István Bejczy - Een kennismaking met de Nederlandse geschiedenis

30

1 ◆Prehistorie, oudheid envroegemiddeleeuwen

machtsvertoon. In elk geval was de overgang naar het christendom nietmeer dan een eerste stap inhet proces van kerstening.Heidens geachte voorstellingen en praktijken die onder de bevolking voort leefden, werden met name bestreden door middel van de biecht. Boeteboeken somden alle soorten van ongewenst bijgeloof op en bepaaldende straffendiedepriestersaandezondaarskondenopleg gen,meestal indevormvanvastenen inernstigegevallen indevorm van een bedevaart. Daar staat tegenover dat sommige Germaanse feesten en rituelen in christelijke gedaantemochten blijven bestaan. Bovendienwerdmet de verering van plaatselijke heiligen en de ver halen over hun wonderen de abstracte God van het christendom tastbaar aanwezig gemaakt inhet leven van alledag. Op plaatselijk niveau organiseerde de kerk zich in parochies, waarvande grenzen vaak samenvielenmet die van een landgoed.De kerkgebouwenwaren inde regel zeer eenvoudig en opgetrokkenuit hout.De herendie grond voor de kerkhadden afgestaan, behielden er zeggenschap over (‘eigenkerken’). Ze benoemden de priesters en beheerden de kerkelijke inkomsten, waaronder de tienden, het deel vande oogst (inde regel een tiende) dat aande kerkmoest worden afgestaan. Pepijn de Korte stelde de afdracht van tienden voor zijn machtsgebied verplicht. Kloosters, inGallië te vinden vanaf de vierde eeuw, ontstonden inNederlandpas laat. Inde achtste eeuw verrees er eenbij Susteren, gesticht doorPepijn vanHerstal en in714 aanWillibrord geschon ken. De kerk van Sint-Odiliënberg, gesticht door volgelingen van Willibrord, staat vanaf de negende eeuw als klooster bekend. Friezen en Saksen De Friezenmetwie de Frankenhet aande noordgrens vanhun rijk te stellen hadden, waren niet dezelfden die in de Romeinse tijd de Nederlandse kustgebieden hadden bewoond.Van de ‘oude’ Friezen wordtnadevierde eeuwweinigmeldingmeer gemaakt.Waarschijn lijk hadden zij zich samen met de Franken (als zij al van hen te onderscheiden zijn) grotendeels ten zuiden van de Rijn gevestigd. HetNederlandse gedeelte van de limes was omstreeks 270 immers een open grens geworden en dat de kustgebieden vanaf de derde eeuw grotendeels ontvolkt raakten, staat vast. Inde vijfde eeuwwer den deze gebieden opnieuw bewoond door stammen uit het noor den en oosten, zoals de Angelen, de Saksen en de Juten, die ook Engeland veroverden.De resterende Friezen raaktenmet de nieuw komers versmolten.Maar omdat de bewoners van deNederlandse kustgebieden door Romeinse schrijvers Friezen werden genoemd, gebeurde dat in de vroegemiddeleeuwen eveneens. InOverijssel en Drenthe vormdendeSaksende dominante bevolkingsgroep, terwijl de stam van de Chamaven zich lijkt te hebben gehandhaafd op de Veluwe. De Friezen waren veruit het talrijkst. Geschat wordt dat Nederland omstreeks 800 ruim honderdduizend inwoners had; 42.000 vanhen leefden inde provincies Friesland enGroningen.

Made with FlippingBook Digital Proposal Maker