Ed de Moor en Ankie van Pel (bewerking) - Basiswoordenlijst Arabisch

Aanwijzingen met betrekking tot de Nederlandse woorden: • Achter de Nederlandse woorden staat de woordcategorie vermeld: werkwoorden (ww./ intr.ww./tr.ww.), bijvoeglijke naamwoorden (bnw.), bijwoorden (bw.), collectief (c.) en voorzetsels (vz.). De overige woorden zijn zelfstandige naamwoorden (znw.). Dat wordt alleen vermeld als er betekenisverwarring kan ontstaan: lam (znw.) – lam (bnw.) en als het een infinitiefvorm van het werkwoord is: schrijven (znw.) – ﺔ َ ﺎﺑ َ ﺘ ِ ﻛ . • Achter de zelfstandige naamwoorden staat soms het bepaalde lidwoord tussen haakjes (de, het). Dat betekent dat ook in het Arabisch het lidwoord erbij gegeven is: alfabet (het) – ﱠ ﺔ ﻳ ِ ﺪ َ ﺠ ْ ﺑ َ .ﺍﻷ Aanwijzingen met betrekking tot de vocalisatie van het Arabisch: • Bij Arabische woorden die met een alif-hamza ( ﺇ ) beginnen, is het vocaalteken i (kasra) onder de hamza niet geschreven: administratie – ﺓ َ ﺍﺭ َ ﺇﺩ en niet ﺓ َ ﺍﺭ َ ﺩ ِ ﺇ . • Bij de combinatie van het voorzetsel li ( ِ ﻝ ) met ‘anna ( ﱠ ﻥ َ ﺃ ) is het vocaalteken i (kasra) ook niet geschreven: omdat, want – ﱠ ﻥ َ ﻷ . • Het bepaalde lidwoord alif-lam ﺍﻝ is niet gevocaliseerd: buitenland (het) – ﺝ ِ ﺎﺭ َ ﺍﳋ . • Bij de combinatie lam-alif ﻻ is het vokaalteken a ( fatḥa ) boven de lam weggelaten: speler – ﺐ ِ ﻻﻋ . • Het teken waṣla wordt niet geschreven: thuis – ِ ﺖ ْ ﻴ َ ﻲ ﺍﻟﺒ ِ ﻓ en niet ِ ﺖ ْ ﻴ َ ﻲ ٱﻟﺒ ِ ﻓ . • Ter verdubbeling van een zonneletter wordt een šadda geschreven: Oriënt (de) – ﻕ ْ ﱠ ﺮ ﺍﻟﺸ . • Bij eigennamen uit een vreemde taal en bij leenwoorden kan het voorkomen dat er binnen het woord meerdere sukūn’s achter elkaar staan ter verduidelijking van de uitspraak: Amsterdam – ﺍﻡ َ ﺩ ْ ﺮ ِ ﺘ ْ ﺴ ْ ﻣ َ ﺃ , ijs (consumptie-) – ﱘ ِ ﺮ ْ ﻜ ْ ﺴ ْ ﻳ َ ﺃ • Bij losse woorden en uitdrukkingen wordt uitgegaan van een nominatief (1e naamval). Naamvalsuitgangen worden alleen vermeld als zij niet kunnen worden weggelaten, zoals bij tijdsbepalingen of bepaalde bijwoorden. Dus niet: administratie – ٌ ﺓ َ ﺍﺭ َ ﺇﺩ maar ﺓ َ ﺍﺭ َ ﺇﺩ en dank u wel – ً ﺮﺍ ْ ﻜ ُ ﺷ , pardon – ً ﻮﺍ ْ ﻔ َ ﻋ , morgen – ً ﺪﺍ َ ﻏ . • De naamvalsuitgang van woorden wordt wel vermeld: • bij twee naamwoorden die met elkaar een bezitsconstructie (genitiefconstructie) vormen, hierbij is gekozen het eerste woord in de nominatief te plaatsen: huisdeur – ٍ ﺖ ْ ﻴ َ ﺑ ُ ﺎﺏ َ ﺑ . Bij meerdere woorden in combinatie met een genitief kan het eerste woord een variabele naamval dragen: tegelijkertijd (bw.) – ِ ﺖ ْ ﻗ َ ﺍﻟﻮ ِ ﺲ ْ ﻔ َ ﻲ ﻧ ِ ﻓ • als een naamwoord volgt op een voorzetsel: thuis – ِ ﺖ ْ ﻴ َ ﻲ ﺍﻟﺒ ِ ﻓ ; • als het naamwoorden betreft die als derde radicaal een wāw of een yā hebben: rechter – ٍ ﺎﺽ َ ﻗ (afkomstig van ﻗﻀﻰ ), stok – ً ﺼﺎ َ ﻋ (afkomstig van ﻋﺼﻮ ). Aanwijzingen met betrekking tot de schrijfwijze van het Arabisch: • Een dolkalif wordt niet geschreven: die (m.ev.) – َ ﻚ ِ ﻟ َ ﺫ en niet َ ﻚ ِ ﻟ ٰ ﺫ . • Sommige woorden kunnen op meer manieren gespeld worden. De alternatieve spelling staat dan tussen ‘Arabische haakjes’ << >>: rook, tabak – << ﱠ ﺎﻥ ﺧ ُ ﺩ >> ﺎﻥ َ ﺧ ُ ﺩ . • Vermelding van (Ma.) of (Eg.) betekent dat woorden specifiek in Marokko of Egypte

6

Made with FlippingBook flipbook maker