nemen een kijkje in de kleutergroep van juf Mieke. De leerlingen hebben zojuist met veel en thousiasme bellen geblazen. De potjes zeepsop staan nog op hun tafeltjes en ze zoeken nu allemaal een plaatsje op het grote kleed bij de voorleesstoel. Het rumoer zakt weg en Mieke vraagt waar je nog meer weleens zeepbellen kunt vinden. Enkele kleuters reageren onmiddellijk: ‘Als papa de vaat doet!’, ‘In bad!’ en ‘Als ik in bad ga!’ Andere kleuters peinzen nog wat na over de vraag. Mieke laat een nieuw prentenboek zien. Het heet In bad . Als ze begint voor te lezen zijn de bel lenblazers van zonet een en al oor. Bij elk verhaalfragment toont ze de bijbehorende prent en ver woordt ze de kern nog eens in eigen woorden. Als het verhaal uit is ontspint zich een geanimeerd gesprek over de eigen badervaringen van de kinderen. Op welke weekdag ze in bad gaan, welke spelletjes ze daar doen, hoeveel schuim er in de badkuip gaat enzovoort. Mieke rondt het gesprek af en geeft de kinderen de keus uit een aantal verschillende activiteiten. Ze kunnen doorgaan met bellenblazen, in de boekenhoek het voorgelezen boek zelf nog eens bekijken. In de luisterhoek kunnen ze het verhaal nog eens horen en in de huishoudhoek staat een ‘echt’ bad met eendjes en washandjes; daar kunnen ze het verhaal naspelen.

› De kleuters kunnen voor hen bestemde vragen in concrete situaties begrijpen. Mieke vraagt na het bellenblazen waar je nog meer zeepbellen kunt vinden.

› De kleuters kunnen een beluisterd verhaal, bestemd voor hun leeftijdsgroep, begrijpen. Mieke leest een prentenboek voor. In het nagesprek worden de leerlingen uitgedaagd hun begrip van het verhaal te verwoorden. › De kleuters kunnen door de kleuteronderwijzer gegeven opdrachten, met betrekking tot activiteiten in de klas of op school, begrijpen. Na het voorlezen en bespreken van het prentenboek kiezen de leerlingen uit een aantal ver volgactiviteiten. Mieke heeft ze daartoe een en ander uitgelegd en een opdracht gegeven.

10

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker