Goed geschreven - Wilma van der Westen

5 Spelling 104

5.1 Werkwoordspelling 105 5.1.1 Tegenwoordige tijd 105

5.1.2 Verleden tijd 107 5.1.3 Voltooide tijd 108 5.1.4 Engelse werkwoorden 109 5.1.5 Onregelmatige en sterke werkwoorden 110

5.2 Wel of geen hoofdletter? 111 5.2.1 Hoofdletters met betrekking tot de positie in de zin 111 5.2.2 Hoofdletters bij namen en soorten 113 5.3 Samengestelde woorden: aan elkaar, los, tussenklank of met een streepje? 120 5.3.1 Wel of niet aan elkaar? Het aaneenschrijven van woorden 120 5.3.2 Moet er een streepje tussen? Het koppelteken 126 5.3.3 De tussenletters (e)n en s in samenstellingen 131 5.4 Apostrof, trema of een koppelteken? 134 5.5 Meervoudsvorming 136 5.5.1 Meervoud op een s: wel of geen apostrof? 136 5.5.2 Meervoud van woorden als strategie of idee 137 5.5.3 Twee meervoudsvormen mogelijk 138 5.6 Sommige/sommigen 139 5.7 Een trema: financieel en financiƫle 140 5.8 Weglatingsstreepje 141 5.9 Getallen in teksten: letters of cijfers? 143 5.9.1 Rangtelwoorden 143 5.9.2 Eenheden en dergelijke 143 5.9.3 Geldbedragen 144

5.9.4 Procenten 144 5.9.5 Breuken 145 5.10 Bezitsvormen en verkleinwoorden 145 5.10.1 Bezitsvormen 145 5.10.2 Verkleinwoorden 146 6 De afwerking 147

Bijlagen bij het analysemodel 148 1 Structuurmarkeerders en signaalwoorden 148 2 Verbindingswoorden 151 3 Verwijswoorden 153 4 Werkwoorden met te of zonder te 156 5 Combinaties met raken 160 6 Lidwoorden 161 7 Lijst met foutcoderingen 165

Made with FlippingBook Learn more on our blog