Kees J.M. van Haaster - Denken en doen

1

Inleiding

tiatief heeft uitgewerkt, hoe het plan zich heeft ontwikkeld tot een programma voorstel. • Neem een bestaande dienst of activiteit en herleid deze tot zijn daadwerkelijk bestaande aanleiding of vraag. Formuleer nu een programmavoorstel vanuit die aanleiding of vraag, alsof er nog geen aanbod voor bestaat, op basis van de theo rie in hoofdstuk 10. • Vraag een beroepsdeskundige een inleidend college te komen verzorgen over de ontstaansgeschiedenis van een succesvol programma uit de eigen praktijk. Vraag studenten dit college voor te bereiden door vragen te stellen naar aanleiding van de inhoud van hoofdstuk 2 en 3. • Vraag een beroepsdeskundige voor elk van de vier kwadranten om uit eigen praktijk te komen vertellen binnen de context van het gegeven kwadrant van programmeren. Geef studenten de opdracht om vragen vanuit elk kwadrant voor te bereiden. Bespreek deze vragen eerst, voordat ze worden voorgelegd aan de deskundige van buiten. Nadat eerst is geoefend met het werken volgens de lijnen in het boek, kan worden gezocht naar eigen vormen of naar andere modellen die in bestaande praktijk settings in gebruik zijn. Studenten kunnen leren hun eigen methode van pro grammeren te ontwikkelen en hiervoor eigen modellen te ontwerpen. Feedback van praktijkdeskundigen kan daarbij heel leerzaam zijn. Juist in de vergelijking van verschillende praktijken en gebruiken zitten veel kansen voor leerervaringen en reflectie. Het is heel vruchtbaar om programmeerpraktijken van sterk ver schillende beroepscontexten in Social Work met elkaar te vergelijken. Gemengde groepen studenten leren doorgaans erg veel van deze vakoverstijgende vergelij kingen. Door het hele boek heen staan D&D-opdrachten. Deze opdrachten volgen precies de concrete stappen van de kwadranten van onderzoek, ontwerp, organisatie en uitvoering. Ze worden omgeven door meer abstracte vragen en aandachtspunten vanuit de vier perspectieven van rekenschap, richting, ruimte en resultaat. De opdrachten hebben de bedoeling om te oefenen met de theorie en om de belang rijkste fasen van programmering onder de knie te krijgen. De concrete stappen en opdrachten staan geformuleerd tegen de achtergrond van het kwadrantenmodel en de perspectieven van kijken en denken zweven daar omheen. De D&D-opdrachten zijn conceptmatig opgezet en bevatten daardoor veel moge lijkheden voor een eigen invulling. Ze kunnen beperkt dan wel uitgebreid worden aangepakt. De docent kan naar eigen inzicht en op basis van beschikbare tijd de D&D-opdrachten

DD &

16

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online