Gerjan van Schaaik - Turks op maat

De q [kü], x [eks] en w [dabılyu] komen alleen voor in vreemde woorden en de ğ komt niet voor aan het begin van een woord.

2 Bijzonderheden bij de uitspraak

2.1 Klinkers

Deze worden kort uitgesproken en zijn onderverdeeld in twee groepen, op grond van de tongpositie tijdens het uitspreken.

Voorklinkers:

e

i ı

ö ü o u

Achterklinkers: a

2.2 De stille letter De letter ğ heet yumuşak gè en heeft een tweetal functies. Na een achterklin ker geeft de ğ aan dat die klinker langer wordt aangehouden. Bijvoorbeeld: ağaç [a:-átsj] ‘boom’, ağız [a:-íz] ‘mond’, sağol [sa:-ól] ‘bedankt’, oğul [o:-úl] ‘zoon’, waarin de klinkerverlenging is aangegeven met een dubbele punt, de klemtoon met een accentteken, en de lettergreepscheiding met een streepje. Tussen voorklinkers geeft de letter ğ een zachte j –klank weer: diğer [die-jér] ‘ander’, eğer [ee-jér] ‘indien’, değil [dee-jíel] ‘niet’, öğle [öj-lé] ‘middag’. De k heeft na een achterklinker een harde variant (Turks k alk ‘sta op’ klinkt als het Nederlandse k alk ) en een zachte variant na een voorklinker (Turks k ilo ‘kilo’ klinkt als k ielo ). Zo is het ook met de klankvariatie van de g . Vergelijk: salak [salák] ‘stomkop’ met bebek [bebékj] ‘baby’ en galoş [galósj] ‘overschoen’ met güzel [gjüzélj] ‘mooi’. Ook de klank l heeft na een achterklinker een harde variant (Turks l oş ‘scheme rig’ klinkt als Nederlands l osj ) en een lichte na een voorklinker (Turks l if ‘vezel’ klinkt als Nederlands l ief ). De letters â en û geven aan dat een k of l voor een achterklinker niet hard maar zacht wordt uitgesproken: dükkân [dükkján] ‘winkel’, lâzım [ljázım] ‘nodig’, kâğıt [kja:ít] ‘papier’, lâstik [ljástiekj] ‘(auto)band’. 2.3 Hard en zacht

2.4 Rollende r

De r klinkt als een rollende r . Aan het einde van een lettergreep is er nog eens extra een h –achtige klank te horen. Dus: r esim [re–siem] ‘foto’ en pa r a [pa–ra] ‘geld’, maar: va r [warh] ‘er is’ en du r [doerh] ‘stop’.

10

Made with FlippingBook Online newsletter creator